Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Noord Limburg, met name Venray en Horst aan de Maas, is een intensieviseringsgebied voor de intensieve veehouderij geworden! De kippen- en varkenshouderij gaat, met name in deze twee gemeenten flink groeien. Die conclusie mag getrokken worden uit de voorstellen van wethouder Litjens (zie bijlage), die in november 2011 gepresenteerd werden. Daarmee is het reconstructiebeleid definitief failliet verklaard!

Intensieve veehouderijen in Horst aan de Maas kunnen in de toekomst onder voorwaarden en met toestemming van de gemeenteraad ook buiten de landbouwontwikkelingsgebieden uitbreiden tot zes hectare. Dat is het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Het college wil daarmee de concentratie van intensieve veehouderij ook buiten de speciaal daarvoor aangewezen landbouwontwikkelingsgebieden (LOG’s) toestaan. Als intensieve veehouderijen boven een oppervlakte van 1,5 hectare willen groeien, moeten ze overigens wel via een sloopfonds mee betalen aan de sloop van oude stallen.

Reconstructie failliet
Toen de Intensieve Veehouderij aan het einde van de vorige eeuw geplaagd werd door desastreuze epidemiën onder de veestapel (varkenspest, vogelgriep) werd nagedacht over oplossingen. Uiteindelijk werd er voor gekozen dat de Intensieve veehouderij zich moest gaan concentreren in zogenaamde Landbouwontwikkelingsgebieden (LOG). Daar kregen boeren de kans verder te groeien. Die concentratie moest er ook voor zorgen dat er een soort buffers ontstonden tussen groepen bedrijven, zodat eventuele besmetting van het ene bedrijf door het andere voorkomen zou worden en eventuele dierziekten zich als een olievlek over het land zouden verspreiden.

Vooral bedrijven in de buurt van natuurgebieden en dorpskernen, die daar voor overlast zorgden, zouden moeten verhuizen naar de LOG's. In de zogenaamde verwevingsgebieden mocht ook wel - beperkt - uitgebreid worden. Een en ander werd vastgelegd in de reconstructiewet. Op zich een goed beleid. Maar in de praktijk verdwenen slechts mondjesmaat bedrijven uit de natuurgebieden en trokken ze weg van de dorpskernen richting LOG. Alleen boeren met plannen voor megastallen maakten gebruik van de mogelijkheid zich te gaan vestigen in LOG's in de zogenaamde reconstructieprovincies, Overijssel, Gelderland, Brabant en Limburg. Schoorvoetend werd toeggeven dat het met de reconstructie niet zo liep als men gehoopt had. En nu is de reconstructie door wethouder Litjens definitief failliet verklaard!

Bestaande bedrijven
De mogelijkheden gelden voor bestaande bedrijven. Nieuwe bedrijven mogen alleen naar LOG’s. Het college wil de regeling instellen omdat het in de praktijk moeilijk is bestaande agrarische bedrijven naar een LOG te laten verhuizen. „De agrariër heeft een sociale binding met de huidige vestigingsplaats of hij vindt het te duur om te verkassen”, zegt wethouder Leon Litjens (CDA). „Een tweede vestiging in een LOG is ook niet interessant, omdat de agrariër dan met dubbele kosten zit. Gevolg is dat hij besluit niet uit te breiden of stopt met zijn bedrijf.”

Gezondheidsrisico's
Litjens vindt het in een aantal gevallen geen probleem als een agrarisch bedrijf flink groeit. „Zeker niet als daardoor op andere plekken oude stallen worden opgeruimd”, stelt hij. „Als er nieuwe technieken worden toegepast, levert dat milieuwinst op. Het grotere bedrijf moet wel een goede ruimtelijke en landschappelijke inpassing krijgen.” "Een vrij onzinnige gedachte als het gaat om bedrijven met een bouwblok van maar liefst zes hectare, zoals het college wil toe staan!", merkt Paul Geurts van Behoud de Parel op. "Er wordt volledige voorbij gegaan aan de risico's voor de gezondheid van de omwonenden. Juist dat punt is het belangrijkste discussiepunt rondom het Nieuw Gemengd Bedrijf dat overigens wel in een LOG gepland is, nabij Grubbenvorst. De door Litjens geroemde 'technische oplossingen' bieden nauwelijks soelaas voor de gezondheidsproblematiek. Het is niet voor niets dat met betrekking tot het NGB een apart onderzoek verricht wordt naar de gezondheidseffecten. In dat kader is het vreemd dat Litjens nu al roept dat er ook in de rest van het buitengebied van Horst aan de Maas megastallen mogen komen", aldus Geurts.

Voorstanders
De Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) juicht het voorstel van Horst aan de Maas toe. „Het gaat om de kwaliteit van een bedrijf en niet om de grootte”, meent LLTB-woordvoerder Herman Mertens. Die mening is ook gedeputeerde Patrick van der Broeck (CDA) toegedaan. „Wat Horst aan de Maas wil doen, gebeurt elders ook al. Je moet alleen letten op de kwaliteit van de gebouwen en luchtzuivering met het oog op de volksgezondheid.”
In verband met dat laatste heeft staatssecretaris Henk Bleker de gemeenten gevraagd veehouderijen niet ‘ongebreideld’ te laten groeien tot hij van de Gezondheidsraad een advies heeft over de risico’s en effecten van de veehouderij op de volksgezondheid. Daar trekken de provincie Limburg en de gemeente Horst aan de Maas zich dus weinig van aan. En overigens voegt Bleker ook niet de daad bij het woord. Toen hem door Kamerleden gevraagd werd of hij maatregelen wilde nemen tegen de komst van het NGB hield hij meteen de boot af.

Sloopfonds
Waar de provinciale LLTB het voorstel van B&W van Horst aan de Maas toejuichen, is de plaatselijke LLTB kritisch: Als bedrijven mee moeten betalen aan het sloopfonds dan zal dat er juist toe leiden dat er meer stallen in het buitengebied blijven staan. Edwin Michiels, voorzitter van de LLTB-afdeling Horst-Venlo, waarschuwde voor dit averechts effect van het sloopfonds tijdens de commissie Ruimte van de gemeente Horst aan de Maas. „Een bijdrage aan het sloopfonds voor oude stallen, zal kostenverhogend werken voor de agrariër die uit wil breiden”, stelde Michiels. „Die extra kosten kan hij niet lenen van de bank, omdat die een onderpand wil hebben, een sloopfonds is dat niet. Gevolg is dat hij de bijdrage aan het sloopfonds uit eigen zak moet betalen. Daarmee loop je het risico dat die agrariër niet uit zal breiden op zijn huidige locatie, maar eerder een leegstaande stal op een andere plek zal kopen. Die hoeft hij dan niet landschappelijk in te passen omdat het om een bestaande stal gaat en loopt grote kans te verpauperen. Bovendien zal een stoppende agrariër niet zelf zijn stallen afbreken en wachten tot het geld daarvoor krijgt van een blijver. Door het sloopfonds houd je dus eerder oude stallen in stand dan dat je ze af kunt breken. ”

Volgens wethouder Leon Litjens is het juist wel redelijk een bijdrage te vragen voor het sloopfonds. „Die is niet meer of minder dan een financiële compensatie, omdat de agrariër die flink uit wil breiden ook iets kapot maakt van de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied. Bovendien werkt het kostenbesparend als een agrariër op zijn huidige locatie uit kan breiden.”

Werkgroep LOG's van de Groengroep Sevenum verbijsterd over plannen B&W
De Werkgroep LOG's van de Groengroep Sevenum heeft het voorstel van het College van B&W van Horst aan de Maas met stijgend ongeloof en afgrijzen gelezen. Zij wijst in haar commentaar op de enorme draagwijdte en implicaties van het voorstel, een niet te accepteren aantasting van waar de groep voor staat!

De Groengroep Sevenum is vanaf het begin bij de discussie omtrent de Intensieve Veehouderij in Horst aan de Maas betrokken. Op 6 september 2007 is de Groengroep tot een duidelijke visie en afgewogen standpunt gekomen, gedragen door een brede vertegenwoordiging van de Sevenumse gemeenschap toendertijd bestaande uit de Groengroep, de recreatieondernemers van Sevenum, de Dorpsraden en aanvankelijk een meerderheid van de politiek (zie bijlage).

Volgens de werkgroep van de Groengroep Sevenum wordt de deur helemaal wagenwijd openzet voor nagenoeg ongebreidelde toestroom van megastallen in het hele buitengebied.

Met betrekking tot het sloopfonds merkt de werkgroep op dat er geen geldstromen gecreëerd zouden moeten worden die buiten de controle en het gezichtsveld van de politiek (de gemeenteraad) worden gehouden en eenzijdig gaan stromen naar de IV (en de glastuinbouw), onder het motto "Geld uit de sector moet in de sector blijven". De Groengroep Sevenum vraagt zich af: "Wordt hier een Staat binnen de Staat gecreeerd?" Zij tekens daarbij aan dat zelfs in een natuurgebied (via een hardheisclausule) de mogelijkheid aanwezig is dat een IV-bedrijf van 1.5 ha. kan doorgroeien. De werkgroep vraagt zich af hoe en onder welke voorwaarden dat mogelijk is. Zij constateert cynisch dat er nog mensen in het buitengebied wonen, die ook rechten en verwachtingen hadden en hebben op het gebied van woongenot en gezondheid. Die worden volgens de werkgroep vrijwel geheel genegeerd. Daarbij wijst de groep ook op de recreatieve mgelijkheden.

De voorgestelde ontwikkelingen overziende wordt door de werkgroep van de Groengroep Sevenum geconcludeerd dat de maat vol is, dat er duidelijke grenzen aan de uitbreiding van de megastallen moeten worden gesteld.

Plafond aan omvang
De Milieufederatie Limburg heeft in haar beleidsuitgangspunten een plafond voor de Provincie Limburg vastgesteld voor de omvang van Intensieve Veehouderijbedrijven. Daarbij stelt zij als norm de dierenaantallen van de meitelling 2010 of 2009.
Die (maximum)norm zou ook moeten gelden voor Horst aan de Maas.

Hier kunt u de beraadslagingen beluisteren, zoals die gevoerd zijn in de commissie Ruimte.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel