Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Het bestempelen van voormalig agrarische woonhuizen tot plattelandswoningen is een slecht plan. Recente dierziektencrises tonen aan dat een ruimtelijke scheiding tussen burger en veehouderij noodzakelijk is om de verspreiding van zoönosen in te dammen.

Volgens advocaat Paul Bodden van Hekkelman Advocaten & Notarissen is het bewaken van een zekere afstand in de bestrijding van Q-koorts een belangrijk instrument geweest. De Raad van State heeft dat eerder dit jaar ook bevestigd door een bestemmingsplan te schorsen waarin een geitenhouderij te dicht op woonhuizen was ingetekend.

De plattelandswoning is een vondst van oud-Kamerlid Ruud van Heugten (CDA). Hij wil hiermee voorkomen dat burgers die in voormalige agrarische bedrijfspanden wonen bedrijven in de omgeving in hun ontwikkeling beperken. Een meerderheid van de Kamer steunt dit plan.
Onverstandig, vindt Bodden. ”De nota lost alleen problemen op microniveau op”, zegt hij. ”In feite zeg je dat de burger in een voormalige agrarische bedrijfswoning geen bescherming meer geniet. De vraag is of je dat moet willen. Je verlaat daarmee een belangrijk principe in de ruimtelijke ordening, namelijk het fysiek scheiden van functies.”

De enige oplossing is volgens hem dat gemeenten handhavend optreden. Want hoewel bewoning van bedrijfspanden door burgers illegaal is, wordt dit vaak gedoogd. Het streng de hand houden aan het scheidingsprincipe is volgens Bodden in het belang van zowel burger als boer.

(Bron: Agrarisch Dagblad, 28-5-'10)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel