Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Op dinsdag 24 september 2019 vond in de gemeenteraad van Horst aan de Maas een discussie plaats naar aanleiding van een motie van de SP over de aanpassing van een rapport van de GGD Limburg Noord over de gezondheidseffecten van het Nieuw Gemengd Bedrijf (NGB) naar aanleiding van de dreigende stankoverlast van de varkensstallen voor de omgeving.

Bart Cox - fractievoorzitter van de SP in de gemeenteraad van Horst aan de Maas - diende een motie in over de varkensstallen van het NGB (zie bijlage). Met de motie wilde Cox bereiken dat een eerder onderzoek van de GGD Limburg Noord aangepast wordt op basis van de nieuwste wetenschappelijke inzichten betreffende het functioneren van luchtwassers. Sinds april 2018 is bekend - door het uitgebreide onderzoek van WUR Livestock - dat het type luchtwasser dat bij de varkensstallen van Houbensteijn gebruikt worden - niet naar behoren functioneren. De conclusie van dat onderzoek: de luchtwassers leveren geen 85% rendement op inzake verwijdering van geur en ammoniak, maar slecht 45% (lees hier het artikel over het onderzoek van Wageningen Universiteit, waaruit is gebleken dat de luchtwassers, zoals die gebouwd worden door Houbensteijn, niet deugen).

De motie van de SP werd door de andere partijen in de raad afgewezen. Zij gaven aan dat zij vertrouwen hadden in de maatregelen die de ondernemer in samenspraak met de provincie zouden gaan nemen, maar wilden wel regelmatig op de hoogte gehouden worden door de wethouder over de voortgang van die maatregelen.

NGB gezond voor omgeving?
Het GGD-onderzoek is toentertijd opgesteld in opdracht van de gemeente Horst aan de Maas. De gemeenteraad had namelijk bepaald dat de gemeente mee zou werken aan de bouw van het NGB als vast stond dat het bedrijf geen negatieve gezondheidseffecten zou hebben op de omgeving. Op basis van gegevens die het NGB had aangeleverd, concludeerde de GGD Limburg Noord dat - wat betreft de gezondheidseffecten op de omgeving - de lichten op groen konden worden gezet. Waarna de gemeenteraad besloot definitief mee te werken aan de plannen van het NGB. Feitelijk kun je nu - aan de hand van de conclusies van de WUR - vaststellen dat de toen gebruikte gegevens onjuist zijn, waar het de stank- en ammoniakuitstoot betreft. Dat zou volgens de SP in de gemeenteraad van Horst aan de Maas moeten leiden tot een aanpassing van het onderzoek van GGD Limburg Noord.

Eerder - in het begin van 2019 - heeft in de gemeenteraad van Horst aan de Maas al een discussie plaats gevonden over de dreigende stankoverlast. Toen stelde de woordvoerder van de PvdA, Richard van der Weegen, de vraag aan de wethouder of de gemeente of de provincie een onderzoek gedaan heeft naar de effecten van de falende luchtwassers. Hij stelde die vraag naar aanleiding van een brief van Behoud de Parel over de falende luchtwassers en de effecten daarvan op de omgeving (lees hier de discussie in de gemeenteraad). Van der Weegen wees er in zijn betoog op dat door de gemeente al in 2008 - bij de besluitvorming over de komst van het NGB - beloften zijn gedaan over geuremmissie, amoniakuitstoot en de gezondheidssituatie. Die beloftes kunnen nu kennelijk niet waar gemaakt worden, concludeerde hij. Naar het idee van de PvdA-woordvoerder schept dat verplichtingen vanuit de gemeente richting burgers in het algemeen en de omwonenden in het bijzonder. De verantwoordelijkheid afschuiven naar de provincie - zoals wethouder Beurskens in het debat deed - vond Van der Weegen "te goedkoop". "De risico's voor de volksgezondheid wordt in het Witveld slechter en het gaat meer stinken". Vandaar diens hartstochtelijk betoog ter ondersteuning van het verzoek van Behoud de Parel om het onderzoek van de GGD aan te passen, c.q. heronderzoek te laten doen. De wethouder wees dat echter af.

Motie
Als vervolg op het debat in het voorjaar hadden SP, PvdA en D66/GroenLinks de koppen bij elkaar gestoken om een motie op te stellen om dat alsnog een aangepast onderzoek te eisen. Vervolgens werd getracht de overige fracties in de raad - het CDA, de VVD en Essentie - over te halen de motie mee te ondersteunen. Dat betekende onderling overleg omdat met name het CDA de motie af wilde zwakken. Uiteindelijk kwam het toen niet tot het indienen van de motie omdat de opsteller van de motie, SP-raadslid Thijs Lenssen, besloten had over te stappen naar D66/GroenLinks én omdat de wethouder toe had gezegd dat hij de provincie zou benaderen om druk te houden op dit dossier. In de discussie in de raad naar aanleiding van het indienen van de motie van de SP - die vrijwel letterlijk gebaseerd was op de motie die zijzelf opgesteld hadden (!) -  bleken Lenssen en Van der Weegen behoorlijk gedraaid te zijn. Lenssen achtte de urgentie nog steeds heel hoog, Hij wilde dan ook de stand van zaken weten wat betreft het overleg van de wethouder met de provincie. Daarbij werd hij ondersteund door de VVD. Het CDA vroeg zich af waarom de urgentie in deze kwestie hoger was dan bij de discussie in het voorjaar. Kennelijk is het CDA-woordvoerder Wijnhoven ontgaan dat de varkensstallen binnen nu en een maand (in november) gevuld worden met varkens... Essentie vond het middel van het indienen van een motie "te zwaar", maar concludeerde wél dat de SP met die motie haar punt gemaakt had. Verder gaf hij aan dat het naar zijn idee geen zin zou hebben een aangepast onderzoek te doen, zolang als we de daadwerkelijke cijfers over stankoverlast niet hebben. Die mening werd door andere fracties ondersteunt. Op zich vreemd. Het belangrijke besluit van de gemeenteraad om mee te werken aan de plannen van het NGB was genomen op basis van het onderzoek van de GGD. En dat onderzoek is ook gebaseerd op fictieve gegevens en dan nog wel van de fictieve gegevens die het NGB (zélf belanghebbende) aangeleverd had aan de GGD!

De afspraak met de wethouder is nu gemaakt dat - zo vlug als de varkensstallen van het NGB gevuld zijn - de uitstoot gemeten wordt. Maar volgens de SP is dat onvoldoende en daarom heeft ze in de motie een aantal andere zaken toegevoegd, naast de eis om nadrukkelijk te meten. Op het meten zélf is ook wel het een en ander af te dingen. Handhaving van een stank- en ammonikareductie tot minstens 85% zal extra moeilijk zijn omdat ook bij het stankmeetprotocol kritische kanttekeningen te plaatsen zijn.

De voorschriften in de vergunning die GS heeft verleend aan Houbensteijn Heideveld komen in essentie neer op een inspanningsverplichting voor de vergunninghouder om een geurrreductierendement van 85% te realiseren. Indien de vergunninghouder hier in een periode van meerder jaren niet in slaagt en een veel lager reductieniveau dan 85% zou realiseren dan stelt GS de situatie opnieuw te zullen beoordelen. Het besluit biedt evenwel geen garantie dat die herbeoordeling dan ook zal (moeten) plaatsvinden. En op basis van de gestelde voorschriften kunnen omwonenden gedurende vele jaren met extreem zwaar stankoverbelaste situaties worden geconfronteerd zonder dat de vergunningvoorschriften hen een grondslag bieden om daar tegen op te treden. Zij zijn met dit voorschriftenpakket dan gedwongen geduldig in de stank te wonen. Door de GGD de effecten vast te laten stellen, zou de gemeente argumenten in handen krijgen voor de discussie met bedrijf en provincie om tóch verdergaande maatregelen te eisen om haar burgers te beschermen. Maar kennelijk ziet de meerderheid van de gemeenteraad dat niet zitten. Daarbij beroept Van der Weegen zich op het feit dat "de materie zo ingewikkeld is", die de oorzaak zou zijn van de langzame voortgang om te komen tot adequate besluiten...

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel