Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

In het Financieel Dagblad (28-8-'16) stond een interessant artikel inzake mestvergisting, wat wij u niet willen onthouden.

Twee tot drie uur per dag, dat zou melkveehouder Bram Prins uit het Groningse Lellens kwijt zijn aan zijn mestvergister. In 2005 plaatste hij het gevaarte op zijn erf. De verhalen uit Duitsland waren mooi, de banken waren gretig in de financiering, de suggestie werd gewekt dat hiermee het mestprobleem zou worden opgelost. ‘Met de kennis van toen, was het verantwoord om te doen.’
Ruim tien jaar later gelooft hij niet meer in vergisting. De biomassacentrale leverde niets op, behalve ellende. 'Twee keer is het dak in de silo gestort. De balken werden weggevreten door de zure atmosfeer. Leidingen vergaan. Een andere keer ontplofte een motor en vloog een cilinderstang dwars door het carterdeksel.'
Acht jaar draaide de vergister. Geen enkel jaar was die rendabel. Drie jaar geleden klapte Prins' vergister in elkaar. ‘Een wonder dat er geen doden zijn gevallen.’ Oorzaak was een constructiefout, de verzekeraar keerde niets uit. Prins moest een derde van zijn bedrijf verkopen om de schade te bekostigen. Voor hem was het duidelijk: nooit meer biogas.

Weerbarstige praktijk
De voorbije jaren heeft de Staat voor honderden miljoenen subsidie toegezegd aan mestvergisters. Het klinkt mooi. Mest verwerken tot energie. De CO2-uitstoot loopt terug, de boer verdient eraan. Het 'people, planet, profit'-adagium in optima forma.De praktijk is weerbarstiger. 'Veel van de door Rabobank gefinancierde installaties zijn alweer failliet', staat in een verslag van een mestvergistingsavond die drie jaar geleden werd gehouden door de Natuur en Milieu Federatie in Utrecht.

Co-vergisters
Wat is er gebeurd? Bijna alle vergisters in Nederland zijn zogeheten co-vergisters. Mest is laagwaardige vergisting: er moet nog iets bij de koeienpoep worden gevoegd voordat er via vergisting energie kan worden opgewekt. Aardappelschillen, uien, of zoals dat heet, reststromen uit de voedsel- en genotsmiddelenindustrie. Vet is populair. Vlees is in Nederland verboden. Ook voedsel met vlees mag niet in de vergister.

Er is veel gesjoemeld met het organisch materiaal dat in de vergisters ging. Maar de controles zijn streng. Wanneer er spullen worden aangetroffen die niet vergist mogen worden, krijgt een boer forse boetes en riskeert zijn vergunning kwijt te raken. 'Eigenlijk moet je van elke lading een monster nemen', zegt Prins. 'Alleen kost dat € 200 per keer.'

Nieuwe markt
Aanvankelijk konden boeren zulk restmateriaal gratis krijgen. Soms kregen ze er zelfs voor betaald. Maar omdat er steeds meer vraag kwam naar schillen en andere residuen, ontstond er gaandeweg een markt voor. Voor een lading verrotte sinaasappels of natte uien moest worden betaald. Duitsland heeft een ruimer subsidiebeleid. Daardoor stegen de prijzen voor zaken die in de vergister kunnen. En de beste materialen gingen naar Duitsland. Het afval voor de vergister in Lellens kwam soms in vrachtwagens aangevoerd vanuit Frankrijk.

De grondstoffen die in de vergisters moeten, werden dus steeds duurder. Ondertussen daalden de energieprijzen. Van twee kanten stonden de vergisters onder druk: het businessmodel kon vaak niet meer uit.

Te klein
Volgens Rabobank staan er in Nederland zo'n 130 vergisters. Het leeuwendeel is gebouwd tussen 2002 en 2012, zegt sectormanager duurzame energie bij Rabo Hans van den Boom. 'De laatste vier jaar zijn er misschien nog twintig bijgekomen.' Zo'n honderd vergisters staan op boerenerven. De overige dertig staan op industrieterreinen, bij waterzuiveringsbedrijven of voedselverwerkende bedrijven.
Van den Boom 'wil de beeldvorming nuanceren' dat de vergisters allemaal slecht zijn: er zijn vergisters die uitstekend draaien. Maar hij zegt ook: meer dan de helft van de mestvergisters is te klein. Die hebben een productiecapaciteit van een megawattuur of minder. 'En het is lastig om daarmee op lange termijn rendement te behalen.'
Energie uit biomassa is zonder meer lastiger dan windenergie en zonne-energie, aldus de sectormanager. 'Als je een zonnepaneel of een windturbine hebt neergezet, dan ben je klaar. Als een mestvergister er staat, dan begint het pas.' Wil je er geld mee verdienen, dan moet je mensen in dienst nemen en er 24 uur per dag mee bezig zijn, zegt Van den Boom.

Hoe werkt mestvergisting?
Mest vergisten betekent dat bacteriën in een zuurstofloze omgeving mest omzetten in biogas. Dat kan met uitsluitend mest (monovergisting), maar ook met mest en ander organisch materiaal (co-vergisting). Het biogas kan rechtstreeks worden gebruikt als brandstof of via een gasmotor worden omgezet in elektriciteit en warmte. Omdat het calorisch gehalte van biogas anders is dan van aardgas, en omdat er ook nog een geurstof aan moet worden toegevoegd, dient het biogas nog wel te worden bewerkt voor levering aan het gasnet. In de voorjaarsronde van de SDE+, de subsidie voor duurzame energie, is er € 300 mln. toegezegd voor co-vergisters. Het vaak natte restproduct dat overblijft na vergisting van biomassa wordt digestaat genoemd. Dat kan als mest gebruikt worden. Maar alleen als het voldoet aan de voorwaarden van de Meststoffenwet. Voldoet het niet, dan wordt het gezien als afvalstof. De afvoer van digestaat kost boeren ook geld.

Stilstaande vergisters
Een mestvergister is een kolossale installatie met buizen die als spaghettislierten door elkaar lopen, vol kleppen en meters. Onder boeren wordt gefluisterd dat 90% van de mestvergisters nu 'technisch failliet' is: de kosten zijn structureel hoger dan de opbrengsten. Veel vergisters staan stil. Of soms zit er mest in de vergistingssilo's, maar wordt er geen energie meer opgewekt. ‘Veel boeren verdienen hooguit de subsidie terug’, zegt Johan Veldhuis van Green Bio Power uit Hengelo. Zijn visie: vergisters zijn alleen rendabel wanneer het grootschalig wordt aangepakt. Zoals in Sluiskil. Daar, in Zeeuws-Vlaanderen, werd een enorme vergister neergezet. Maar ook die ging na twee jaar failliet, zonder ooit op volledige capaciteit te hebben gedraaid. ‘De techniek achter de vergister was niet goed’, zegt Veldhuis. Het idee erachter wel. ‘Haal mest zo snel mogelijk van het boerenerf af. Verzamel het op een centrale plaats, en verwerk het dan.’ Een boer is een schakel in een industrieel proces. De melk, het vlees: alles gaat zo snel mogelijk van de boerderij af. ‘Maar met mest moeten de boeren dan individueel aan de slag op hun eigen erf. Dat is niet meer van deze tijd.'

Selectie aan de poort
Veldhuis werkt met Green Bio Power aan een Bio LNG fabriek in Almelo. Groene energie op industriële schaal en in regionaal verband, is het credo. Er moet 60.000 ton mest in komen van boeren uit de omgeving, en daarnaast eiwitten, zetmeel en suikers uit de aardappelzetmeelindustrie of van ijsfabrikanten. Zoveel mogelijk worden de materialen aangevoerd over het water. En een betere selectie ‘aan de poort’, zodat duidelijk is wat er wordt vergist. ‘De fabriek kan dan worden aangepast aan wat er binnenkomt. Energie uit biomassa is echt wel interessant.’
Dat ziet Veldhuis als de toekomst van de vergisters. Ondertussen heeft FrieslandCampina de coöperatie Jumpstart gestart. Die helpt melkveehouders met financiering, vergunningen en SDE+ (subsidie) voor zogeheten monomestvergisters. Dat is een installatie waarbij alleen mest wordt vergist — dus geen andere organische materialen. Er staan nu een handjevol van deze monovergisters in Nederland. FrieslandCampina wil dat uiteindelijk duizend boeren zo'n monovergister krijgen.

Prototype
Het bedrijf Lely uit Maassluis, dat zich bezighoudt met 'innovatieve oplossingen' voor melkboeren, bouwde een prototype monovergister. In Sleen, in het zuidoosten van Drenthe werd vijf jaar geleden de Agrimodem neergezet. Doel was om die vergister rendabel te krijgen zonder subsidie en zonder gegarandeerde energieprijs. Dat is niet gelukt: vorig jaar staakte Lely het project.

Volgens Van den Boom van Rabo, wordt het 'financieel uitdagend' om een sluitend businessmodel te krijgen voor monovergisters. 'De investeringen en de onderhoudskosten zijn hoog.' En uit alleen mest krijg je relatief weinig energie. 'Mestmonovergisting staat opnieuw in de belangstelling, maar is binnen de huidige SDE-voorwaarden op basis van praktijkresultaten nog niet rendabel omdat de subsidietarieven te laag zijn (of de kosten te hoog)', schreef Rabobank twee jaar geleden.

Onbegrijpelijk
Waarom zet FrieslandCampina dan toch een project op om bij duizend boeren zo'n vergister neer te zetten? 'Er zijn ook voorbeelden van boeren bij wie het wel uit kan, bij wie het wel goed werkt', zegt een woordvoerder van de zuivelcoöperatie. FrieslandCampina kreeg 'wisselende reacties, positief en negatief', zegt de woordvoerder. 'Maar wij zijn positief ingesteld.' De coöperatie denkt dat het kan. 'Al moeten we het per geval beoordelen.' Eind dit jaar is er meer duidelijkheid over wat FrieslandCampina gaat doen. En in oktober zal de eerste monovergister die mede mogelijk is gemaakt door FrieslandCampina, in gebruik worden genomen.
Veldhuis en Prins vinden het, onafhankelijk van elkaar, onthutsend dat FrieslandCampina zich hier mee inlaat. ‘Ik ben ook lid van FrieslandCampina, dus ik wil er geen kwaad woord over horen', zegt Prins, 'maar dit begrijp ik gewoon niet.'
Monovergisters of co-vergisters, Prins gelooft überhaupt niet meer in energie uit mest. Het is een tijdelijk verschijnsel, verwacht de melkveehouder, over twintig jaar zal het worden gezien als een modegril. Bijdragen aan verduurzaming van de landbouw zijn niet te onderbouwen, zegt Prins.Drie jaar geleden heeft hij zijn eigen installatie nog eens doorgerekend. ‘In een jaar dat er helemaal niets fout gaat, kun je € 1000 verdienen. Maar dan moet je er wel € 1,6 mln. in investeren.’ Ook in grote installaties heeft hij geen fiducie. 'Als het bij kleine vergisters niet lukt, waarom zou het bij grote dan wel lukken?'

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel