Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Lelystad – Veehouders en dierenartsen melden verdenkingen van aangifteplichtige dierziekten niet altijd direct door gebrek aan kennis van de ziekteverschijnselen en uit schuld- en schaamtegevoel. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Veterinair Instituut (CVI) van Wageningen UR.

Ook vooroordelen spelen een belangrijke rol. ”Als een veehouder een melding doet, krijgt hij te maken met het vooroordeel dat hij dus wel slechte hygiëne zal hebben en een rommelaar is, want anders krijg je niet zo’n ziekte op je bedrijf”, zeggen ondervraagden.

Veehouders vrezen bovendien dat hun bedrijf geruime tijd geblokkeerd wordt voordat de resultaten van het onderzoek bekend zijn. Daarnaast zijn veehouders niet altijd tevreden over de procedure na de melding, waarbij een specialistenteam van dierenartsen van de GD, de VWA en de eigen dierenarts het bedrijf bezoekt. De betrokken veehouders krijgen bovendien te weinig informatie na de melding.

Ondervraagden melden dat er gebrek aan vertrouwen is in de overheid, na de bestrijding van voorgaande epidemieën. Bij het onderzoek zijn zowel vertegenwoordigers van LNV en de VWA, dierenartsen als vertegenwoordigers van de veehouderij ondervraagd.

Uit een enquête onder varkens- en pluimveehouders en dierenartsen blijkt dat veehouders meer zekerheid willen dat er iets mis is voordat ze een melding doen. Dit komt doordat een valse melding negatieve gevolgen heeft voor de economische situatie van de sector. 36 procent van de ondervraagde varkenshouders, 19 procent van de pluimveehouders en 20 procent van de dierenartsen vindt het erger om een valse melding te doen dan dat ze een geval van een aangifteplichtige ziekte missen.

(Bron: Agrarisch Dagblad, Mariska Vermaas, 9-8-'10)

Behoud de Parel