Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Kipfilet, goedkoper dan kattenvoer. Niet de consument is schuldig aan het belabberde dierenwelzijn, ook niet de boer. Wakker Dier richt haar pijlen op de supermarkt die met kiloknallers de boer dwingt concessies te doen aan het dierenwelzijn. Acties tegen de supermarkt hebben al vaker goed uitgepakt voor de boer, beweert dierenrechtenactivist Sjoerd van de Wouw. “Boeren kunnen ons dankbaar zijn.” En wie weet, kunnen boeren en activisten wel samen optrekken…

Samen met het Leger des Heils en de Bont voor Dieren deelt Wakker Dier een pand aan het Oosterpark in Amsterdam. Foto's van scharrelende varkens en kippen aan de muur. In alle rust turen vijf jonge werknemers naar beeldschermen, één steekt brieven in enveloppen.

Aan de grote lunchtafel zit de campagneleider van Wakker Dier: Sjoerd van de Wouw. Bij de sector staat hij bekend als de collega van de moordenaar van Pim Fortuijn. Samen voerden ze in de jaren 90 een felle juridische strijd tegen elke uitbreiding van de intensieve veehouderij in Nederland.

Natuurlijk baalt Van de Wouw ervan dat zijn naam aan die van Van der Graaf blijft kleven. Maar hij heeft er geen moment aan gedacht het activisme achter zich te laten. “Als ik daar rekening mee moet houden... Dat soort mensen is binnen elke beroepsgroep te vinden.” En hij verwijst naar de Canadese varkenshouder Robert Pickton die 49 moorden heeft bekend. “Als een varkensboer dat hoort, kiest hij toch ook niet voor een ander beroep?”

Geen terroristische club
Zo ferm zijn uitspraken, zo zorgvuldig zijn formuleringen. Hij oogt bescheiden, bijna timide. Nee, Wakker Dier is geen extremistische of zelfs terroristische club, zoals de agrarische sector hen graag afschildert. “Dierenwelzijn leeft breed bij de bevolking. Dat zijn geen extreme denkbeelden. En onze acties zijn ook niet radicaal. Wij voeren campagnes. Wij maken gebruik van ons recht op vrijheid van meningsuiting.”
De supermarkt maakt spotjes waarin ze hun producten aanprijzen, Wakker Dier maakt spotjes waarin ze die weer afprijzen, zo legt hij uit. “Wij zeggen gewoon wat er gebeurt. En dat is goed onderbouwd, want we moeten het ook juridisch hard kunnen maken.”
Juridische processen zijn regelmatig aan de orde. In 2006 dwong de rechter pluimveedierenarts Rowdy Plantema tot het betalen van een schadevergoeding van twee ton. Hij had Wakker Dier onterecht uitgemaakt voor terroristen. “Wij hebben nog elke rechtszaak gewonnen”, zegt Van de Wouw tevreden. En dat is ook logisch. “We zoeken de grenzen op, maar we overdrijven niet. Dat hoeft niet. De waarheid is erg genoeg.”

Sympathiek
‘Nu bij u in de supermarkt: kipfilet. Nog goedkoper dan kattenvoer! We hebben het zo ver laten komen dat kip vaak goedkoper is dan kattenvoer. Wat voor leven denk jij dat zo'n kip heeft gehad?’

Behalve de naam Wakker Dier zal het grootste deel van de radiospot bij veel boeren als muziek in de oren klinken. Muziek die zelfs de voorzitter van de NVV kan bekoren. Wyno Zwanenburg noemde de actie al 'sympathiek'.

Van de Wouw snapt dat. “De keten zit vast in de huidige situatie. Supermarkten verkopen vlees extreem goedkoop. Vlees is hun traffic builder. Kiloknallers hebben de functie om de consument binnen te lokken. De supermarkt hoeft er zelfs geen winst meer op te behalen. Dat gaat ten koste van de hele keten. En wie bungelt er onder aan de keten?” Die retorische vraag beantwoord hij zelf met: “Het dier.”

Boervriendelijk
De aversie van supermarkten vindt hij begrijpelijk; de vijandigheid vanuit de agrarische hoek veel minder. Die is volledig onterecht. “Wat veel boeren niet beseffen,” vertelt hij, “is dat veel acties gunstig werken voor de sector.”
Neem de legbatterij. Om pluimvee te laten scharrelen voerde Wakker Dier een felle strijd met de supermarkten. Het verweer van de pluimveesector was groot, maar volgens de redering van Van de Wouw zijn zij er alleen maar beter op geworden. “De Nederlandse sector moet van bulk naar meerwaarde. Dat zegt iedereen, ook minister Verburg, ook LTO. Het is dus een gunstige stap.”

En bovendien: Een gangbare pluimveehouder die overschakelt op scharrelkippen, kan nog maar de helft van het aantal dieren houden. Dat betekent dus dat er ruimte komt voor eens zoveel pluimveehouders.” Hij lijkt zichzelf te verbazen als hij zegt: “We zijn best boervriendelijk.”

Want dat geldt ook voor dat andere wapenfeit van Wakker Dier: het eind aan het onverdoofd castreren. De sector mag dan klagen dat het op een economische achterstand wordt gezet ten opzichte van producten uit het buitenland. Van de Wouw wijst er fijntjes op dat de sector in dat soort situaties juist van een voorsprong profiteert. “Wij hebben het voor elkaar gekregen dat Nederlandse varkenshouders een tijdje van een monopoliepositie mocht profiteren. Economisch is dat toch de ideale situatie.”
“Boeren kunnen ons dankbaar zijn.” Bestuurders van landbouworganisaties hebben hem dat persoonlijk laten weten. “Ze zeggen het tegen ons, maar niet tegen hun eigen achterban. Die begrijpen het niet. En kritiek leveren op Wakker Dier is veel makkelijker scoren.”

Het allerbeste
“De tijd is er rijp voor.” Tijdens het gesprek zegt hij het drie keer. “De tijd is er rijp voor dat de consument de kiloknaller met misstanden gaat associëren.” Voor kattenvoer is hij ook bereid diep in de buidel te tasten. Voor hun dier willen ze het allerbeste. “Maar de consument wil toch zeker ook het beste voor zichzelf en zijn kinderen?”

Het spotje met het kattenvoer is nog maar het begin. “Er komt nog veel meer”, waarschuwt hij. “We schieten niet met losse flodders.” De actie duurt tot het effect sorteert. Zoals dat ook ging met eerdere acties over het castreren van biggen en eieren uit de legbatterij. En het doel van deze actie is pas bereikt als er iets veranderd is. “In elk geval moet de consument een hogere prijs betalen. Ze moeten maar ergens anders mee stunten.”

En een hogere prijs is aan de consument best uit te leggen, meent Van de Wouw. “Voor 5 euro per kilo betaalt hij het hele dierenleven. De stal, het voer, de vaccins, de slachterij... En de hele keten maakt winst. Dan zijn de dieren het slachtoffer. En ook de boer. Die staat het dichtst bij het dier. We moeten uit die spiraal komen. De tijd is er rijp voor.”

Niet prijsbewust
Maar is dat wel zo? De crisis maakt de consument nog eens extra prijsbewust. Van de Wouw betwijfelt dat. “Weet je wat het best verkochte product is uit de stationskiosk? Een halve liter water voor 2 euro. Dat is tweeduizend keer de prijs van leidingwater.” De consument is helemaal niet prijsbewust, wil hij maar zeggen. “De supermarkt blijft benadrukken dat vlees goedkoop moet zijn. Maar kattenvoer blijft hij gewoon duur betalen.”

Hij herinnert aan de acties tegen de legbatterij. Al snel moest er kooi-ei op het doosje en ze verdwenen naar het onderste schap. Aanvankelijk vonden ze dat resultaat te weinig, maar het aandeel kooi-eieren daalde van 42 naar 18 procent. Hij laat zijn verontwaardiging amper merken wanneer hij zegt: “Mensen zijn dus niet eens bereid om zich te bukken!”
De strijd tegen een product als het batterijeieren of vlees van gecastreerde biggen is echter iets anders dan strijden voor een hogere prijs. Want komt een hogere prijs ook direct ten goede aan het dier?

“Niet één op één”, beseft Van de Wouw. “Maar wanneer de druk op de prijs hoog is, kan een boer moeilijk zijn nek uitsteken voor een beter welzijn.” En in zijn ogen werkt het ook andersom: moet een boer hogere kosten maken voor een beter dierenwelzijn, dan is dat heus wel terug te halen bij de consument. De consument is bij vlees gefocust op goedkoop, omdat hem dat door de supermarkt wordt ingepeperd, meent de activist.

Een dierenrechtenactivist die dezelfde strijd lijkt te strijden dan de boer. De strijd om een hogere prijs. De activist vindt het helemaal niet vreemd. “We zijn niet tegen boeren; we zijn voor dieren.” Wakker Dier richt zijn pijlen ook niet op de boer. Dieren gaan gebukt onder de economische realiteit. En het is de supermarkt die deze situatie in stand houdt.

Samenwerken
De primaire sector laat zich door de rest van de keten in het defensief drukken. “Ze denken hetzelfde belang te hebben als de slachterij, de voerfirma, zelfs de supermarkt. Maar dat is onzin.” Alleen de boer profiteert van een hogere uitbetalingsprijs. De boer en natuurlijk het dier. “Als wij strijden voor een beter leven voor het dier, via een hogere prijs, dan profiteert ook de boer daarvan.”

Samenwerken met boerenorganisaties sluit de dierenrechtenactivist dus niet uit. Wyno Zwanenburg, of een ander boegbeeld van de sector, zou best een spotje van Wakker Dier mogen inspreken. Maar, waarschuwt hij: “we zijn niet van het grote overleg en van grote samenwerkingsverbanden. Dat gaat ten koste van onze slagkracht.”

Wakker Dier is een flexibele actiegroep. “Gaat het om overleg, dan laten we dat liever over aan de Dierenbescherming. Die is daar veel sterker in. Zij lopen niet te hard van stapel, dat is onze rol.” Zo vullen Wakker Dier en de Dierenbescherming elkaar aan. “Alle twee hebben hun functie. Net als LTO en de NVV. Al kunnen wij beter met elkaar overweg…”

Hoofd consument en kwaliteit bij het CBL Marc Jansen: ‘Wakker Dier steekt de sector een mes in de rug’
“Als je de supermarkt neerzet als misdadiger dan kun je best in bed stappen met Wakker Dier.” Marc Jansen van het CBL noemt het een “gevaarlijke alliantie” tussen Wakker Dier en de sector. “Boeren moeten zich goed realiseren wie hun vriend is en wie hun vijand. Wakker Dier heeft bijzonder weinig op met varkenshouders, ze zijn uit op een einde aan de intensieve veehouderij.”

Over de supermarkt hoeft de boer niet te denken in termen van vrienden, “maar het is wel de economische partner waar ze op lange termijn aan verbonden zijn. Boeren hebben meer belang bij een partij in de keten dan bij een club die erop uit is de sector een mes in de rug te steken.”

Bovendien is 70 tot 80 procent bestemd voor de export. Met die positie moet de sector ook rekening houden, benadrukt Jansen. “Als een hogere prijs op het vlees al ten goede zou komen aan het welzijn, dan is dat marginaal.” En het is onzin om te zeggen dat consumenten niet prijsbewust zijn. Dat zijn ze per definitie wel. Het is een flauwekulargument om een gelegenheidscoalitie te faciliteren.”

Het verhaal dat boeren meer willen voor hun product is van alle tijden. “Maar het is wrang om te zeggen: ‘Pas als we meer krijgen, gaan we ons voor het dierenwelzijn inzetten.” Jansen wijst op de hoge eisen waar de Nederlandse sector aan moet voldoen. “Als een supermarkt een actie houdt met vlees, wil dat echt niet zeggen dat in die week de dieren mishandeld worden. Of supermarkten het vlees nu voor een dubbeltje of voor tien euro verkopen; boeren moeten aan die eisen voldoen.”

Henk Flipsen, directeur Nevedi: ‘De supermarkt moet zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen’.
Henk Flipsen signaleert een duidelijke koerswijziging bij Wakker Dier. “Die veranderde strategie kunnen wij alleen toejuichen.” Hij kent de organisatie als een club die zijn pijlen vooral richtte op de primaire sector. Hij noemt het een pluspunt dat de dierenrechtenorganisatie nu de consument aanspreekt. Hij dient een eerlijke prijs te betalen voor een gezond en diervriendelijk geproduceerd stuk vlees.
Flipsen ziet wel heil in een gezamenlijke campagne. “Als uit een analyse blijkt dat de consument best meer wil betalen – en ik geloof dat dat zo is – dan moeten we met de supermarkt afspraken maken. “De hele keten moet zich hieraan committeren. Dus óók de supermarkt.”

Hij kan zich goed voorstellen dat het voor retailers belemmerend is wanneer ze niet meer kunnen stunten. “Maar daar zullen ze echt mee moeten stoppen. Als blijkt dat de maatschappij dat wil, dan moeten ze een eerlijke prijs vragen.”
Evenals Wakker Dier voorziet ook Flipsen dat de supermarkt de zwakke schakel is in dit proces. “Als we binnen de keten duidelijke afspraken maken dat de kostprijs voor de boer vergoed wordt, dan kan het niet bestaan dat de supermarkt het vlees goedkoper uit het buitenland gaat halen. Daarmee valt het hele project. De supermarkt moet zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen.”

NOP-secretaris Alex Spieker: ‘Onder voorwaarden kunnen we best samen optrekken’
Van de Woud schetst volgens Alex Spieker een prachtige opvatting over de gunstige invloed van de acties van Wakker Dier op de pluimveesector. “Maar het is puur theoretisch en feitelijk ligt het anders.” De opkomst van de scharrelsector is niet hun succes, meent de NOP-secretaris. Het is het gevolg van een politiek besluit. In 2001 werd een Europees verbod op kooieieren in 2012 aangekondigd. “Dat was vooral in het belang van de supermarkten, omdat zij een grotere marge op scharreleieren konden maken.”

Voor de pluimveesector was het helemaal niet zo gunstig als Van de Wouw doet voorkomen, stelt hij. “Vanaf 2005 waren vooral de pluimveehouders met kooieieren spekkoper. Pas de laatste twee jaar maken scharrelhouders grotere winsten, maar het ziet er naar uit dat dat tijdelijk is.”

Spieker erkent het gezamenlijk belang als het gaat om de hogere uitbetalingsprijs. “Wij maken producten die tegemoetkomen aan maatschappelijke eisen. Als wij de consument kunnen bereiken met de boodschap dat daar een eerlijke prijs tegenover moet staan, dan sta ik wel open voor samenwerking met Wakker Dier.”
Maar niet zonder meer. “We moeten dan in de eerste plaats spreken over de toon die we aanslaan. Grote bedrijven als supermarkten zijn erg gevoelig voor hun campagnes, maar de manier waarop Wakker Dier totnogtoe campagne voert, is ronduit negatief voor de sector. De teneur van hun boodschappen brengt de gangbare sector altijd in diskrediet.”

NVV-voorzitter Wyno Zwanenburg: ‘Wakker Dier moet eerst haar excuses aanbieden’
De kersverse ZLTO-voorzitter Hans Huijbers pleitte vlak na zijn aantreden in Stal & Akker al voor samenwerking met ngo’s: “Ik hoor geen boer klagen als Wakker Dier spotjes uitzendt waarin de consument wordt opgeroepen om extra te betalen voor zijn vlees.” Werkt de sector niet samen met ngo’s, dan leidt dat “absoluut tot krimp van de sector”, gelooft Huijbers.
Wyno Zwanenburg zou best een spotje willen inspreken voor Wakker Dier. “Ik zeg niet op voorhand nee. Maar Wakker Dier zal van tevoren wel haar excuses moeten aanbieden. Want ze hebben ons in het verleden gruwelijk te kijk gezet en geschoffeerd.” En er moeten eerst duidelijke voorwaarden worden opgesteld. “Als we elkaar niet voor 100 procent kunnen vertrouwen houdt het op.”

Het realisme van Wakker Dier is soms ver te zoeken. Nederlandse varkenshouders waren inderdaad enige tijd de enigen in Europa die hun dieren verdoofden voor het castreren. “Maatschappelijk hebben we wel een slag gemaakt, maar die monopoliepositie heeft financieel niks opgeleverd. Sterker nog: het kost alleen geld. Supermarkten hebben enige tijd meebetaald aan de extra kosten, maar die periode eindigt nu.”

Voer
Dierenrechtenactivist Sjoerd van de Wouw van Wakker Dier is afgestudeerd aan de Universiteit Wageningen op het natuurlijk gedrag van het Britse landvarken. Het varken is 70 tot 80 procent van zijn tijd kwijt met het zoeken naar voer, legt hij uit.

“Varkenshouders zouden het dus niet en masse in de trog moeten kieperen. Na een paar schrokken is het varken verzadigd en gaat het zich vervelen.” Van de Wouw pleit voor een andere manier van voerverstrekking. “In dierentuinen is daar veel ervaring mee opgedaan.”

Bij pluimveemoederdieren en bij zeugen is het voer erg snel verteerd, waarna de dieren weer honger krijgen. “Eenzijdige voerverstrekking leidt tot veel welzijnsproblemen.” Hij wijst op een onderzoek van ASG uit 2007 waaruit blijkt dat 60 procent van de zeugen maagzweren heeft. “De oorzaak van maagzweren ligt bij een combinatie van voer en stress”, weet Van de Wouw. Een toekomstige actie op het gebied van voer sluit hij niet uit.
Henk Flipsen van Nevedi ziet niet wat de veevoerindustrie hier aan zou kunnen veranderen. “Maar als er een markt is voor ander varkensvoer en Wakker Dier kan aantonen dat de consument die hogere kostprijs wil betalen, dan zal de veevoersector daar zeker aan willen werken. Maar nogmaals: ze moeten eerst de consument aanspreken. Dáár begint het.”

(Bron: De Molenaar, Marc van der Sterren, mei 2010)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel