Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Den Haag – Het Nederlandse ammoniakbeleid is op korte termijn niet effectief genoeg om biodiversiteit te beschermen. Ook het dierenwelzijnsbeleid vertoont 'slechts geringe voortgang'. Dat concludeert de Algemene Rekenkamer in een rapport over de duurzaamheid in de intensieve veehouderij (zie bijlage). De Rekenkamer beveelt de staatssecretarissen van Economische Zaken en Infrastructuur en Milieu aan om de milieuvoorschriften voor ammoniakuitstoot aan te scherpen om zo de stikstofneerslag te verlagen. Volgens de Rekenkamer verdraagt zogenoemde kwetsbare natuur maximaal 1.000 mol terwijl het landelijk gemiddelde op 2.000 mol per hectare ligt.

Tegelijkertijd is de invoering van de Programmatische Aanpak Stikstof vertraagd, terwijl de helft van de milieuwinst voor uitbreiding van de veehouderij is bestemd. Op termijn kan het nodig zijn om ruimtelijke doelen te wijzigen, bijvoorbeeld door een duidelijke keuze waar veehouderij of natuurkwaliteit voorrang krijgt. De Rekenkamer pleit ook voor betere handhaving van milieuvoorschriften samen met gemeenten en provincies en wijst in dat verband op problemen door slechte naleving van het gebruik van luchtwassers. Ook moeten meetmethodes voor ammoniak worden gehanteerd waarbij nieuwe inzichten en ontwikkelingen zijn verwerkt.

Het beleid van het ministerie van EZ zorgt voor geringe voortgang van het bevorderen van dierenwelzijn in de intensieve veehouderij stelt de Rekenkamer. Maatregelen worden vaak uitgesteld en de ingangsdatum ligt vaak jaren na invoering van wetgeving zoals bij welzijnsregels voor varkens en kippen. Ook blijkt uit controles dat dierwelzijnsregels worden overtreden; in 2011 bij ruim 30 procent van de varkenshouders en bij meer dan de helft van de vleeskuikenhouders, aldus de Rekenkamer. Aangezien de staatssecretaris van EZ meer verantwoordelijkheid bij de sector zelf neer wil leggen beveelt de Rekenkamer aan om duidelijke eisen te stellen aan dit toezicht door de sector zelf en de controle van de NVWA daarop.

In een commentaar stellen de milieuorganisaties Mobilisation en Vereniging Leefmilieu dat zij in het rapport van de Rekenkamer een bevestiging zien van hun inzet. Ze wijzen onder andere op een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake een conflict in de provincie Overijssel (zie bijlage) die nog eens accentueert welke problematiek er speelt. Inmiddels hebben de twee milieuorganisaties zich in ca. 100 lopende vergunningprocedures gemengd.

Het grootste probleem is volgens hen gelegen in het feit dat de provinciebesturen onherroepelijke vergunningen verlenen waarvan de cumulatie van vergunde deposities onverenigbaar zal zijn met de eisen van goed natuurleefmilieu. Indien alle bestaande bedrijven over een onherroepelijke vergunning komen te beschikken, dan zal daarmee een nauwelijks oplosbaar bestuurlijk probleem zijn gecreëerd. Mobilisation en Vereniging Leefmilieu roepen de provinciebesturen zoals die van Brabant en Limburg (provincies met een concentratie van Intensieve veehouderijen) op hun vergunningenbeleid te herzien, met inachtneming van de inzichten van de Rekenkamer.

(Bron: Boerderij, Wim Esselink, 22 mei 2013)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel