Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

De huidige trends in het gebruik van fossiele brandstoffen en van inefficiënt landgebruik voor de landbouw leiden op termijn wereldwijd tot grote problemen op het gebied van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. Betaalbare oplossingen om een mondiale milieucrisis te voorkomen zijn echter voorhanden. De grote uitdaging ligt vooral in het creëren van de juiste bestuurlijke en institutionele voorwaarden voor een meer duurzame economie. Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in het rapport ‘Growing within Limits’, dat vandaag verschijnt. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) modelleert in het rapport de problemen die de wereld tot 2050 te wachten staan. Volgens het onderzoek, Growing within Limits, moeten energie- en voedselvoorziening veel efficiënter worden.

Met de verkenning sluit het PBL aan bij de conclusies van de Club van Rome in ‘The Limits to Growth’ uit 1972, dat ongewijzigd beleid halverwege de eenentwintigste eeuw tot grootschalige milieuproblemen zal leiden. Het PBL constateert dat de hoofdboodschappen van dat rapport nog steeds gelden; wel laat betere kennis op sommige onderdelen nu een ander beeld zien. Op 26 en 27 oktober viert de Club van Rome zijn 40-jarig bestaan.

Opgaven zijn aanzienlijk maar technisch te realiseren
Cruciale opgaven om de grootste mondiale milieuproblemen te voorkomen, zijn het beperken van de temperatuurstijging en het stoppen van het biodiversiteitsverlies. Bij ongewijzigd beleid zal de gemiddelde temperatuur op aarde in 2100 naar verwachting met zo’n 4 °C zijn gestegen, en zal de biodiversiteit in 2050 met zo’n 40% zijn afgenomen. Om de temperatuurstijging te beperken tot 2 °C is het noodzakelijk de broeikasgasemissies wereldwijd met ongeveer 50% terug te brengen; voor rijke landen kan het hier gaan om een reductie van 80 à 90%. Verlies van biodiversiteit wordt met name veroorzaakt door toenemend landgebruik voor de landbouw.

Het is mogelijk deze doelstellingen met grotendeels bestaande technische mogelijkheden te realiseren, zo stelt het PBL. Belangrijke maatregelen voor het beperken van de temperatuurstijging zijn bijvoorbeeld efficiënter gebruik van energie, meer gebruik van hernieuwbare energie en de introductie van centrales die de CO2-uitstoot afvangen. Voor de landbouwsector gaat het erom de landbouwproductiviteit te verhogen, de verliezen in de voedselketen terug te dringen en de vleesconsumptie te beperken.

De beschikbare technologie is betaalbaar
Om de doelstellingen te realiseren is in de komende decennia naar verwachting 1000 tot 2000 miljard euro per jaar nodig; dit komt overeen met ongeveer 2% van het wereld-BNP. De macro-economische gevolgen van een dergelijke investering lijken niet bijzonder groot. Een integrale aanpak van milieuthema’s, bijvoorbeeld door koppeling met luchtbeleid of door herbebossingsactiviteiten, kan bovendien leiden tot aanzienlijk lagere kosten.

De uitdaging: keuze voor een meer duurzame samenleving
De technische en economische mogelijkheden om de klimaat- en milieucrisis tegen te gaan zijn beschikbaar. Maar de huidige mondiale politieke inspanningen voor de aanpak van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies schieten tekort om de hierboven beschreven doelen te halen. De grote uitdaging ligt daarom vooral in de maatschappelijke keuze voor een meer duurzame samenleving en het creëren van de juiste bestuurlijke en institutionele condities daarvoor. Effectief beleid vraagt om lange termijndoelen en strikte regelgeving om deze doelen te bereiken. De huidige economische crisis kan een stimulans zijn om de werkelijke politieke betrokkenheid te creëren die nodig is om zo’n transitie naar een ‘groene economie’ te realiseren.

Minder rundvlees eten
De wereldbevolking moet veel minder rundvlees gaan eten om de grote mondiale problemen te lijf te gaan, omdat vleesconsumptie tot honger, verlies aan biodiversiteit en klimaatverandering leidt. Dat is één van de conclusies van een rapport. De vleesconsumptie legt een groot beslag op de wereldwijde landbouwgronden. Zo’n 80 procent daarvan wordt gebruikt om slechts 15 procent van de calorieën in ons voedsel te produceren. Vooral runderen zijn relatief inefficiënte voedselfabrieken.

Een overstap op een dieet bestaande uit dagelijks 10 gram rundvlees, 10 gram varkensvlees, 47 gram kippenvlees en eieren en 23 gram vis zou de noodzaak aan landbouwgronden kunnen halveren.

Ook zou dit dieet 20 tot 30 procent van de benodigde broeikasgasreducties opleveren om de opwarming van de aarde te beperken tot 2 graden. Het is voor het eerst dat deze schattingen tot een beleidsaanbeveling leiden.

Dat de (rijke) mens niet ontkomt aan gedragsveranderingen om de aarde leefbaar te houden, zegt ook VN-klimaatonderhandelaar Yvo de Boer. ‘Je moet fundamentele vragen stellen over onze consumptie.’

(Bron: Planbureau voor de Leefomgeving - PBL)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel