Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

D'66 Groen Links logoD'66 programma 2018-2022

Deel van het programma


LANDBOUW: GEZOND EN DUURZAAM VOORUIT!                                   
Onze visie

Onze agrarische sector en de bedrijven in de agribusiness zijn in internationaal opzicht toonaangevend. Tuinbouw, bomen- en fruitteelt, akkerbouw, rozen, champignonteelt, melkveehouderij, paarden, landbouwmechanisatie. Op al deze terreinen spelen wij in Horst aan de Maas mee op niveau 'Champions League'. Onze boeren en andere ondernemers in de agrarische sector geven ons reden om trots te zijn. Zowel qua kennisniveau als qua ondernemersmentaliteit heeft onze regio een diepgroen hart.

Een belangrijk onderdeel van de agrarische sector is de intensieve veehouderij. Deze heeft zich sinds begin vorige eeuw gekenmerkt door ondernemerschap en voortdurende vernieuwingsdrang. Vanaf de jaren vijftig heeft de sector flinke sprongen gemaakt, qua efficiëntie en voedselkwaliteit. De gehele agrarische sector,waaronder de intensieve veehouderij, heeft ervoor gezorgd dat herinneringen aan voedselschaarste en armoede uit het collectieve geheugen zijn verdwenen. Een geweldige prestatie. Onze regio is een speler van wereldformaat geworden. Dat heeft ook een keerzijde gekregen.

Want de ontwikkeling van de intensieve veehouderij (en dan met name de varkens- en kippenhouderij) gedurende de laatste decennia heeft tot ernstige zorgen geleid. De maatschappelijke weerstand over de schadelijke effecten is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Niet zonder reden.

Onze zorgen.
De uitstoot van geur, fijnstof, ziekteverwekkers, fosfaat en stikstof vormen een grote aanslag op het milieu en op de gezondheid van omwonenden. Boeren hebben flink geïnvesteerd in luchtwassers en mestverwerkingsinstallaties. Door het toenemende aantal dieren, zijn de problemen niet wezenlijk verminderd. Volgens de Rijksoverheid en de sector zelf wordt 30% tot 40% van de mest illegaal uitgereden op de akkers met grote negatieve effecten op het oppervlakte- en grondwater. Mestfraude is geen incident maar een patroon geworden. Ook de directe en indirecte effecten op en risico's voor de gezondheid (geur, fipronil, fijnstof, asbest, antibiotica, paardenvleesaffaire, Q-koorts) worden maatschappelijk niet meer geaccepteerd. Tenslotte is ook het welzijn van de dieren voor ons een grote zorg. De intensieve veehouderij is in essentie gericht op het zo efficiënt mogelijk produceren van vleeskilo's. Dit staat op gespannen voet met aandacht en ruimte voor dieren. Vanwege allerlei dierziekten (varkenspest, vogelgriep, MKZ) werden miljoen dieren (preventief) gedood. Ook het grote aantal uitgebrande stallen met duizenden verbrande dieren en de misstanden in slachthuizen zijn een symptoom van het doorgeschoten productie-denken. Tot slot staan de emissies en de landschappelijke vervuiling op gespannen voet met de ambities in onze gemeente op het terrein van toerisme en recreatie. Uiteindelijk is het kiezen: willen we meer varkens of meer toeristen?

Ontkennen kan niet meer.
Sommigen proberen de schadelijke effecten van de intensieve veehouderij te ontkennen of te bagatelliseren. Dit doet denken aan de wijze waarop tot enkele jaren geleden werd gereageerd op de klimaatverandering. Deze houding is onverantwoord en onhoudbaar.

Duurzaamheid.
Het huidige systeem van intensieve veehouderij is niet duurzaam en daarom niet houdbaar. Vlees is een eiwitbron met een ontzettend grote ecologische voetafdruk. De maatschappelijke kosten van een kilo varkensvlees zijn stukken hoger dan de kostprijs. Als we de wereldbevolking duurzaam willen voeden zullen we allemaal minder dierlijke en meer plantaardige eiwitten moeten gaan eten. Dat is ook goed voor de gezondheid zo stellen de officiële voedingsrichtlijnen van de Nederlandse Gezondheidsraad (2015). En voor zover we vlees willen blijven produceren, moeten we zorgen dat het aantal transportkilometers drastisch daalt. Nu importeren we miljoenen tonnen veevoer uit verre landen, exporteren miljoenen geslachte (en levende!) dieren en blijven met een gigantisch mestoverschot zitten. We proberen de nutriënten uit mest tegen hoge kosten weer te transporteren naar landen waar een tekort aan meststoffen is. Het zou aanzienlijk duurzamer zijn om het vlees te produceren in de omgeving waar het ook geconsumeerd wordt. De mest kan dan op het land in de regio worden gebracht waar ook het veevoer wordt verbouwd. Op die manier is de cirkel rond. Ook in macro-economisch opzicht is dat interessanter om dat veel transportkosten worden vermeden en niet hoeft te worden geïnvesteerd in kostprijsverhogende technieken voor mestverwerking.

Megastallen.
Wij begrijpen het maatschappelijk verzet tegen megastallen, zoals het Nieuw Gemengd Bedrijf waartoe in het verleden is besloten. Voorstanders van megastallen stellen dat schaalvergroting een betere (bedrijfseconomische) basis biedt voor de inzet van technologische innovaties (zoals luchtwassers en mestscheiders) en een circulair bedrijfsvoeringsconcept (inzet reststromen, slachterij op terrein) waardoor de schadelijke gevolgen voor milieu en gezondheid worden beperkt en ook wat meer ruimte ontstaat voor dierenwelzijn. Het feit dat het houden van dieren op deze manier ontaardt in een zuiver industrieel productieproces waarbij elke intrinsieke waarde van een dier is verdwenen leidt bij ons tot ethische bezwaren. Daarbij komen de dieren in de megastallen bovenop de reeds aanwezige dieren in onze gemeente.

Het probleem van de intensieve veehouderij is in onze gemeente groter geworden simpelweg omdat het aantal dieren flink is toegenomen. In 20 jaar tijd zijn er 130% méér dieren gekomen. Doordat de provincie Brabant de gevolgen van de intensieve veehouderij gaat aanpakken, zullen veel Brabantse veehouders hun vestigingen willen verplaatsen naar Noord-Limburg. Het NGB is daarvan de voorbode.

 

Aantallen dieren in gemeente Horst aan de Maas (bron: CBS)

varkens

kippen

2001

210.000

1.000.000

2016

270.000

1.300.000

2020 (met 'Nieuw Gemengd Bedrijf')

305.000

2.600.000

Het aantal geslachte dieren is een veelvoud hiervan omdat kippen gemiddeld niet ouder dan 6 weken worden en varkens niet ouder dan 25 weken.

Een systeemprobleem.
Ondanks al het voorgaande, willen wij nadrukkelijk niet met de vermanende vinger wijzen naar de individuele varkens- of kippenboer. Deze is veelal, net zozeer als zijn dieren, slachtoffer geworden van een dolgedraaid en onhoudbaar systeem. De meeste boeren erkennen dat. Een doorsnee kippen- of varkensboer werkt meer dan 50 uur per week en kan van zijn inkomen nauwelijks rondkomen. De prijzen staan onder druk omdat supermarktketens (ook in Horst aan de Maas) reclame blijven maken voor 'kiloknallers' en consumenten deze blijven kopen. De boer wordt zo uitgespeeld door voedingsindustrie en supermarkten en gedwongen tot schaalvergroting. Deze 'race-to-thebottom' lijkt voorlopig niet te stoppen.

Eenvoudigweg stoppen is voor deze boer niet mogelijk omdat hij (mede onder druk van de overheid) tonnen heeft geïnvesteerd in luchtwassers en mestscheiders en daarvoor fors heeft moeten lenen. De bank draait de overige duimschroeven aan. Er is sprake van verborgen armoede en schaamte. De negatieve publieke meningsvorming voelt voor de meeste varkens- en kippenboeren onrechtvaardig omdat ze, binnen hun mogelijkheden veel hebben gedaan, om de milieubelasting te verminderen en het dierenwelzijn ter vergroten.

Eerlijk.
Er zijn grote spanningen in de sector, tussen 'gezinsbedrijven' en de 'industriële varkenshouders' (megastallen). De meeste varkens- en kippenboeren doen hun best te voldoen aan de steeds strenger wordende eisen qua milieu, gezondheid en dierenwelzijn. Enkele boeren gaan enkel en alleen voor de snelle winst en trekken zich niks aan van normen voor milieu en dierenwelzijn. Tegen deze 'rotte appels' wordt nauwelijks opgetreden door de overheid. Oók dat is onrechtvaardig naar de vele goedwillende veehouders.

Onze standpunten

  1. Voorop blijven lopen. Onze agrarische sector en agribusiness is in al haar facetten kwalitatief hoogwaardig en internationaal toonaangevend. Adel verplicht! Juist daarom zijn we gehouden om te zorgen dat deze sector innovatief voorop blijft lopen op het gebied van duurzaamheid (biobased-economy, voedselveiligheid, dierenwelzijn, gezondheid, milieu-effecten, energie, landschappelijke inpassing, nieuwe eiwitbronnen met lage ecologische footprint, ketentransparantie). Investeren in duurzaamheid is geen kostenpost maar een internationaal concurrentievoordeel. Om die reden zijn we zéér ambitieus met onze sector. Als gemeente zijn we bereid om, samen met andere gemeenten, fors te blijven inzetten op de verdere duurzame en innovatieve ontwikkeling van deze cruciale sector.

  2. Steun voor agrariërs en agribusiness. We willen agrarische bedrijven die focussen op internationaal vermarktbare kennis en technologie stimuleren. We willen boeren waar mogelijk ondersteunen om de onevenwichtigheid in de keten (met verwerkende industrie en retailers) beter in balans te brengen en om de keten van boer tot consument te verkorten. We willen de producten uit onze regio een gezicht geven. Een verhaal bij het product brengen kan (kleinschaligere) regionale productie en consumptie ondersteunen.

  3. De transitie van de veehouderij ondersteunen. De intensieve veehouderij staat op een keerpunt, is toe aan verandering en vooruitgang. We willen dit faciliteren. Heldere regels en handhaving op het gebied van milieu en volksgezondheid zijn het uitgangspunt, daarbinnen moet vrijheid voor ondernemen bestaan. De overheid ziet hierop toe.

  4. Een toekomstgerichte visie ontwikkelen. We willen, in samenspraak met veehouders, sector, voederbedrijven, verwerkers, voeding- en retailsector, banken, natuur- milieu- en dierenrechtenorganisaties en andere overheden in gesprek om een toekomstgerichte visie te ontwikkelen op de intensieve veehouderij. We willen eindelijk licht creëren aan het einde van de tunnel. Naar ons voorlopig beeld komen in een dergelijke visie de volgende elementen terug:

  5. Grenzen stellen. We willen dat het aantal varkens en kippen in onze gemeente niet verder stijgt. We trekken een duidelijke lijn in het zand. We zien geen heil in ellenlange discussies over uitstootnormen en gezondheidsrisico's maar willen - zolang een échte visie, wettelijk kader en effectieve sturing vanuit de provincie en het Rijk ontbreekt, een eenvoudig toetsbare grens stellen. We zetten, in samenwerking met andere partijen, verschillende beschikbare en nieuwe instrumenten in om dit streven te realiseren.

  6. Kiezen voor kwaliteit. We stimuleren en ondersteunen veehouders om te kiezen voor kwaliteit en duurzaamheid (milieu, gezondheid, dierenwelzijn, landschap). Dat kan op zeer verschillende manieren (BeterLeven, biologisch, hightech, etc.) Een dergelijke keuze, zoals bijvoorbeeld het bedrijf Kipster in Oirlo, biedt ook een beter verdienmodel voor boeren. Samenwerking met organisaties voor dieren- natuur- & milieubescherming, consumentenorganisaties, retailsector kan nieuwe kansen bieden. We sturen actief deze kant op en geven boeren een ambitieus maar realistisch tijdpad. We hebben oog voor de lastige dilemma's die boeren daarbij ervaren (bv meer geur en uitstoot door vrije uitloop). Ongebruikte vergunningen worden ingetrokken.

  7. Mestgisting en mestverwerking. Wij zijn geen fan van mestvergisting (de technologie waarbij mest en plantaardige materialen gecombineerd worden vergist waardoor biogas ontstaat) omdat de hoeveelheid reststoffen hierdoor alleen maar vergroot wordt, er veelal sprake is van stankoverlast voor de omgeving en de opwekking van duurzame energie via biogas zéér beperkt is. Mestverwerking (de technologie waarbij mest wordt gescheiden in ca. 90% zuiver water en 10% herbruikbare reststoffen zoals fosfaatkorrels en NK-reststoffen) kan, gegeven het enorme aantal dieren in onze gemeente, op korte termijn een bijdrage leveren aan de vermindering van het mestoverschot omdat de reststoffen op economisch rendabele wijze geëxporteerd kunnen worden. De directe milieubelasting (illegaal uitrijden over het land) wordt daardoor minder. Het fundamentele duurzaamheidsprobleem van de veehouderij wordt hierdoor echter niet minder. We blijven veevoer, vlees en mest(producten) wereldwijd verslepen over veel te grote afstanden. Voor zover we de wereldbevolking met vlees willen blijven voeden, zal dat in kleinere kringlopen moeten gebeuren waarbij veevoer wordt verbouwd op de plek waar ook het vee wordt gehouden en het vlees wordt geconsumeerd. We staan daarom alleen positief tegenover mestverwerking als overgangsmaatregel.
     



Behoud de Parel