Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Er mogen geen varkens of kippen meer bij in Noord-Brabant, Overijssel en de andere reconstructieprovincies. Met deze beslissing, vrijdag met onmiddellijke ingang van kracht geworden, repareert landbouwminister Verburg de gevolgen van een omstreden besluit met een onduidelijke aanleiding.
De rapen waren gaar, in mei 2005. Noord-Brabant had juist, als laatste van de vijf reconstructieprovincies, een provinciaal reconstructieplan vastgesteld. Nog geen paar weken nadat de Staten hierover hadden besloten, werd in de Tweede Kamer opeens aangekoerst op een wetswijziging die hier dwars doorheen fietste. De provincies waren met stomheid geslagen.

Onder aanvoering van CDA’er Ger Koopmans drong de Kamer in mei 2005 aan op afschaffing van de zogeheten compartimentering van de dierrechten. Nederland was op dat moment ingedeeld in drie compartimenten: Zuid (Noord-Brabant, Limburg), Oost (Gelderland, Overijssel, een klein stukje Utrecht) en de rest van Nederland. Op grond van de Meststoffenwet mochten varkens- en pluimveerechten niet worden verplaatst naar de concentratiegebieden Zuid en Oost, of tussen deze gebieden onderling.

Koopmans stelde voor om deze beperking uit de wet te schrappen. Het voorstel van Koopmans leidde bij de provincies tot veel beroering. Er ging een brief naar de Tweede Kamer waarin expliciet werd benoemd dat opheffing van de compartimentering het bereiken van de doelstellingen uit de Reconstructiewet zou bemoeilijken. De provincies waren druk doende om veehouderijen bij natuurgebieden en woonbebouwing allerlei beperkingen op te leggen en zelfs te verplaatsen.

Dit moeizame en ingrijpende proces was, na ellenlange inspraakprocedures en verhitte politieke debatten, nog niet eens goed op gang gekomen. Het frustreerde de decentrale overheden dat de Kamer uitgerekend op dat moment wilde toestaan dat rechten voor het houden van varkens en pluimvee via de spreekwoordelijke achterdeur vrijelijk zouden mogen worden geïmporteerd. De Kamer luisterde niet. De provincies verwonderden zich over de argumentatie.

Het parlement wilde ‘meer ruimte voor bedrijfsontwikkeling’ en ‘een eind aan de prijsverschillen tussen dierrechten in de verschillende compartimenten’. Als provincies wilden sturen bij uitbreiding of nieuwvestiging, moest dat maar ‘via de geëigende ruimtelijke ordeningsinstrumenten’, vond de Kamer. De provincies bleven in verbijstering achter: welk doel was hiermee nu werkelijk gediend? De discussie over de compartimentering was, in hun beleving, als uit het niets op tafel gekomen en doorkruiste nu op een lelijke manier het in de Reconstructiewet vastgelegde, inmiddels in provinciale plannen vertaalde beleid.

Uiteindelijk werd enig uitstel verleend, maar per 1 januari 2008 werd de compartimentering dan toch afgeschaft. Een geslaagde operatie, concludeerde Koopmans in maart vorig jaar in Binnenlands Bestuur, want ‘een roze invasie bleef uit’. Het CDA-Kamerlid was te voorbarig. Exact een jaar later bleek de varkensstapel in Brabant met 6 procent te zijn gegroeid tot 5,5 miljoen.

Nieuwe brieven van Brabant, Gelderland en Overijssel, alsmede het Interprovinciaal Overleg, hadden ditmaal wel het gewenste effect: de compartimentering werd in ere hersteld, zelfs met onmiddellijke ingang. Als de Kamer in 2005 zou hebben geluisterd naar de provincies, had dit veel ergernis en kosten kunnen besparen. Om nog maar te zwijgen over de ongewenste groei van de varkensstapel in Brabant.

(Bron: Binnenlands Bestuur, Boudewijn Warbroek • 03.05.10)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel