Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

De omvang van de veestapel moet in overeenstemming worden gebracht met de plaatsingsruimte van dierlijke mest. Daarom moet de omvang van de veestapel ook na 2015 via dierrechten, melkquotum of een ander sturingsinstrument gereguleerd worden. Hierbij moet ook het aantal schapen en geiten gereguleerd worden.

Dat adviseert de Technische Commissie Bodem (TCB) aan het ministerie van landbouw om de nutriëntenkringloop meer sluitend te krijgen. De commissie adviseert om hierbij Europa als schaal aan te houden, omdat de landbouw in Europa vooral op de Europese markt is gericht en omdat er voldoende ruimte en een gunstig klimaat is voor de teelt van veevoer. Het sluiten van de mineralenkringloop is volgens de TCB nodig om tot een duurzaam gebruik van de bodem te komen.

"De aanvoer van mineralen via veevoer en kunstmest leidt tot een overschot aan nutriënten voor de bodem. Dit leidt tot kwaliteitsverlies van de ecosystemen. Dit is nadelig voor de biodiversiteit en het ecosysteem. Elders vormt deze werkwijze juist voor een tekort aan mineralen. De veehouderij is verantwoordelijk voor 30 procent van het biodiversiteitsverlies op land als gevolg van de veevoerproductie", aldus TCB.

Naast het reguleren van het aantal dieren adviseert TCB de verwerking van mest tot kunstmestvervangers te stimuleren om hiermee het transport en de export van nutriënten te bevorderen. "Als dit gerealiseerd is kunnen de mineralen uit mest worden teruggebracht naar de regio’s waar het veevoer vandaan wordt gehaald", aldus de commissie.

De TCB adviseert de hervorming van het Europese landbouwbeleid te benutten om duurzaam bodemgebruik en het sluitend krijgen van de mineralenkringloop vorm te geven. Om nutriëntenschaarste te voorkomen kunnen ook humane ontlasting en andere organische afvalstromen te betrekken in de kringloop.

(Bron: Agrarisch Dagblad, Mariska Vermaas, 16-9-'10)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel