Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

We kunnen tegen alles en iedereen aan schoppen die anti-varkenshouderij is, of we kunnen ons proberen aan te passen. Ik kies voor het laatste.

Als ik zo vrij mag zijn om de laatste tien jaar in Hongarije en zeker ook in Nederland eens rustig te analyseren, dan zie ik een gestage verandering. We kunnen als varkenshouders hoog en laag springen, maar we zullen links- of rechtsom gewoon moeten voldoen aan de randvoorwaarden die onze omgeving ons voorschrijft. Dat betekent: géén megabedrijven, géén milieuvervuiling, géén stankuitstoot, géén antibioticagebruik, vlees vrij van salmonella en alle andere ziekteverwekkers, aandacht voor welzijn van het dier, enzovoorts enzovoorts. Tuurlijk, bij al deze randvoorwaarden valt wel iets op te merken. Sommige zijn zelfs tegengesteld aan elkaar, zoals het geven van meer ruimte aan de zeug (welzijn!) en de daaruit voortvloeiende hogere biggensterfte (welzijn?). En natuurlijk is het hypocriet als de vegetariër een sojaburger vreet en dezelfde vegetariër dan roept dat voor varkensvlees soja is gebruikt waarvoor regenwouden zijn gekapt. Maar daar gaat het niet om. De consument betaalt en bepaalt. Dus gaat het gewoon langzaam maar zeker een andere kant op. Je ziet het aan het verdoofd castreren, je ziet het aan de reductie van 50 procent antibioticagebruik binnen twee jaar, je ziet het aan het nieuwe marktsegment dat Appie Hein in de markt wil gaan zetten. Er komt een andere varkenshouderij. Of dat dan gangbaar of een tussenvorm is, welzijn, scharrel of biologisch heet, dat zal me een worst (wel varkensvlees hè!) zijn.

Ronald Scholten (op Boerenblogs, De Boerderij, 8-11-'10)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel