Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Biomassa is niet per definitie een duurzame energiebron. Aan sommige vormen van biomassa kleven grote nadelen, zoals ontbossing, hogere voedselprijzen en soms zelfs meer CO2-uitstoot dan bij fossiele energieproductie. Toch zijn er ook in Nederland mogelijkheden voor duurzame biomassa. Dit stellen de Provinciale Milieufederaties en Stichting Natuur en Milieu in hun rapport ‘Heldergroene biomassa’.

‘Heldergroene biomassa’ is op 24 januari aangeboden aan EZ-minister Van der Hoeven. De milieuorganisaties roepen de overheid op om alleen echt duurzame biomassa te subsidiëren of op andere wijze te stimuleren. In het rapport staan tien criteria, waaraan zulke biomassa moet voldoen. Aan de hand daarvan komen de milieuorganisaties tot een oordeel over ‘goede’ of ‘foute’ biomassa.
Ronduit positief zijn de organisaties over het gebruik van industrieel resthout, snoei- en dunningshout, bermgras en papierslib. Anderzijds krijgt de inzet van plantaardige oliën (koolzaad, palmolie), mais en mestvergisting, zoals bijvoorbeeld toegepast bij het Nieuw Gemengd Bedrijf nabij Grubbenvorst een negatief oordeel.

In de visie ‘Heldergroene biomassa’ noemen de milieuorganisaties vormen van duurzame biomassa die in Nederland geproduceerd kunnen worden. Ze kiezen voor schoon resthout uit de industrie, snoei- en dunningshout uit bossen en houtwallen en papierslib (een restproduct uit de papierindustrie). Ook kunnen gewassen als wilg, riet en olifantsgras worden geteeld.
De teelt van hout kan een mogelijkheid zijn om projecten te financieren gericht op landschapsherstel, natuurontwikkeling en recreatie. Vroeger waren kleine houtopstanden heel gewoon als bron van gebruikshout. Biomassa uit ooibossen, broekbossen, grienden en houtsingels kunnen de biodiversiteit in het landelijk gebied herstellen.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel