Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Nu de digitale kerstkaartstorm weer aan het losbarsten is wordt het tijd om het jaar weer eens in ogenschouw te nemen. Het terugblikken op dit heftige verkiezingsjaar levert een wel zéér “verwilderd” beeld op. Want inmiddels weten we niet meer of morgen de post nog wel komt, de bibliotheek nog bestaat en of het theater en concertzaal haar poorten moet sluiten. Cultuur is plotseling door onze gedoogminister als “een linkse hobby” gekwalificeerd en moet geofferd worden gelijk aan de Beeldenstorm in 1566. Het was de opkomst van het Protestantisme dat leidde tot de vernieling van een reeks van Katholieke heiligdommen. Na Calvijn hebben we nu dan “de blonde God” die ons waarschuwt voor de opkomst van de Islam en dreigen wij verwikkeld te raken in een soort “godsdienstoorlog der lage landen”. Hoe “wild” kan het nog worden in een gedoogcultuur waarin religies middels een “zuilenstructuur” nog enige bestaanszekerheid hebben. Maar nu wij als goedgelovigen inmiddels tot het inzicht zijn gekomen dat Sappermeer, in zowel de Katholieke, Protestante, Joodse als Humanistische topografie, op dezelfde coördinaten gepositioneerd is in ons kikkerlandje, beginnen deze zuilen langzamerhand om te vallen. Maar in tegenstelling tot de Christenen bedienen de Islamieten zich niet van zuilen maar van minaretten en die nemen in onze multiculturele samenleving evenredig toe als dat er zuilen verdwijnen. Zie hier de voedingsbodem voor angst, onzekerheid, wat maar al te vaak ontaard in gevoelens van boosheid en soms zelfs haat. En zo zijn we weer terug in de najaren van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Chaos was door de eeuwen heen altijd al de voedingsbodem voor verzet, opstand en revolutie. En als die chaos er niet is dan creëer je die! Niet door ten overstaan van al onze volksvertegenwoordigers te proclameren dat de Bijbel toch echt een beter boek is dan de Koran. Of kopvoddentax net zoiets is als plaatselijke hondenbelasting. Nee, dan breng je als staatssecretaris van Christelijke huize een veilig bezoek aan gelijkgezinden, de Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB). Je maakt een praatje met wat omstanders, wat ginnegappen met een wijntje en weer verder. Met een aankondiging dat er geen grond meer gekocht mag worden voor de zogeheten Ecologische Hoofdstructuur (EHS) ben je onder de boeren “natuurlijk” een getapte gozer. Zeker als je daar nog eens aantoevoegt dat elke ondernemer tevreden is als hij 90% van zijn prognose haalt. Dus de stekker kan er wel uit nu er fors bezuinigd moet worden. Natuurontwikkeling en beheer kunnen we dus gewoon afschaffen. Te duur, dus niet meer nodig.
Resultaat: de provincie Limburg gaf onlangs aan dat geen natuurgrond meer gekocht zal worden. Daarvoor in de plaats heeft men met grondbezitters (boeren) de sublieme oplossing gevonden in afspraken over “agrarisch natuurbeheer”. In de wijnhandel noemen ze dit een “trouvaille”. De vertaalslag van deze trouvaille laat zich raden: nog meer megastallen wat per saldo uitbreiding van de intensieve veehouderij betekent. Maar onze staatssecretaris doet er nog een schepje bovenop als hij een volle theaterzaal met agrarische ondernemers toespreekt. Want hij sluit niet uit dat boseigenaren als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Limburgs Landschap ook maar eens wat grond aan de boeren moeten verkopen. Van de opbrengst kunnen de organisaties dan de “laatste stukjes natuurgrond” kopen die ze nodig hebben. Drassig land, bijvoorbeeld, waar je met geen tractor meer doorheen komt, aldus deze staatssecretaris. Een dolksteek in de rug van de natuurbeschermers. Maar een uit de Groningse klei getrokken nuchtere staatssecretaris kan het natuurlijk niet laten om zijn kompanen uit het verre Limburg een riem onder het hart te steken door respect op te brengen wat hij noemt “de Limburgse werkwijze”. Hij doelt dan de manier waarop Limburgers de regels creatief uitleggen om ze te omzeilen. Daarbij gaat het o.a. om de geurwet intensieve veehouderij, milieuwet, natuurbeschermingswet etc. Als hij vervolgens in het warme nest van agrarische ondernemers stelt: “Limburgers zijn meesters in het zoeken van praktische en pragmatische oplossingen. Doe het. En doe het vooral in stilte.
Ik wil niet weten hoe u het doet, als het maar gebeurt”. Het is gelijk aan een oud Hollands gezegde “wat niet weet, wat niet deert “.
Dezelfde pragmatische insteek gebruikt deze volksvertegenwoordiger in de discussie rond megastallen. “Nog even, en er ligt een onderzoeksrapport over de gevaren voor de volksgezondheid. Als we straks de effecten weten, moeten we een nationaal debat over de megastallen starten. Voor het dierenwelzijn en het milieu zijn die stallen vaak beter. Als blijkt dat er ook geen gevolgen voor de volksgezondheid zijn, hebben we alle feiten op een rij en moeten we nationaal de discussie aangaan en afronden “. E zo moet Limburg de innovatiefste en duurzaamste provincie worden als het gaat om de intensieve veehouderij. De Boerenbonden, Land- en Tuinbouwbonden, Rabo-banken evenals de Provinciale overheden weten zich in deze strijd gesteund door een staatssecretaris van het type “niet lullen maar poetsen“.

Maar waar zijn onze bewakers van natuur- en landschapschoon? Ruist het niet meer in het struikgewas van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en de Provinciale Landschappen?
Het is stil in de natuur!

De moraal van het verhaal? Limburgse burgerlijke ongehoorzaamheid wordt van staatswege gedoogd. Dus pak een bijl, ga naar het bos, hak een den om en tuig deze thuis op met CDA-luchtbalonnen en misschien heeft de RABO-bank ook nog e.e.a in haar gratis reclameset in het kader van “maatschappelijk verantwoord ondernemen“.

Caius Molendinarius

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel