Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

De markt voor regionale, duurzame productie is te klein. Het is grootschalige bulkproductie dat de klok slaat, al gaat dat uiteindelijk ten koste van de hele sector, menen enkele boeren in Horst aan de Maas. Zij gaan in gesprek met de wethouder, die hen linea recta terugstuurt naar de markt.

Dit verhaal geeft een iets ander geluid dan de gebruikelijke artikelen in de vakbladen. Dit keer geen boeren die klagen omdat de autoriteiten hun schaalvergroting beletten, uit angst voor de teloorgang van het platteland. Nu zijn het juist boeren zelf die klagen over de schaalvergroting in de landbouw. Volgens een groep bezorgde burgers, maar ook boeren, gaat de grootschalige bouw van kassen en stallen in Noord-Limburg ten koste van het open karakter. De SP heeft een werkgroep Landbouw samengesteld waarvan ook biologisch tuinder André Vollenberg en Johan Vullings, varkenshouder voor Livar, zich bij hebben aangesloten. Ze zijn geen SP-lid, benadrukken ze, maar praten op persoonlijke titel mee in de werkgroep.

In het recente verleden heeft de werkgroep zich hevig verzet tegen de invulling van het LOG, waar uitsluitend plaats is voor grootschalige veehouderij. Kleinschalige bedrijven uit de directe omgeving moesten wijken.

Macht
Hun nieuwste wapen in de strijd heeft niet de vorm van een protest tegen grootschalige exportgerichte landbouw, maar een actie vóór kleinschalige, regionale landbouw *). Want als kleine boeren voelen ze zich in hun voortbestaan bedreigd. Daarmee staan ze lijnrecht tegenover CDA-wethouder Leon Litjens, die zijn hele beleid uitsluitend in het teken van grootschaligheid zou hebben staan. De wethouder is welbespraakt en laat in tal van bewoordingen weten dat de macht niet bij hem ligt. De ondernemers moeten het zelf doen. “Wij proberen ondernemers alleen te faciliteren. Of het nu om een groot bedrijf gaat of een klein, een verbreed bedrijf of een gespecialiseerd.” De gemeente heeft een strategisch fonds met middelen om initiatieven vanuit de markt te ondersteunen en een ruimtelijke-ordeningsbeleid om ondernemersplannen mede mogelijk te maken.

Toegevoegde waarde
Duidelijk. Maar het neemt de bezwaren van deze ondernemers niet weg. Vullings ergert zich aan de lage kostprijs die altijd te zwaar wordt benadrukt. Boeren moeten de mogelijkheid krijgen meerwaarde te creëren aan het product, vindt de varkenshouder. Met een concept als Livar bijvoorbeeld. “Ik denk dat er veel meer mogelijk is. Regionaal, maar ook op de Europese markt.”
Schaalvergroting leidt tot de ondergang van de sector. Vollenberg is daarvan overtuigd. Regionale productie omzeilt de kostprijssituatie waar Vullings het over heeft en het maakt boeren onafhankelijk van de fluctuaties op de wereldmarkt. “Elke keer als er weer een kink in de kabel komt op de wereldmarkt, vallen er weer een paar bedrijven om.”

Het overheidsbeleid dat grootschaligheid stimuleert, doet niet alleen kleine boeren in de omgeving de nek om, stelt Vollenberg. Ook boeren in de derde wereld zijn de dupe, want ze krijgen geen mogelijkheid een markt op te bouwen omdat ze niet kunnen concurreren met de goedkope producten uit de westerse bulkproductie die met subsidies op hun markt terecht komen.
Voor de boer is grootschaligheid slechts een tijdelijke uitvlucht, meent de biologisch tuinder. “Hoe harder de sector opschaalt om te kunnen produceren voor de wereldmarkt, hoe sneller het zichzelf de das om doet.” Hij vergelijkt de bulkproductie van de landbouw met de textielindustrie. “Die heeft zich ook overbodig gemaakt omdat andere landen dat goedkoper kunnen. Zonder toegevoegde waarde winnen we het niet op de wereldmarkt.”

"Communistisch"
De wethouder kan hen slechts met moeite laten uitpraten om hen een “wij kunnen de wereld niet veranderen” voor de voeten te werpen. Hij kan hun redenering goed volgen, “maar je moet je afvragen of de overheid de drijvende kracht is.” De ondernemer neemt het ondernemersrisico, de overheid faciliteert, doceert Litjens. Planologisch, met kennis of met subsidies. “En als dat niet genoeg is, moeten we naar een andere overheid die dictatoriaal werkt.” De overheid kan niks afdwingen, blijft de wethouder benadrukken. “Zo steekt de wereld in elkaar. Anders moeten we naar een communistisch systeem”, laat hij zich nog eens ontvallen. “Daarom begrijp ik ook wel dat dit idee uit de koker van de SP komt.” Volgens Litjens begint ondernemerschap met de markt. “Als er vraag is naar een product dat iedereen wil” - als bijvoorbeeld noemt hij de iPad - “dan ontstaat er vanzelf een markt.” Voor hij in het gemeentebestuur actief werd, werkte hij jarenlang als manager bij Heveco. Hij kent het klappen van de zweep als het om supermarkten gaat. Op merken met macht, zoals Coca Cola, draaien supermarkten een negatief inkomen. De marges maken ze op groenten, fruit en vlees. “Boeren hebben de supermarktoorlog betaald.” Ze moeten dus hun krachten bundelen, wil hij maar zeggen. Marktmacht creëren. En een sterk merk lanceren. Of meerwaarde creëren, oppert de biologische tuinder. Zelf is hij minder afhankelijk van de grillen van de markt. Volgens Litjens heeft de biologische sector inderdaad wel sympathie. “Maar als die sector groeit, worden jullie ook uitgeknepen door de marktmacht van de supermarkten.”

Glastuinbouwconcentratiegebied
Op de markt staan deze ondernemers voor een gesloten deur. Maar ook bij de overheid hoeven ze niet aan te kloppen. De ingang die de wethouder biedt, is veel te groot voor een handjevol kleinschalige producenten. Grote ondernemers hebben de middelen om zelf een onderzoek te financieren naar de haalbaarheid van een bedrijventerrein. Litjens wijst op het strategisch fonds waarmee een onderzoek gesubsidieerd kan worden, mits ondernemers daar een beroep op doen. Maar mochten enkele kleine ondernemers al bij machte zijn zo’n aanvraag rond te krijgen, dan is de kans groot dat uit het onderzoek blijkt dat hun plannen niet haalbaar zijn, wegens de kleinschaligheid en het gebrek aan marktmacht.
De markt is voor de groten. Vullings vraagt: “Hoe kan het dat er tussen Lottum en Melderslo wéér zo’n grote kas verschijnt?” Litjens: “Dat is een glastuinbouwconcentratiegebied.” Vullings: “Oh. Daar ook al?”

Een LOG voor regionale landbouw. Voor kleine, duurzame bedrijven in plaats van megastallen en megakassen. Dat ultieme doel heeft de werkgroep voor ogen. Veel is het niet wat ze vragen aan de gemeente: ze willen slechts een onderzoek naar de mogelijkheden voor een beetje ruimte voor regionale productie. Maar de wethouder ziet er niks in. Fel: “Ik ga helemaal geen onderzoek doen. Dat is niet mijn taak. Als er een cluster van ondernemers is die dit wil onderzoeken en ze vragen om een bijdrage, dan wil ik dat wel bekijken. Maar het onderzoek is geen overheidstaak. Dat is een ondernemersrisico.”

Marc van der Sterren
================================================================
*)Burgerinitiatief
De Werkgroep Landbouw Noord-Limburg is oppgericht door de SP-afdeling van Horst aan de Maas. De werkgroep wil aan de gemeenteraad vragen de mogelijkheden te onderzoeken naar een regionaal landbouwbeleid. Gezond, duurzaam en eerlijk voedsel begint met de bestaanszekerheid van boeren, stelt de werkgroep.
Om tot een dergelijk onderzoek te komen is de werkgroep een burgerinitiatief gestart. De werkgroep denkt de benodigde 100 handtekeningen zonder veel moeite te kunnen verzamelen. De gemeenteraad is dan op z’n minst verplicht het initiatief op de agenda te zetten.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel