Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Onder het mom van een zogenaamd "Limburgse aanpak" heeft de LLTB een "visie" naar buiten gebracht op de problemen die de Intensieve Veehouderij via uitstoot van fijn stof, ammoniak, endotoxinen, stank en de overproductie van mest veroorzaakt. Met een zogenaamd "ambitieuze inzet" probeert de Intensieve Veehouderij de uitstoot in 2030 met de helft te reduceren.

In Dagblad de Limburger worden de plannen van de LLTB gekwalificeerd als "een vlucht naar voren". De Limburgse veeboeren zouden volgens Dagbladjournalist Jan Hensels bang zijn voor "Brabantse Toestanden" (verwijzend naar de ingreep van Gedeputeerde Staten van Brabant tegen de steeds verder uitdijende veeindustrie, met name in de Peel - zie hier het artikel over dit historisch besluit). Paul Geurts, bestuurslid van Behoud de Parel, kwalificeert de "visie" van de LLTB niet als een "vlucht naar voren", maar als het opwerpen van een dam tegen een daadwerkelijke aanpak van de problemen.

"Limburgse aanpak"
In de notitie van de LLTB met als titel "LLTB zet in op extra reductie uitstoot veehouderijen" (zie bijlage) schrijft de Limburgse organisatie van tuinders en boeren dat het tot stand komen van het Limburgse veehouderijbeleid bekend staat om haar dialoog- en overlegstructuur. Paul Geurts daarover:  "Hoewel er inderdaad wel eens gesproken wordt met milieu- en direnwelzijnsorganisaties, is die "dialoog" vooral een samenspel van LLTB en het CDA. Die laatste is in de provincie Limburg, zowel in het provinciaal bestuur als in de gemeentelijke besturen vaak nog de dominante partij en maakt daar de dienst uit. LLTB en CDA zijn twee handen op één buik!" Beiden zetten zich vooral in voor verdere groei van de veehouderij en dan met name ten faveure van de grote boeren, meent Paul Geurts: "De kleinere familiebedrijven leggen het loodje, een proces dat zich al jaren voordoet en waar noch de LLTB, noch het CDA daadwerkelijk gerichte actie op ondernemen. Als er - bijvoorbeeld vanuit Behoud de Parel of andere bewonersorganisaties, die zich inzetten voor een beter leefmilieu op het platteland - kritiek geuit werd op de handelwijze van de IV-sector en alternatieven gepresenteerd, dan werden die steevast afgedaan als "emotionele argumenten", stemmingmakerij en "nostalgie". De kritkasters zouden volgens de LLTB-boeren en CDA-politici terug willen naar de tijd van Ot en Sien". Dat de LLTB nu in haar notitie constateert dat een halvering van de uitstoot nodig is, mag dan ook gezien worden als vooruitgang, volgens Paul Geurts. Maar meteen daarachter aan zegt de LLTB, dat de boeren daar wél de tijd voor moet worden gegeven: nog ruim 12 jaar - tot 2030 - moeten de omwonenden de ziekmakende uitstoot van fijn stof en endotoxinen tolereren en moeten ze de stank accepteren. En tegelijkertijd claimt de LLTB nog eens extra groei van de sector. Dus nog meer dieren, in plaats van minder, zoals volgens veel bewoners-, milieu- en dierenwelzijnsorganisaties noodzakelijk is.

Door gedeputeerde Hubert Mackus van het CDA (voorheen wethouder in Nederweert, waar de IV-sector vrijwel ongehinderd door heeft kunnen groeien) heeft zich tegenover Dagblad de Limburg al zeer positief uitgelaten over de plannen van de LLTB. Eerder heeft Mackus - als reactie op de doortastende aanpak in Brabant - aangegeven dat hij tegen een vermindering van de veestapel is. De groei van de sector dient naar zijn mening niet tegen gehouden te worden. Wel wil hij bekijken of veeboeren, die Brabant vanwege de strengere maatregelen eventueel willen verruilen voor Limburg, tegen te houden. Om een te hoge veedichtheid via "import" tegen te houden. Zijn beleid past daarmee precies in het straatje, zoals de LLTB dat voor hem geplaveid heeft.

"Technische oplossingen" in plaats van fundamentele aanpak
Kijkend naar de manier waarop de LLTB meent de problemen op te kunnen lossen, verwijst ze naar de inzet van zogenaamde "Best Beschikbare Technieken". Die zouden voor nieuwe stallen direct toegepast moeten worden en voor bij bestaande stallen "op termijn". Een vreemde opvatting. Want volgens de zogenaamde IPCC-normen dienen bedrijven allang die "Best Beschikbare Technieken" toe te passen. Op grond van die normen heeft Behoud de Parel de gemeente Horst aan de Maas weten te dwingen handhavend op te treden tegen een van de partners van het Nieuw Gemengd Bedrijf (NGB), Heideveld Varkens BV. Dat bedrijf weigerde aanvankelijk maatregelen te nemen en vervolgens weigerde de gemeente (met een door het CDA gedomineerd college van B&W) aan het verzoek van Behoud de Parel om handhavend op te treden, tegemoet te komen. Alleen een procedure tot aan de Raad van State bracht soelaas. Nu is het bedrijf - door de acties van Behoud de Parel - gedwongen luchtwassers te plaatsen en daarmee te voldoen aan de IPCC-normen. Maar indien het NGB - ondanks de juridische acties van Behoud de Parel - alsnog door mag gaan met haar plannen voor een groei naar zo'n 35.000 varkens, 1,2 miljoen kippen en een mestverwerkingsinstallatie, zal de uitstoot van ammoniak, fijn stof, endotoxines, stank en wat dies meer zij, per saldo enorm toenemen, ondanks de inzet van de luchtwassers! Er worden dan weliswaar per dier wellicht minder vuile en ziekmakende stoffen uitgestoten, maar in totaal zal - in absolute omvang - méér uitstoot plaats vinden en zal de leefomgeving voor omwonenden verder verslechteren.

Dam tegen verbetering
Jan Hensels, journalist van Dagblad de Limburg ziet de "visie" van de LLTB als een "vlucht naar voren". Maar dat zou - volgens de woordvoerder van Behoud de Parel, Paul Geurts - suggereren dat er in ieder geval sprake zou zijn vaan "vooruitgang". Maar die is er naar zijn mening absoluut niet. Indien de plannen zó overgenomen worden door de politiek, betekent dat feitelijk dat de veestapel blijft groeien. Dat betekent dat binnen de stallen het leefklimaat voor zowel dieren als de daar werkzame mensen steeds ongezonder wordt (want bijvoorbeeld de fijn stof blijft binnen stijgen, maar door de luchtwassers gaat die niet helemaal de buitenlucht in). En de hoeveelheid mest neemt verder toe. De veeindustrie beweert dat die toenemende mest prima verwerkt kan worden tot energie. Maar ook dat is pure onzin, zo stelt onder andere professor Reijnders, die onlangs nog in Nieuwsuur (zie hier info) uitlegde dat de vervuilende stoffen die in een mestverwerkingsinstallatie gestopt worden er feitelijk gewoon weer uit komen en de energie die er uit komt kan alleen tot stand gebracht worden door het bijmengen van andere stoffen en heel veel subsidie van de rijksoverheid!

De reductie met betrekking tot "geur", die in de "visie" van de LLTB bereikt wordt, is ook verwaarloosbaar. Het resultaat zal zijn, dat het in Limburg nog steeds zal stinken rondom de stallen van veehouders. De reductie die (over derttien jaar) beoogt wordt, bedraagt 10 odeur, 4 minder dan nu toegelaten wordt. Maar vaststaat, dat een dergelijke hoeveelheid stank nog altijd tot aanzienlijke overlast leit. Ernstige geurhinder kan al ontstaan boven 5 odeur. Ook accepteert de LLTB tot 2030 nog altijd een hogere achtergrondbelasting dan 10 odeur. De optelsom van alle stank uit veehouderijen samen hoeft wat de LLTB betreft in 2030 slechts met de helft te zijn afgenomen ten opzichte van 2017. Bij geur - zo is inmiddels gebleken - blijken de zogenaamde "best Beschikbare Technieken" beperkt werkzaam. De luchtwassers waarover gesproken wordt, staan op dit moment bovendien ter discussie.

De "visie" die nu naar buiten wordt gebracht past precies in de taktiek die LLTB en consorte steeds toepassen, meent Paul Geurts. Die stelt dat de LLTB bij kritiek op de situatie in de IV eerst probeert de kritikasters als ondeskundig neer te zetten, vervolgens bagatelliseert ze de problemen en als daarmee de maatschappelijke druk niet verdwijnt probeert ze de overheid te paaien om geen of minimale maatregelen te nemen. Daarbij doet ze steevast een beroep op het zogenaamd grote econmische belang van de sector voor Nederland. Lukt dat op een gegeven moment ook niet meer, dan probeert ze samen met de overheid afspraken te maken die er op gericht zijn, de groei in de sector te handhaven en er voor zorg te dragen dat de maatregelen zo weinig mogelijk impact hebben. De notitie die de LLTB nu naar voren brengt, moet geplaatst worden in dat onderdeel van de taktiek. En als die niet lukt - zoals in Brabant op een gegeven moment is gebeurt - omdat het CDA buiten het provinciebestuur is gehouden - dan worden alsnog getroffen maatregelen die hout snijden omschreven als draconisch en als een grote ramp voor de sector. "Op zich kun je - vanuit het belang van het merendeel van de huidige (grote) veeboeren - zo'n taktiek nog wel billijken", zo stelt Paul Geurts, "maar we hebben het hier wél over de gezondheid van mensen! Dan marchandeer je niet op de wijze waarop de sector dat steeds weer doet. Je ziet hetzelfde bij de problemen die veroorzaakt worden door de MRSA (bacteriën die recistent zijn tegen antibiotica). Ook daar werden de problemen gebagatelliseerd en moest de overheid - onder druk van actievoerders - er aan te pas komen om maatregelen te nemen. Die maatregelen hebben als resultaat gehad dat het gebruik van antibiotica in de intensieve veehouderij (met name bedoeld om de dieren sneller te laten groeien, met meer winst als gevolg) deels is teruggedrongen. De sector klopt zich nu op de borst over dat feit. Maar zij vergeet er bij te zeggen dat die reductie een reductie betreft op een heel grote omvang en we mogen constateren dat er nog steeds veel te veel antibiotica gebruikt wordt in de sector. Met alle gezondheidsbedreigende effecten voor de mens als gevolg".

In het verhaal in Dagblad de Limburger zegt de LLTB te verwachten dat milieu- en dierenwelzijnsorganisaties wel blij zullen zijn met haar voorstellen. Maar, zo stelt de LLTB, er zullen altijd wel fanatici zijn, die deze voorstellen afwijzen. Ook hier is volgens Paul Geurts de taktiek duidelijk: bij de toekomstige discussie om de problemen aan te pakken, zal getamboereerd worden op de goede bedoelingen van de sector en de onredelijkheid van de mensen die strijden voor een gezonde en leefbare omgeving. Kortom: ook op dat vlak zijn de dijken opgeworpen en zal de beloofde transparantie en het overleg met organisaties zich beperken tot die organen, die de LLTB als haar vrienden beschouwd.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel