Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Op 7 februari 2020 heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Carola Schouten, de Kamer geïnformeerd over de voortgang betreffende de stikstofmaatregelen. Na de eerder al aangekondigde snelheidsverlaging voor het verkeer richten de komende maatregelen zich op de landbouw. Werkgroep Behoud de Peel reageert op die maatregelen met een brief.

In de Kamerbrief staat dat (bron)maatregelen in alle sectoren nodig zijn. In het voorjaar zal de Kamer daarover nader geïnformeerd worden. Dan zal het kabinet ook een streefwaarde voor de reductie van stikstofemissie en -depositie in 2030 vaststellen. In het voorjaar wordt er ook meer bekend gemaakt over de natuurherstelmaatregelen. De maatregelen die op zeven februari zijn afgekondigd, zijn de volgende:
- Er komt nu € 350 miljoen beschikbaar vanuit het Rijk voor gerichte opkoop van veehouderijen, voor boeren die dat zelf willen en als onderdeel van het gebiedsproces.
- Er is € 172 miljoen beschikbaar voor innovatie en brongerichte verduurzaming van stallen.
- Er komt een fonds voor boeren die willen omschakelen naar kringlooplandbouw.
- Extensivering van veehouderijbedrijven rondom natuurgebieden wordt gefaciliteerd.
- Er komen coaches om boeren te helpen met stikstof reducerende maatregelen en/of te begeleiden naar innovatie- en uitkoopregelingen.
- Er komt een netwerk van proefbedrijven in de melkveehouderij voor onderzoek om uitstoot van methaan en ammoniak te verminderen.
- Er wordt bekeken hoe ongecontroleerde opkoop van veehouderijbedrijven kan worden voorkomen. Afspraken daarover zijn randvoorwaardelijk om extern salderen met veehouderijbedrijven open te stellen.
- Het is de inzet dat (duurzame) projecten met een tijdelijke depositie van stikstof gebruik kunnen maken van het instrument 'verleasen'.
- Beweiden en bemesten wordt niet vergunningplichtig gemaakt.

De bijdrage van de landbouw aan de stikstofproblematiek kan volgens de minister niet los worden gezien van de opgaven op het gebied van klimaat, luchtkwaliteit, gezondheid, bodem- en waterkwaliteit, biodiversiteit en dierenwelzijn. Die integrale aanpak is volgens de Kamerbrief al ingezet op basis van de visie van het kabinet naar kringlooplandbouw. De aanpassing van stallen levert volgens de minister een forse bijdrage aan emissiereductie. Ook kan volgens haar verplaatsen naar een locatie verder weg van een natuurgebied een zinvolle oplossing zijn.

Reactie van Werkgroep Behoud de Peel
Een 'streefwaarde' - zoals die minister formuleert - is volgens de Werkgroep Behoud de Peel niet voldoende! In het voorjaar zal volgens de Kamerbrief die 'streefwaarde' voor de reductie in 2030 vastgesteld worden. "Dat is mooi", aldus Werkgroep Behoud de Peel, "maar we hopen dat de minister beseft dat dat niet voldoende is. Volgens de uitspraak van de Raad van State op onze PAS-beroepen is het immers zo dat bij een programma het effect van de maatregelen al van tevoren vast dient te staan. Enkel het streven naar een bepaalde reductie is niet genoeg".

De Werkgroep schreef een vergelijkbare boodschap als reactie op het Limburgs Aanvalsplan Stikstof: "Een echte reductietaakstelling zou zijn een gegarandeerde halvering van de emissie van alle sectoren binnen 10 jaar". Ook herhaalt de Werkgroep weer eens dat een programma geen maatregelen mag bevatten die so wie so al verplicht zijn. Het beetje reductie dat met de aangekondigde maatregelen kan worden bereikt, is naar alle waarschijnlijkheid al hard nodig om te voorkomen dat de Habitats in onder andere de Peel verslechteren. Vergunningverlening voor toenames is dan nog niet mogelijk.

Te veel hoop op de techniek en geen regionaal dier-stand-still
Net als uit het Limburgse stikstofplan, blijkt ook uit de Kamerbrief dat veel kans gezien wordt in technische oplossingen. De reactie van de Werkgroep: "Dat is ijdele hoop. De eerste jaren is er met emissiearme technieken weliswaar reductie bereikt, maar die reductie is de afgelopen jaren gestagneerd. En zelfs al zou de emissie met technieken nog wat verder kunnen worden verminderd; het enorme mestoverschot wordt er dan niet minder op". Bovendien stelt de Werkgroep: "Alweer lezen we niets over hoe voorkomen kan worden dat het effect van de (technische) maatregelen (deels) tenietgedaan wordt doordat in de regio het aantal dieren weer toeneemt. Nog steeds wordt er met geen woord gerept over een in te stellen dier-stand-still per regio! We vragen ons ook af hoe de inzet op extra technieken in de gangbare landbouw te rijmen valt met het gestelde streven naar een integrale aanpak en de omschakeling naar kringlooplandbouw".

Met het opkopen/verplaatsen van enkele bedrijven wordt het probleem niet opgelost
De Werkgroep verbaast zich er dan ook over hoe er nu alweer gesteld kan worden dat het verplaatsen van bedrijven naar een locatie verder weg van een natuurgebied een zinvolle oplossing kan zijn. De Werkgroep heeft al vaker aangehaald dat ruim 60% van de ammoniak een afstand af legt van meer dan 10 km voordat het gedeponeerd is en dat zo'n 40% zelfs verder gaat dan 100 km (en dat NOx zich nog veel verder verspreidt)?

Werkgroep Behoud de Peel stelt - zoals ze al vaker gedaan heeft - dat het probleem alleen echt aangepakt kan worden door regionaal en landelijk (plus ook in het buitenland) op alle bronnen fors te reduceren. Met een bedrag van 350 miljoen voor het op vrijwillige basis aankopen/verplaatsen van bedrijven nabij natuurgebieden gaat dat niet lukken! En ook hier weer: hoe draagt dat verplaatsen bij aan de gestelde integrale aanpak en aan de transitie naar kringlooplandbouw?

Extensivering alleen rondom de natuur?
Hoe dat verplaatsen bijdraagt aan de gestelde integrale aanpak en aan de transitie naar kringlooplandbouw vraagt de Werkgroep zich ook af bij de aangekondigde facilitering van de extensivering van veehouderijbedrijven rondom natuurgebieden. "Is het voor kringlooplandbouw voldoende om die extensivering alleen daar te laten plaatsvinden?" De Werkgroep heeft grote twijfels ten aanzien van die extensivering ook bij het volgende: de minister gaat kijken naar de mogelijkheden om daarvoor gronden van onder andere Staatsbosbeheer in te zetten. Er wordt dan wel als voorwaarde bij gesteld dat dit niet ten koste mag gaan van bestaande natuur of natuurherstel, maar hoe wordt dat gegarandeerd? En hoe valt dit streven van de minister te rijmen met de beloofde natuurherstelmaatregelen? Bij de Peel (en vele andere natuurgebieden) is het zo dat er juist veel te weinig nieuwe natuur is begrensd om de natuurwaarden voldoende te kunnen beschermen en ontwikkelen, met name als het gaat om de waterhuishouding. Moet die toch al te kleine oppervlakte nieuwe natuur dan ook nog gebruikt worden om landbouw op te bedrijven?

'Verleasen' van stikstof?
Tot slot reageert de Werkgroep op het mogelijk willen maken van het 'verleasen' van stikstof. In de Kamerbrief staat dat een ondernemer een deel van zijn niet benutte stikstofruimte in zijn vergunning op tijdelijke basis beschikbaar kan stellen aan een andere initiatiefnemer, voor tijdelijke activiteiten waarbij stikstof vrijkomt. Concreet zou dat bijvoorbeeld betekenen dat een veehouder afspreekt dat hij een deel van een stal tijdelijk niet gebruikt, zodat er ergens windmolens kunnen worden geplaatst, waarbij de emissie alleen tijdens de bouw plaatsvindt. Werkgroep Behoud de Peel vraagt zich af hoe het te controleren/handhaven valt dat die veehouder dat staldeel dan inderdaad tijdelijk niet gebruikt. Ook dient dat staldeel dan ook nog eens zo aangepast te worden dat er vanuit dat deel van de mestkelder geen emissie meer kan plaatsvinden. Bovendien zal het waarschijnlijk vaak zo zijn dat het deel van de inrichting in de praktijk toch al niet gebruikt werd, zodat er met dit 'verleasen' gewoon sprake zal zijn van emissietoenames. Het mogelijk maken van duurzame projecten (zoals bijvoorbeeld windmolens) die alleen een tijdelijke emissie hebben, mag van de Werkgroep ook zonder zo'n 'verlease'-constructie. Voor andere zaken is het volgens de Werkgroep niet gewenst om het op die manier te regelen

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel