Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Volgens het LEI (Landbouw Economisch Instituut) kan de veehouderij zich in Limburg duurzaam ontwikkelen. Hiervoor is wel een gezamenlijke aanpak nodig van kennisinstellingen, overheden, maatschappelijke groepen en bedrijven om de juiste ontwikkelingen te realiseren op de juiste plaats. Het LEI is een onderdeel van Wageningen UR (University & Research centre) dat het onderzoek verrichtte in opdracht van Provinciale Staten van Limburg. De auteurs van het rapport zijn Wim Baltussen en Peter Smeets, beiden verklaard voorstander van megastallen. Peter Smeets werd bekend (en in Grubbenvorst berucht) met zijn uitspraak dat het dorp Grubbenvorst in zijn geheel maar verplaatst moest worden, ten gunste van de agrarische industrie.

In het rapport wordt gesteld dat de veehouderij in Noord-Limburg van groot economisch belang is. De trend naar schaalvergroting zal zich volgens de onderzoekers daarbij voortzetten en hoewel de druk op het milieu afneemt, zijn de einddoelen op dat gebied nog niet bereikt. Voor een verdere ontwikkeling van deze sector is het volgens hen noodzakelijk om tot een gezamenlijk aanpak te komen, want er spelen tegenstrijdige belangen.

Inpassing in het landschap wordt als een probleem ervaren en er is angst voor de volksgezondheid, in verband met dierziekten die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens. Voor natuur en milieu zijn de uitstoot van fosfaat, nitraat en ammoniak een bedreiging.

Wanneer de ruimtelijke inpassing niet goed is, worden problemen gecreëerd voor de toekomst. De locaties voor veehouderij zullen daarom opnieuw moeten worden bezien. Omdat het aanpassen of verplaatsen van bedrijven en het aanbrengen van technische voorzieningen kosten met zich meebrengt, is het belangrijk dat primaire bedrijven, ketenpartijen, maatschappelijke organisaties, gemeenten, provincie en rijksoverheid gezamenlijk betrokken zijn. Ook is communicatie met de burger essentieel, aldus het rapport Duurzame ontwikkeling van de veehouderij in Limburg.

Draagvlak voor veehouderij
In het onderzoeksrapport wordt geconcludeerd dat er maatschappelijk draagvlak is voor een duurzame ontwikkeling van de sector. Limburgers hechten waarde aan hun platteland en aan de agrarische sector die daarbij hoort. De bewoners in het buitengebied staan positiever ten opzichte van de veehouderij dan de bewoners van de grotere plaatsen. Limburgers staan niet negatief tegenover grote stallen zolang ze op afstand staan van de rand van de bebouwde kom, goed ingepast zijn in het landschap en niet op fabrieken lijken. Wel maken zij zich vooral zorgen over de geuroverlast in de directe omgeving van de bedrijven. Monique Baggen, huisarts in Grubbenvorst, stelt datdit wel een erg beperkte beschrijving van de zorgen van de mensen in Grubbenvorst is. "Als je de zorgen voor de volksgezondheid hoort die al jaren geuit worden door vele bewoners rond megabedrijven, vraag je je af hoe de onderzoekers komen aan de conclusie dat Limburgers niet negatief staan tegenover grote stallen", aldus Baggen.

Schaalvergroting slecht voor gezondheid omwonenden?
Op locaties die geschikt zijn voor (grootschalige) veehouderij, kan schaalvergroting volgens de onderzoekers de risico’s van veehouderij voor de volksgezondheid verminderen. Dit is volgens hen mogelijk wanneer gerichte bedrijfsvoering wordt toegepast, of nieuwe technologie zoals het zuiveren van de lucht. Dit geldt voor de huidige varkenshouderij en pluimveehouderij, maar ook voor melkveebedrijven. De Grubbenvorster huisarts Monique Baggen is het - wat betreft de varkens- en pluimveehouderij - volledig oneens met deze conclusie. Zij maakte deel uit van de zogenaamde Klankbordgroep, die het onderzoek begeleidde, maar dat zij is uit de klankbordgroep gestapt, omdat haar zorgen en die van andere artsen en van omwonenden met betrekking tot de gezondheidseffecten onderschat en gebagatelliseerd worden. De klankbordgroep bestond naast Monique Baggen onder andere uit Ger Driessen (Gedeputeerde/CDA), Vinkevleugel (Rabobank Venray), Wernink (Gemeente Nederweert), Janssen (VION), De Wit van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (ELI), Noud Janssen en Tijssen van de LLTB, Knapen van de Universiteit Utrecht en Hans Heijnen van de Milieufederatie, die zich eerder al voorstander betoonde voor de komst van het Nieuw Gemengd Bedrijf te Grubbenvorst.

Naar aanleiding van opmerkingen van huisarts Baggen was onderzoeker Baltussen bereid om aan het onderzoeksrapport toe te voegen dat het fijn stof, afkomstig van veehouderijen, van substantieel andere samenstelling is dan fijnstof bijvoorbeeld van wegen of steden. Er zitten aerosolen, pathogenen, zoonosen en dergelijke in. Het RIVM antwoordde op vragen van artsen:”Omdat het onderzoek daarnaar nog in de kinderschoenen staat, zijn uitspraken over mengsels per definitie lastig”. Ook was Baltussen bereid te wijzen op het landelijk onderzoek om de mogelijke negatieve effecten op de volksgezondheid in relatie tot de intensieve veehouderij te onderzoeken ( VROM en VWS. De resultaten van dit onderzoek zijn nog niet bekend, maar worden in het voorjaar van 2011 verwacht.

Andere aspecten - die aangedragen werden door Baggen - liet Baltussen buiten het rapport. Waar Baggen stelt dat een van de problemen is dat meerdere diersoorten op een bedrijf (of bedrijven met verschillende dieren in de buurt van elkaar) een risico betekenen voor overdracht van dierziekten (zoals aangetoond in een rapport van het RIVM - verschenen op 12 februari 2008) en daardoor een gevaar vormen voor de gezondheid, werd afgewezen. "Juist in een LOG zijn zoveel stallen dicht bij elkaar, dat je niet kan voorkomen dat met het fijnstof dat uitwaait ook andere stallen besmet worden met een ziekte die ergens heerst", stelde Monique Baggen. Baltussen stelt dat de kans op kruisbesmetting sterk wordt beperkt als dieren op verschillende bedrijven gehuisvest worden en als er maatregelen worden genomen. Hij stelt in een reactie op de inbreng van Monique Baggen dat haar opmerking in deze niets toe voegt aan de de feiten... En dat terwijl in eerdere onderzoeken in Grubbenvorst juist gewezen werd op het risico van vele diersoorten in een LOG, dicht bij elkaar!

Naar aanleiding van de opmerking van Baltussen over de zorgen met betrekking tot negatieve gezondheidseffecten op de omgeving als vooral "een beleving", reageert huisarts Baggen dat deze zorg niet alleen een beleving is, als we de laatste jaren de ziektes bekijken die over ons heen zijn gekomen. De beruchte vogelgriep herinneren we ons nog in Noord-Limburg en de Mexicaanse griep van vorig jaar, de Q-koorts in 2009 en 2010 en een toenemend aantal MRSA besmettingen in Noord-Limburg. "Reden genoeg om terecht bezorgd te zijn", aldus de huisarts. De reactie van Baltussen is kenmerkend voor de discussie: "Mijn punt is niet dat mensen zich geen zorgen moeten maken, maar dat er enorme ophef is over de bovengenoemde ziektes terwijl er jaarlijks 30 mensen sterven aan Camylobacters, wat nauwelijks in de pers komt".

Als Monique Baggen stelt dat de artsen protesteren tegen de ontwikkeling van schaalvergroting in de veehouderij, zolang deze gepland zijn in een gebied waar mensen wonen en dat Nederland mogelijk te klein is voor zulke projecten, reageert Wim Baltussen, LEI-onderzoeker, afwijzend. De opmerking van Baggen - dat vanuit de volksgezondheid schaalvergroting onacceptabel is, zolang de risico’s niet duidelijk zijn - weigert hij die mening op te nemen in diens rapport. "Dat lijkt me een politieke afweging", stelt hij... Alsof het niet opnemen van de opmerkingen van Baggen géén politieke afweging zijn van een onderzoeker, die richting leden van Behoud de Parel (gevraagd naar zijn mening over de opvattingen van professor Jan Douwe van der Ploeg, die op basis van wetenschappelijk onderzoek keerde tegen megastallen) opmerkte groot voorstander te zijn van megastallen...

Monique Baggen verbaasde zich over de reactie, nadat zij doorgegeven had, niet meer als lid van de Klankbordgroep genoemd te worden in het rapport, omdat zij niet (volledig) achter de inhoud kon staan. "Ik heb na mijn opmerking zelfs niets meer gehoord van de onderzoekscommissie, alleen het eindrapport gekregen. Er kwam niet eens een discussie op gang. Mijn mening en die van de artsen doet er duidelijk niet toe. Waar zijn de € 75.000,00 gebleven die het onderzoek kostte, als er alleen oude gegevens even bij elkaar gezet worden en er geen echt onderzoek gedaan wordt?", stelt huisarts Baggen. "Waarom niet even gewacht op het landelijk onderzoek naar de gezondheidseffecten van de Intensieve Veeteelt, dat momenteel plaats vindt en in het voorjaar van 2011 verschijnt?", vraagt ze zich af.

Innovatie-agenda
Mede op basis van het rapport is voor Limburg een innovatie-agenda vastgelegd in een overeenkomst die tijdens het jaarsymposium van de LLTB, op 18 november, is getekend door gedeputeerde Ger Driessen en LLTB-voorzitter Noud Janssen.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel