Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Onlangs heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport onderzoek afgerond naar toezicht- en naleeftekorten bij luchtwassers binnen de intensieve veehouderij. Het onderzoek geeft aan dat sprake is van een groot toezicht- en naleeftekort bij luchtwassers van intensieve veehouderijen. Dat wil zeggen dat bij veel intensieve veehouderijbedrijven de luchtwasser ontbreekt, niet aan staat of slecht functioneert én dat het toezicht daarop heel slecht is!

Slechte inzet van luchtwassers zorgt voor extra ammoniakemissie van 2,5 kiloton
Deze bevindingen liggen in lijn met een eerder onderzoek van de Handhavings-samenwerking Noord-Brabant uit 2010 en een recente evaluatie van de provincie Noord-Brabant. Het RIVM heeft op basis van de geconstateerde naleeftekorten een berekening uitgevoerd waaruit naar voren komt dat hierdoor de veronderstelde emissiereductie van de werking van de luchtwassers voor de helft teniet gedaan wordt. Op nationale schaal bezien komt dit neer op een extra ammoniakemissie van 2,5 kiloton in 2010.

In de intensieve veehouderij worden in toenemende mate luchtwassers ingezet om ammoniakemissies uit stallen te verminderen. Uit onderzoeken van twee inspectiediensten in 2009 en 2011 bleek dat een deel van de luchtwassers ontbreekt, uit staat of niet goed functioneert. Het RIVM heeft vervolgens berekend wat de effecten van deze bevindingen zijn op de totale ammoniakemissie uit de Nederlandse landbouw. In 2010 werd mogelijk 2,5 kiloton meer ammoniak uitgestoten dan de tot nu toe vastgestelde 107 kiloton. De berekeningen zijn uitgevoerd in opdracht van de Inspectie Leefomgeving en Transport.

Met goed functionerende luchtwassers kan de ammoniakemissie uit stallen met 70 tot 95% verminderd worden. De wasser wordt voorgeschreven in de vergunning; in 2010 was ongeveer 20% van de varkensstallen ermee uitgerust. Handhavingsamenwerking Noord-Brabant constateerde in 2009 dat 40% van de voorgeschreven wassers niet aanwezig was of uit stond. Bij nog eens 45% werden andere tekortkomingen geconstateerd. De Inspectie Leefomgeving en Transport constateerde in 2011 bij 72% van de luchtwassers tekortkomingen, zonder deze nader te specificeren. Daarnaast werd bij 32% van de wassers geen en bij 39% maar beperkt toezicht gehouden door de gemeenten.

Gebaseerd op gegevens zoals die in de Emissieregistratie worden gebruikt, is tot op heden verondersteld dat in 2010 met luchtwassers 23% van de emissie uit varkensstallen zou worden voorkomen. Op de totale ammoniakemissie uit de landbouw vertaalt zich dit in een reductie met 4,5%. Uit de berekeningen blijkt echter dat in de praktijk naar schatting ongeveer de helft hiervan daadwerkelijk is gerealiseerd.

Voor staatssecretaris Atsma van Infrastructuur & Milieu en Bleker van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie was het onderzoek uit 2010 aanleiding tot het opnemen van een verplichting om de werking van luchtwassers elektronisch te monitoren in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Deze verplichting treedt op 1 januari 2013 in werking en gaat direct gelden voor nieuwe luchtwassers. Voor bestaande luchtwassers geldt een overgangstermijn van 3 jaar.

Zie voor meer informatie de publicatie "Naleeftekorten bij luchtwassers in de intensieve veehouderij. Effect op emissie(-reductie) van ammoniak" van het RIVM en het rapport "Toezicht- en naleeftekorten bij de IPPC branche intensieve veehouderij" van de Inspectie Leefomgeving en Transport in de bijlage.

(Bron: Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 01/11/12)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel