Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Actiegroep Behoud de Parel schrijft in een brief aan het college van B&W, dat de actiegroep voorstander is van de ontwikkeling van het Landbouwontwikkelingsgebied Witveld. Daarbij moet het wat betreft Behoud de Parel wel gaan om gezinsbedrijven, die voldoen aan strikte milieueisen en die moeten worden verplaatst omdat ze elders de natuur aantasten of een belasting vormen voor woonkernen. De bedrijven die binnen het LOG Witveld worden geplaatst moeten binnen een redelijke omvang blijven (vandaar dat de vestiging van het NGB door Behoud de Parel wordt afgewezen!) en de komst van het bedrijf moet geen aantasting betekenen voor de leefomgeving van omwonenden en de kern Grubbenvorst. Anders zou de verplaatsing van bedrijven slechts het verplaatsen van problemen betekenen.

De brief van Behoud de Parel aan het College van B&W wordt gestuurd naar aanleiding van een aanvraag voor verplaatsing van een kalvermesterij naar het LOG Witveld. Bedoeld bedrijf – nu nog gevestigd tegen de kern van Hegelsom – gaat binnen het LOG groeien van 600 naar 1200 vleeskalveren. Op zich volgens Behoud de Parel geen probleem. De actiegroep verbaast zich wel over het feit dat de vergunningaanvraag al is ingediend, terwijl de gemeenteraad nog moet besluiten hoe het LOG Witveld ingericht wordt en aan welke eisen voldaan moet worden. Ook de Milieufederatie Limburg schrijft in een brief aan het college, dat de behandeling van de vergunningaanvraag voorbarig zou zijn, nu de inrichtingseisen van LOG Witveld nog niet vastgelegd zijn (zie bijlage).

Behoud de Parel voorziet met betrekking tot de huidige aanvraag van Klopman problemen en dan met name aantasting van milieu en leefomgeving. Volgens Behoud de Parel zou een vergunningverlening haaks staan op de doelstellingen van de reconctructiewet en de Europese milieuregelgeving. Daarmee zou instemmen met deze vergunningaanvraag voor Behoud de Parel onacceptabel zijn.

Behoud de Parel doet het College van B&W in haar brief een concreet voorstel. Het voorstel houdt in dat bij de beoordeling van bedrijven dezelfde criteria gehanteerd worden als bij een MER-procedure, ook al zouden de concrete bedrijven daar niet toe verplicht zijn (dat zou bij Klopman bijvoorbeeld betekenen dat ook dit bedrijf combiwassers dient te installeren), dat er geen overlast veroorzaakt wordt door laad- en losactiviteiten, dat voor de verwarming geen gebruik kan worden gemaakt van verbranding van 36.000 m³ houtpellets, zoals bij Klopman wel de bedoeling is. Volgens Behoud de Parel heeft zulk een verbranding een enorme uitstoot van rookgassen, fijnstof, thermische verontreiniging en mineralen-assen tot gevolg en het brengt op zijn minst twee tot vier vrachtbewegingen extra per dag met zich mee. Behoud de Parel pleit in haar brief voor voorzieningen tegen milieuverontreiniging (denk aan onder andere rookgasreinigingen, opslag en gecontroleerde afvoer van vliegas) en beveelt alternatieven als de zonneboiler, zonnecollectoren en warmtepomp, gecombineerd met aanvullende propaangasketel, aan als milieu- en dus mensvriendelijker.

In zijn algemeenheid stelt Behoud de Parel voor dat bij de inrichtingseisen, zoals die aan de gemeenteraad op 12 februari voorgelegd worden, dit soort zaken – de duurzaamheid van bedrijven in het LOG – goed geregeld worden. Indien een vergunningaanvraag als die van Klopman met deze inhoud gehonoreerd wordt, twijfelt Behoud de Parel sterk aan die duurzaamheid.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel