Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Waar de PvdA in de Tweede Kamer in juni 2012 nog een motie indiende om de omvang van intensieve veehouderijen te beperken, (hier te lezen) is de partij - zo lijkt het - 180 graden gedraaid: "Intensiveren en schaalvergroting moet", zegt PvdA-Tweede Kamerlid Sjoera Dikkers in een interview met "Food for Food" (auteurs: Jan Peter van Doorn en Leo Koomen). Het Kamerlid gaat in het interview ook in op de plannen van het Nieuw Gemengd Bedrijf in Grubbenvorst.

Stallen NGB diervriendelijk
Sjoera Dikkers stelt in het interview van Food for Food: "We zijn niet tegen een intensivering van de landbouw. Ik snap ook dat als je meer eisen stelt aan dierwelzijn en milieu, je niet ontkomt aan meer intensivering. Bij elke eis die wij hier in de Kamer neerleggen, zegt de Rabobank tegen de boer dat hij verder moet opschalen. Anders zijn de investeringen ook niet te betalen. In Horst aan de Maas zijn de nieuwe stallen voor kippen eigenlijk diervriendelijker dan de kleinschalige stalsystemen die we jaren gekend hebben. Zolang we maar de eisen aan milieu en dierwelzijn blijven stellen.” Daarmee sluit Sjoera Dikkers aan bij de visie van de VVD. De visie van de VVD, van Tweede Kamerlid Helma Lodders, is vrij duidelijk: landbouw moet grootschalig en intensief. Ze schreef het deze week nog in Het Financieele Dagblad. Het is een visie die je ook bij Aalt Dijkhuizen ziet, of Louise Fresco.

Opportunisme
In het regeerakkoord van VVD en PvdA staat weinig over voeding en voedsel. En Sjoera Dikkers vindt dat geweldig. Nou hebben we al vaker mee gemaakt dat de PvdA draait. We zien dat in Provinciale Staten, waar de PvdA tegen voorstellen ter ondersteuning van kleinschaligheid stemt, terwijl ze in haar verkiezingsprogramma juist schrijft daar voor te zijn. We zien dat in de gemeenteraad van Horst aan de Maas, waar de PvdA zegt tegen het NGB te zijn, maar steeds als er gestemd moet worden, juist vóór stemt. Sjoera Dikkers begrijpt de unieke situatie voor een opportunistische opstellen, die ontstaan is door het regeerakkoord. Op de vraag van Foof for Food daarover zegt Sjoera Dikkers, lachend: “Ja, goed hè? Dat is een enorm voordeel. Je kunt er alle kanten mee op.”

Weergave interview in Food for Food
Hebben VVD en PvdA nu dezelfde visie?
“Nee. Vanmorgen (13 december) heeft Helma Lodders een motie ingediend om varkenshouders de gelegenheid te geven hun varkens langer tussen stalen stangen te laten staan na inseminatie. Nu moeten die varkens na vier dagen weer in de groepshuisvesting geplaatst worden, en de VVD wil dat oprekken naar 28 dagen. Dan moet zo’n beest dus een maand tussen stangen stil blijven staan om te kijken of ze weer berig gaat worden. Ten aanzien van het dier denkt de VVD alleen in economische perspectieven, en de PvdA in perspectieven van dierwelzijn, voedselveiligheid, veiligheid voor de omwonenden. Uitsluitend een economisch perspectief vinden wij een te smalle marge.”

De vrijheid van ondernemen wordt daarin minder?
“We stellen heel duidelijke voorwaarden aan de uitbreiding. Het grootste deel van de productie is bestemd voor de export. Als je als sector dan aan de Nederlandse samenleving daar draagkracht voor vraagt, mogen we daar ook eisen aan stellen. Bijvoorbeeld eisen aan hoe er met dieren wordt omgegaan. Maar dat mag ook, omdat er behoorlijk wat geld naar die sector gaat. Europese subsidies, innovatiesubsidies, de waterschappen houden het grondwaterpeil op niveau. Ik ben enorm trots op de sector: hij is enorm innovatief, de beste zaadveredeling komt hier vandaan, onze kippen hebben het veel beter dan de kippen in Oekraïne. Daar ben ik trots op. Maar de sector moet wel binnen de gestelde grenzen opereren.”

De intensivering in de sector is de laatste dertig, veertig jaar enorm toegenomen. Is er überhaupt nog wel ruimte voor verdere intensivering?
“Het aantal dieren is toegenomen, maar het aantal boeren loopt terug in die periode. En dat aantal boeren loopt nog steeds terug. Intensivering is nodig als je de productie op niveau wilt houden. We moeten straks negen miljard mensen voeden. Dat hoeft niet allemaal uit onze Peel-regio te komen, Nederland moet het veel meer hebben van een hoog kennisniveau. De melkproductie die in poedervorm de grens over gaat heeft niet zo veel zin.”

“De duurzaamheidseisen die we nu aan landbouw stellen zijn met kleinschalige landbouw niet renderend te krijgen. Er is een biologische niche waar een deel van de mensen voor wil betalen, maar voor de bulk is schaalvergroting de enige wijze waarop een boer een boterham kan verdienen.”

Maar nu zie je dat dat eigenlijk niet lukt: de boer krijgt nog steeds geen geld voor zijn producten…
“De melkprijs doet het nu heel goed, maar ook graan, suiker, bollen… Over het algemeen gaat het goed met de agrarische sector. We zijn de tweede exporteur ter wereld, wat voor de postzegel die Nederland is best indrukwekkend is. Het is een sector van grote economische betekenis. Alleen al in de zuivel werken dertigduizend mensen. De agrarische sector is de grootste maak-industrie van Nederland. Ik ben daar erg enthousiast over.”

Dus het gaat goed?
“Het kan altijd beter. Als het wat minder gaat wordt al snel naar de overheid gekeken voor een oplossing. Bij kledingwinkels wordt bij te veel concurrentie niet aan de overheid gevraagd om compensatie of regulering. Maar quotering van de productie van melk of suiker kan nu eenmaal niet aan de markt worden overgelaten.”

De sector kijkt naar de overheid omdat die zich ook behoorlijk heeft gemend in het bedrijfsproces…
“En terecht. Als het gaat om Q-koorts of om fijnstof uit kippenschuren, dan dient de overheid regulerend op te treden. Wij willen graag een regio-gebonden landbouw - regio’s dan Europees gezien - om te zorgen dat de landbouw op peil blijft. Het hoeft niet allemaal in Nederland geproduceerd te worden, maar we willen niet afhankelijk worden van de graanprijs of maïsprijs in Amerika om hier ons vee te voeden. We moeten veel meer naar een Europees systeem en daar zullen we de buitengrenzen grenzen enigszins voor moeten afschermen, om de agrarische sector binnen Europa te accommoderen. We kunnen niet zonder de boeren, en we kunnen de boeren niet overleveren aan de markt. Boeren zijn geen winkeliers.”

Terwijl we eigenlijk wel willen dat ze dat zijn: alle rapporten van de afgelopen jaren tenderen allemaal naar ‘de boer als ondernemer’.
“Het zijn ook logische dingen, dat verwachten wij ook van een gemiddeld museum tegenwoordig. Maar de klasgenoten van mijn vroegere landbouwschool die het nu goed doen zijn allemaal commerciële jongens. Een van hen houdt Hereford-runderen en zit in suikermaïs. Zodra het in een van de sectoren slechter gaat differentieert hij weer. Zo bouwt hij een prachtig bedrijf, diervriendelijk, milieuvriendelijk, uitstekend. Maar er zijn genoeg boeren die niet zo ondernemend zijn, en die het een stuk moeilijker hebben.”

Zit Nederland in de intensivering niet al lang aan zijn maximale schaal?
“Nee, dat denk ik niet. Ik denk dat het aantal ondernemingen verder terug zal lopen en dat de bedrijven die overblijven groter zullen worden. Dat zijn dan geen familiebedrijven meer, dat wordt agrarische industrie. Die zal niet makkelijk meer in het landschap zijn in te passen, maar we zullen naar agrarische industriegebieden moeten. Bijvoorbeeld op de Maasvlakte. De consument heeft nog steeds het beeld van de Ot-en-Sien-landbouw, van de gezellige boer met vijftien koeien. Maar zo zit de markt niet in elkaar. Het is geen reëel beeld meer.”

Is het wel reëel dat we als klein landje met een beperkte hoeveelheid grond vijf keer meer produceren dan we zelf nodig hebben? Is die verhouding niet zoek?
“Nee, we exporteren het en hebben die export nodig. Er zit natuurlijk een enorme druk op de pluimveesector, de varkenssector en de geitenhouders. Er zijn terecht grote zorgen over en er zijn veel maatregelen genomen. Maar we moeten zorgen dat de boer kan ondernemen binnen de grenzen die we stellen in milieu, dierwelzijn, gezondheid en energieverbruik. En dat kan. Dat we zo veel exporteren is helemaal niet verkeerd. Ik heb liever dat een varken hier groot wordt dan elders in Europa."
“De landbouw mag groeien en intensiveren, maar wel binnen die grenzen. Het regeerakkoord spreekt van groei, binnen de normen die door de Commissie Van Doorn zijn opgesteld. Die grenzen zijn duidelijk, en het is mogelijk om daarbinnen verder te groeien. Dat kan. We willen wel dat de regels landelijk worden vastgesteld, dat niet een gemeente met een andere politieke kleur ineens met andere maten gaat meten.”

Deze maand stopt de overheid met het Platform Verduurzaming Voedsel en laat het initiatief verder aan de marktpartijen. Waarom stopt de overheid al na drie jaar, terwijl je weet dat dat eigenlijk vijftien jaar duurt?
“Dat snap ik ook niet. We hadden daar niet uit hoeven stappen.”

Nu laten de marktpartijen heel politiek correct zien dat ze ook zonder de overheid kunnen, maar het initiatief is nu weg natuurlijk.
“Het vorige kabinet heeft zich erg veel teruggetrokken uit initiatieven die het kabinet dat daarvoor kwam juist in het leven had geroepen. Ik wil daar naar kijken. Het zou jammer zijn als we ons uit alle initiatieven in verduurzaming zouden terugtrekken. Maar de conservatieve stroming in landbouw is nog groot. Als Lodders met dat voorstel om varkens vier weken tussen stangen te zetten de PVV meekrijgt heeft de VVD ons helemaal niet nodig. Soms is het een zegen dat dingen niet in een regeerakkoord staan, maar in dit geval is het jammer.”

Louise Fresco stelt: biologisch kan de wereld niet voeden (Lees hier meer over haar boek "Hamburgers in het Paradijs"). Wat is uw standpunt?
“Ik denk dat zij gelijk heeft, en ik vind het wel zuur, moet ik zeggen. Van de andere kant: biologisch is niet de enige weg naar duurzaamheid. We kunnen blijven kijken waar we de productie steeds duurzamer kunnen maken. En we kunnen elementen uit de biologische landbouw invoeren om de landbouw zo veel mogelijk te verbeteren, zonder strikt biologisch te zijn.”

De afgelopen dertig jaar is de PvdA op zijn zachtst gezegd wat onzichtbaar geweest in zijn standpunt ten aanzien van de landbouw, beaamd Dikkers. “We hebben ons heel erg in de niche opgehouden. En nu nog.” In één zin vat ze het standpunt van haar partij samen: “Duurzame landbouw, met het gezicht naar de samenleving, en we kunnen niet ontkomen aan verdere intensivering.”

Dat ligt toch dicht bij de standpunten van uw collega van de VVD...
“De VVD is wat ruimhartiger op het gebied van ondernemen. Wij willen de veiligheid van de burger bovenaan. Als je niet kunt waarborgen dat mensen geen Q-koorts meer krijgen, dan moet je niet willen uitbreiden. Er zijn tien mensen overleden aan de Q-koorts, en dat had voorkomen kunnen worden.”

NB: Helma Lodders van de VVD schreef in dezelfde week dat dit interview verscheen een betoog in het Financieele Dagblad. Haar standpunten leest u hier.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel