Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

De natuur...
Een oud-directeur van Natuurmonumenten heeft onlangs enige ophef veroorzaakt door boude uitspraken over Natura 2000. Hij vindt dat het Europabrede beleid om flora en fauna te beschermen, te ver is doorgeschoten.

Daarin heeft hij inhoudelijk gezien geen gelijk. Die gebieden worden in de eerste plaats niet ‘op slot’ gezet. De aanwijzing betekent wel dat er beperkingen gaan gelden, bijvoorbeeld op het vlak van geluidhinder of ammoniakuitstoot, maar dat is wat anders dan het verbieden van bijvoorbeeld recreatie- of landbouwactiviteiten.

Het gaat ook niet om een buitensporig groot terrein. Nederland heeft 162 gebieden aangewezen (21 in Fryslân) die beheerd gaan worden volgens de Vogel- en/of Habitatrichtlijnen (die twee Europese wetten vormen samen het Natura 2000-stelsel). Dat komt neer op zo’n 8 procent van het grondoppervlak; ver beneden het Europese gemiddelde van 18 procent.

Er is evenmin sprake van een beleid dat er snel wordt doorgedrukt. Provincies en gemeenten hebben ruim de gelegenheid gehad om hun zegje te doen over de vertaling van het beleid en over knelpunten. De minister gaat daar serieus mee om en heeft waar dat kan suggesties tot verandering overgenomen. Zo waren de Grutte Wielen bij Leeuwarden aangewezen als Natura 2000-gebied, maar na protest van de provincie worden ze dat níét. Het behouden van blauwgras zou de belangen van boeren te veel schaden. Het inhoudelijke natuurdoel van dat gebied (blauwgras) wordt nu elders in de provincie geparkeerd. Zo flexibel gaat het misschien niet overal, maar dat het proces er blind doorgejast wordt, kan niemand beweren. De Tweede Kamer heeft er zich juist al over beklaagd dat de minister nogal traag opereert.

Het Natura 2000-project is dus geen doorgeschoten beleid. Het is wel een groots en ingrijpend project - maar dat is ook niet voor niets. De biodiversiteit in Europa neemt af, hier en daar hardhollend. De huidige kwaliteit van het Natura 2000-areaal is nog lang niet goed genoeg. De helft wordt omschreven als een ‘matig gunstig’ leefgebied en 30 procent als ‘zeer ongunstig’ voor de planten en dieren die er leven.

...en de keukentafel
Maar al is Natura 2000 niet doorgeschoten, er is wel wat mee aan de hand. Dat is de onbekendheid met inhoud, noodzaak en doel. Veel Europeanen kunnen niet eens zeggen wat ‘biodiversiteit’ betekent. Ook het gewonere ‘soortenrijkdom’ is een moeilijk begrip. Want wat betekent dat werkelijk, als je overal om je heen zo veel planten en dieren ziet? En hoe erg is het voor de mens en de wereld dat er, zeg, niet zestig soorten torretjes zijn maar slechts dertig? Wie bepaalt hoe veel exemplaren van welke soort waar moeten leven om te kunnen spreken van een gezond ecosysteem? Soorten komen, soorten gaan: wat dan nog? Zonder ook maar de geringste kennis van dit soort basale vragen, die de overheid vaak overslaat bij het uitdragen van beleid, en die de media ook te vaak als vanzelfsprekend veronderstellen, wordt het belang van diversiteit in de natuur nooit onderwerp van de dagelijkse gesprekjes aan de keukentafel. Terwijl biodiversiteit een van de belangrijkste voorwaarden is voor duurzame vruchtbaarheid van de aarde. En dus voor de voedselvoorziening.

Het probleem van Natura 2000 is dus de vertaling en de uitleg ervan. Nederland is op dat gebied zeer onhandig. Vorig najaar leverde die onhandige non-communicatie zelfs een wetenschappelijke promotie op: zo duidelijk viel die aan te tonen - met alle schadelijke effecten van dien. In Nederland wordt veel minder dan in het buitenland tekst en uitleg gegeven over wat soortenrijkdom eigenlijk betekent voor het in stand houden van een gezonde kringloop. En ook zitten partijen hier minder om tafel met elkaar dan elders gebeurt. Terwijl dat echt nodig is. Mensen die in de buurt van trilveen wonen, moeten weten hoe bijzonder die natuurvariant is voor heel Europa. En om te weten waarom en voor welke planten het belangrijk is dat dit trilveen in goede conditie blijft. En om te weten waarom het slecht voor de aarde en de mens zou zijn als dat trilveen compleet met bijbehorende planten en dieren er niet meer zou zijn. Zonder open discussies over de vraag waarom die flora en fauna beschermd moeten worden en in dat specifieke gebied dus boven menselijke belangen worden gesteld, loopt het met de natuurbescherming inderdaad uit de hand. Niet vanwege de bescherming zelf, maar vanwege de polarisatie en weerstand die het beleid dan met zich meebrengt. Dan ontstaat er nooit een groep mensen die trots werkt aan een bloeiende streekeigen natuur - die kan leiden tot meer welbevinden in en aantrekkingskracht van die streek.

(Bron: Friesch Dagblad, 2010)

----------------------------------------------------------------

Aan de natuur mag je best geld verdienen
Dat de publieke discussie over bescherming en beheer van natuur en in het bijzonder over het Europese natuurnetwerk Natura 2000 en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) juist nu is losgebarsten, is geen toeval. Er komen verkiezingen aan. Een nieuw kabinet staat voor ingrijpende bezuinigingen en die werpen hun schaduw vooruit. Maar bovenal dringt zich de conclusie op, dat het Natura 2000-beleid simpelweg is vastgelopen. Frans Evers, oud-directeur van Natuurmonumenten, zei eerder deze maand in Trouw dat er te veel regels zijn rond Natura 2000 – in Nederland een netwerk van 162 beschermde natuurgebieden.

Hoopvol, maar tegelijk opmerkelijk, zijn de uitlatingen van demissionair minister Gerda Verburg. Zij meent dat het natuurbeleid doorgeschoten is. De minister ziet nu een pact als oplossing: boeren, natuurbeschermers en vertegenwoordigers van de recreatiesector moeten de handen ineen slaan.

In een onlangs verschenen rapport hekelt een werkgroep van ambtenaren van diverse departementen de volstrekt uit de hand gelopen ecologische, technocratische en dogmatische benadering van het natuurbeleid. De natuurwetgeving zelf maakt het bovendien tegenstanders van talloze plannen gemakkelijk om achterover te leunen. Zij krijgen hun ’gelijk’ toch wel bij de rechter. Het gevolg is stagnatie en afnemend draagvlak bij delen van de bevolking voor bescherming van onze natuur.

Natuur kan boeren en samenleving juist kansen en voordeel bieden. Ze kan alleen duurzaam worden beheerd en beschermd als ondernemers ruimte krijgen voor bedrijfsontwikkeling. Dat betekent weg uit het beklemmende wereldje van technische regels, bureaucratie, rigoureuze voorschiften en juristerij. De trendbreuk, die zich nu aftekent, moet goed worden benut.

Het pact waar Verburg voor pleit is nog niet dé oplossing. Er is cultuurverandering nodig. De belangrijkste ingrediënten zijn: gelijkwaardigheid en samenwerking tussen ondernemers- en natuurorganisaties, ambities die passen bij de beschikbare middelen en mogelijkheden. En betere natuurwetgeving. Een nieuwe strategie moet zich kenmerken door meer praktijkgericht en meer oog voor economische dynamiek.

Noem het ’economiseren van het natuur’, want dat is vooral in de EHS hard nodig. Dat betekent: natuurbeheer door boeren, slimme koppelingen met recreatie en woningbouw en soortgelijke private geldstromen. Het is niet erg om met natuur geld te verdienen. Meer economie in natuurbeleid vraagt om een weerslag in heldere, betere natuurwetgeving waarbij bescherming van natuur door het stimuleren van ontwikkeling centraal staat. Alleen bij bedrijfsontwikkeling zal ook echt geïnvesteerd worden in natuur en duurzaamheid door bijvoorbeeld de bouw van emissiearme stallen.

Boeren hebben meer in hun mars dan menigeen denkt en vormen het stille vermogen van natuur en landschap. Er valt veel te winnen als de boeren een grotere rol krijgen bij de aanleg en het beheer van natuur, ook in samenwerking met de bestaande natuurorganisaties. Die aanpak kent vooral winnaars.

Boeren hebben heel goed door dat markt en maatschappij de piketpalen zijn voor hun toekomst. Vernieuwing en duurzaamheid zijn sleutelwoorden tegen het decor van een Europees landbouwbeleid, dat zich na 2013 meer gaat richten op groene en blauwe diensten. Denk hierbij aan het behoud van cultuurlandschap, tijdelijke waterberging en het behoud van biodiversiteit.

De oproep van Verburg te komen tot een pact legt een zware verantwoordelijkheid op de schouders van betrokkenen. Een uitdaging, want het is heel lastig om los te komen van de taaie bureaucratie, juristerij en ambtelijke voorkeuren die besloten liggen in het ’oude natuurbeleid’.

(Bron: Trouw, 2010)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel