Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Op 25 september 2019 heeft de commissie Remkes haar rapport gepresenteerd over de stikstofproblematiek, die is ontstaan als gevolg van de uitspraak van de raad van State over de toepassing van de PAS (lees hier het artikel over Wim van Opbergen, die al jaren strijdt voor vermindering van de uitstoot van stikstof). De commissie geeft meerdere aanbevelingen hoe stikstofuitstoot kan worden beperkt. Lees hier het rapport van de commissie Remkes.

In het rapport worden in de eerste plaats per sector verschillende aanbevelingen gegeven waar op korte termijn winst kan worden behaald. Heel concreet is de commissie als het aankomt op de landbouwsector en de transportsector. Voor de veehouderij wordt geadviseerd tot verwerving of sanering van agrarische bedrijven met relatief hoge emissies of verouderde systemen in en nabij Natura 2000 gebieden. Een generieke maatregels heeft geen voorkeur, maar locatiespecifiek dient gekeken te worden bij welke bedrijven het grootste effect bereikt kan worden.

Op het gebied van mobiliteit adviseert de commissie een snelheidsverlaging door te voeren op rijks- en provinciale wegen. Over alle overige sectoren beveelt de commissie aan om beter gebruik te maken van innovatieve technieken. Zo adviseert zij dat in de bouwsector meer op modulaire, energieneutrale en natuur-inclusieve wijze gebouwd dient te worden. Een redelijk open deur en de commissie tempert dan ook de verwachtingen dat dit advies de vergunningverlening op korte termijn weer volledig vlot zal trekken. Vandaar de titel: "Niet alles kan".

De commissie beveelt voor de korte termijn aan om een gebiedsgerichte maatregelen te nemen: het reduceren van emissies en deposities, waarbij alle sectoren op evenwichtige wijze dienen bij te dragen. Deze noodmaatregelen zijn nodig voor alle stikstofgevoelige Natura-2000 gebieden. Emissiereductie moet aantoonbaar zijn bereikt en geborgd en handhaafbaar zijn, dan kan er pas weer naar nieuwe ontwikkelingen gekeken worden. De reductie kan volgens de commissie niet volledig ingezet worden om knelpunten op te lossen. Hoe dient die ruimte dan wel te worden benut? Ten eerste geeft de commissie een aantal aanbeveling om een gedeelte van de ontstane ruimte direct af te romen in het licht van de behoud- en herstelopgave voor Natura-2000 gebieden.

De commissie merkt op dat in verband met de behoud- en herstelopgave ook de wijziging of intrekking van bestaande vergunningen worden genoemd. Daarbij komt wel dat een dergelijke verstrekkende maatregel ten aanzien van individuele bedrijven alleen aan de orde kan zijn indien wordt aangetoond dat intrekking of wijziging van de toestemming voor deze specifieke activiteit de enige passende maatregel is om verslechtering of significante verstoringen te voorkomen, ofwel indien een dergelijke maatregel onderdeel uitmaakt van generiek beleid voor een gebied of sector. Op basis van de PAS verleende vergunningen kunnen wat betreft de commissie worden ingetrokken indien hier niet binnen twee jaar gebruik van is gemaakt. Dit geldt ook voor onbenutte ruimte bij activiteiten die onder het PAS waren vrijgesteld van de vergunningplicht, maar nu alsnog een natuurvergunning behoeven. Een tussenoplossing is volgens de commissie het afromen van niet-benutte vergunningsruimte.

Ondanks dat de commissie geen pasklare oplossingen biedt is haar boodschap helder: het wordt tijd voor echte maatregelen die de stikstofdepositie terugbrengen en op die manier voldoende ruimte creëren om de nodige ontwikkelingen mogelijk te maken. Wellicht dwingt dit partijen om meer met elkaar samen te werken, waar dat nu te weinig gebeurt. De agrariër boert, de ontwikkelaar bouwt. Toch lijken ze elkaar in de toekomst steeds meer nodig te hebben, want de behoefte naar woningen en vlees zal er niet minder op worden. Het is wachten op de eerste projectontwikkelaar die de stikstoffilters van de naburige agrariër bekostigt om zijn woningbouwplan mogelijk te maken.

Op 17 oktober a.s. staat een Kamerdebat over de stikstofproblematiek gepland. De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft inmiddels met een Kamerbrief gereageerd op het rapport van de commissie Remkes. In haar reactie schrijft de minister aan de kamer dat er op zoek moet worden gegaan naar een nieuwe balans in Nederland, waarbij een gebiedsgerichte aanpak voorop staat. De regering wil een aantal zaken oppakken: investeren in direct natuurherstel, inzetten op een drempelwaarde voor stikstofdepositie zodat het proces voor het verlenen van toestemming voor (kleine) activiteiten en projecten weer in gang kan worden gezet, toestemmingverlening op gang brengen via intern salderen en extern salderen onder voorwaarden. Verder stelt de regering ook financiële en juridische middelen beschikbaar en worden bronmaatregelen genomen waar deze (gebiedsgericht) effect hebben, onder meer door sanering van boerenbedrijven bij natuurgebieden, investeringen in innovaties voor boeren die willen blijven en gerichte snelheidsverlagingen.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel