Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Landelijke regels voor maximale schaalgrootte van megastallen zijn onwenselijk en onnodig. Gemeenten en provincies kunnen heel goed zelf bepalen of megastallen inpasbaar zijn in het landschap en wat de bevolking ervan vindt. Deze visie heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gisteren aan Hans Alders voorgelegd (zie bijlage). Alders leidt de maatschappelijke dialoog over megastallen. Behoud de Parel wijst deze visie af.

Veehouderij
Gemeenten vinden dat de dialoog niet alleen moet gaan over megastallen, maar ook over de toekomst van de veehouderij in bredere zin. Bijvoorbeeld: wat het betekent voor de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving en hoe verspreiding van dierziekten voorkomen kan worden. Andere punten die de VNG aan Alders heeft meegegeven:
- Gemeenten zijn voor het stimuleren van een overgang naar duurzame veehouderij;
- Maak onderscheid tussen intensieve en grondgebonden veehouderij;
- Zorg voor een betrouwbare overheid door duidelijke en consistente regelgeving en zorgvuldige belangenafweging;
-Schenk voldoende aandacht aan de relatie tussen grootschalige veehouderij en de volksgezondheid.

Dilemma
Gemeenten zien ook een dilemma. Een leefbaar platteland is gebaat bij agrarische (familie)bedrijven. Maar aan het tegengaan van schaalvergroting kleeft het risico dat door gebrek aan ontwikkelingsmogelijkheden bestaande bedrijven verdwijnen en daarmee mogelijk ook het plattelandskarakter van de omgeving.

Reactie Burgemeester Van Rooij
Burgemeester Kees van Rooij van Horst aan de Maas is blij met het advies over megastallen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (diens reactie op L1 Radio is hier te beluisteren). Op zich vreemd, want in het verleden heeft wethouder Litjens - die de megastallen in zijn portefeuille heeft - vaker aangegeven dat hij feitelijk geconfronteerd wordt met een landelijk probleem, dat ook landelijk is veroorzaakt (onder andere via de reconstructiewet en het opheffen van compartimentering van dierrechten) en dus ook landelijk opgelost zou moeten worden.

In het commentaar van Van Rooij op L1 Radio wordt gesteld dat gemeenten zorgvuldig toetsen of een bedrijf inpasbaar is in het landschap en of er geen negatieve milieueffecten zijn. Daar valt nog wel het een en ander op af te dingen, aldus Behoud de Parel. In het nu nog open landschap in het Witveld komt straks - als de plannen van het Nieuw Gemengd Bedrijf (35.000 varkens en 1,2 miljoen kippen) door gaan - een gigantisch bedrijf te staan met een hoogte van 14 meter en een bouwblok van 6 hectare! In de onlangs getoetste Milieu Effectrapportage (MER) zitten nogal wat open gaten. En in een onderzoek van Blonk Milieuadvies, nota bene in opdracht van B&W, blijkt dat er bij de komst van het NGB wel degelijk een toename zal zijn van amoniak, fijn stof en dergelijke. Dat weerhoudt het college niet, de plannen met het NGB door te zetten. Verder worden in de toetsing de resultaten van landelijk onderzoek naar de gezondheidseffecten van megastallen niet meegenomen. Desondanks meent men te kunnen beweren dat er geen negatieve effecten zijn.

Overigens is het van belang te weten dat er in het Landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Witveldweg niet alleen een NGB komt - dat met recht een megastal genoemd mag worden - maar staat er ook een kalvermesterij, die wordt uitgebreid tot 2400 kalveren (bij 2500 wordt ook zulk een bedrijf een megastal genoemd) en een aantal varkensbedrijven (Coenders, Hagens en Hendrikx), die ieder op zich wellicht binnen de normen blijven, maar feitelijk een verdere cumulatie van bedrijven betekent, die gezamenlijk voor extra uitstoot zorgen. Verder heeft Hagens het bedrijf van zijn buurman gekocht met daarop een mestvarkensstal zonder ammoniakwasser. Deze stal blijft intact en het plan is om daar nog een extra stal bij te bouwen.

Eerder heeft het gemeentebestuur de lokale GGD opdracht gegeven een onderzoek te doen naar de gezondheidseffecten van het NGB op de omgeving. De uitkomst leek geruststellend: er zouden geen negatieve effecten zijn. Behoud de Parel kwalificeerde het onderzoek als tendentieus, onvolledig en op plaatsen onjuist. Een conclusie die later vrij breed gedragen werd in de gemeenteraad en die er toe leidde dat besloten werd het landelijke onderzoek als leidraad te nemen voor verdere ontwikkelingen.

De eerste burger van Horst aan de Maas stelde in zijn interview met L1 Radio, dat het gemeentebestuur op haar handelen uiteindelijk afgerekend wordt bij de verkiezingen. Ook een stelling die door de praktijk in Horst aan de Maas achterhaald wordt. Eind 2009 vonden in Horst aan de Maas verkiezingen plaats als gevolg van een gemeentelijke herindeling. Vlak voor die verkiezingen publiceerde B&W het GGD-rapport. Daarin werd beweert - zoals gezegd ten onrechte - dat er geen sprake was van negatieve gezondheidseffecten. Dat rapport lag al zeven maanden in de la, maar werd nu gebruikt om een poging te ondernemen om de zorgen van de burgers, die in de nabijheid van het Witveld - de plek waar het NGB gepland is - wonen, zoveel mogelijk weg te nemen. Dat dat niet lukte bleek uit de verkiezingsuitslag. De kiezers in Grubbenvorst keerden zich massaal af van het CDA (dat verantwoordelijk gehouden werd voor de komst van het NGB) en stemden even massaal op de SP, de partij die zich duidelijk keerde tegen de komst van het NGB. In de verkiezingsprogramma's van de andere partijen (met uitzondering van het CDA) werd aangegeven dat een ontwikkeling als die van het NGB niet wenselijk was in Horst aan de Maas. Direct na de verkiezingen waren die partijen hun beloften vrij snel vergeten. Er werd een college samengesteld met deelname van CDA, PvdA/PK en Essentie (voormalige VVD) en in het colalitieprogramma kreeg het NGB alsnog alle ruimte. Als de woorden van Van Rooij in het interview met L1 Radio zouden kloppen, dan had "de politiek" dit niet laten gebeuren.

Reactie Behoud de Parel
De woordvoerder van Behoud de Parel, Paul Geurts, laat in een commentaar weten, dat hij het niet eens is met het advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (diens commentaar op L1 Radio is hier te beluisteren). Hij is van mening dat gemeenten niet voldoende toegerust zijn op de beoordeling van de effecten van megastallen. Hij wijst daarbij op de negatieve gezondheidseffecten, waarover onlangs een rapport is verschenen. "Maar ook de economische belangen zijn bij megastallen feitelijk op lokaal niveau niet volledig te overzien" aldus Geurts. Geurts is van mening dat landelijk - door de Tweede Kamer - een uitspraak gedaan moet worden over de wenselijkheid van megastallen. Indien landelijk besloten wordt dat megastallen verboden moeten worden, dan dienen gemeenten en provincies zich daar aan te houden. Zou landelijk besloten worden dat megastallen onder voorwaarden wel zouden kunnen, dan dient er landelijke wetgeving te komen om die voorwaarden ook vast te leggen. En ook dan dienen gemeenten en provincies zich daar aan te houden. Uiteindelijk - als het gaat om vergunningverlening op basis van de landelijke wet- en regelgeving - zullen provincies en gemeenten natuurlijk wel weer uitvoering moeten geven aan de toetsing van vergunningaanvragen. En op dat moment kan - zoals de VNG wil - gekeken worden naar de plaatselijke omstandigheden.

Gesprek
Later, op vrijdag 12 augustus 2011, spraken zeven gemeenten op hun verzoek met Hans Alders nogmaals over hun visies op megastallen. De bestuurders kregen alle gelegenheid om hun eigen situatie en visie toe te lichten. Aan het gesprek namen deel: wethouder de Kruijf van Barneveld, burgemeester van Rooij van Horst aan de Maas, wethouder Hermans van Peel en Maas, wethouder Talsma van Ferwerderadiel, wethouder Koster vanTwenterad, wethouder Peeters van Venray, wethouder Vogels van Leudal en VNG-directieraadslid De Vet. De gemeenten spraken met Hans Alders, die de maatschappelijke dialoog over megastallen leidt in opdracht van staatssecretaris Bleker. Uit de toelichting van de gemeenten over de lokale situatie bleek de grote regionale diversiteit tussen gemeenten, zoals verschillen in de aanwezigheid van grootschalige intensieve of melkveehouderij, mogelijkheden voor ruimtelijke inpassing en ervaringen met maatschappelijke onrust over veehouderij. Zoals Van Rooij over Behoud de Parel en de weerstand van de Grubbenvorster bevolking.

De ervaring is dat het gat tussen regelgeving en de maatschappelijke behoefte het grootst is bij dierenwelzijn en volksgezondheid. Dat zijn bevoegdheden van het Rijk maar gemeenten en provincies krijgen bij planologische en milieuprocedures voor veehouderij wel te maken met maatschappelijke onrust over volksgezondheid en dierenwelzijn. De gemeenten beamen dat de huidige ruimtelijke instrumenten niet toereikend zijn om de ontwikkelingen rond volksgezondheid een plaats te geven.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel