Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Wiek Lenssen vroeg het hen op 7 maart tijdens de door de SP-werkgroep Land- en Tuinbouw Noord-Limburg georganiseerde informatieavond over de economische kansen van biologische boeren In Noord-Limburg. De ondernemers Annet Harberink en Twan Linssen, wethouder Bob Vostermans van de gemeente Horst aan de Maas en Grondbeheerder Limburgs Landschap Ger Frenken gingen er frank en vrij op in: de kansen van biologische boeren in Noord-Limburg.
 
De vraag naar biologische producten neemt toe, maar de biologische landbouw zit in de knel. Nederland loopt binnen Europa achterop als het om biologische landbouw gaat, binnen Nederland loopt onze regio achterop. We hebben dus een inhaalslag te maken. Annet Harberink van Natuurderij Keizersrande melkt zoegnaamd MRIJ-vee. Koeien die goed passen in de omgeving en bestand zijn tegen de natte omstandigheden en het ruige gras dat ze eten. Ze worden biologisch dynamisch gehouden, krijgen minder antibiotica en meer ruimte zodat ze de hoorns kunnen houden. De dieren worden gehouden in het stro, wat stalmest oplevert wat ideaal is voor het bouwland. De kringloop wordt volledig gesloten, er worden dus geen meststoffen of mineralen aangevoerd. Het is een regioproduct. De productie wordt afgestemd op wat de grond te bieden heeft. Zonnepanelen op het dak leveren de volledige stroomvoorziening van het bedrijf. Alle grond is Natura-2000-gebied, dus ze moeten zorgen voor rustgebied voor weidevogels, landschapselementen als heggen en hagen moeten worden onderhouden en leeuwerikveldjes en faunaranden worden aangelegd. Drie grote geulen zijn gegraven om het waterpeil bij Deventer lager te houden. De uiterwaarden vormen uitstekende natuurgronden, maar van oudsher ook goed landbouwgrond. ‘Daarom moeten we er verantwoord mee omgaan.’ Omdat ze in een Natura-2000-gebied zit, gelden er extra eisen. De provincie Overijssel eist een biologisch-dynamische bedrijfsvoering. Ook moet ze nog mineralen van het land afvoeren. Frustrerend vindt Harberink het dat ze al twee jaar superheffing betaalt, ‘als boetedoening voor de intensieve sector’. Het beleid draait volgens haar altijd om exportbelangen. ‘80 procent van de melk wordt geëxporteerd. We hebben gewoon te veel stront. We slepen te veel hier naartoe.’ En ze wijst op de derogatie die binnen Europa alleen voor Nederland geldt: ‘We zijn het enige land in Europa dat meer mag bemesten dan de Brusselse wetgeving bepaalt, omdat we ook meer produceren.
 
Ger Frenken van het Limburgs Landschap wijst op het knelpunt van de biologische landbouw: ‘Ze moeten rechten bijkopen, terwijl ze vaak minder zwaar zijn gefinancierd.’ Wethouder Bob Vostermans stelt dat Horst aan de Maas een heel diverse agrarische gemeente is. ‘We hebben niet alleen intensieve landbouw, maar ook boomteelt en blauwe bessen.’ De biologische landbouw is heel beperkt. Er zijn er twee vanuit de dierlijke sector: Een Livar-bedrijf en een legkippenbedrijf. Daarnaast zijn er nog een paar in de groenten- en de boomteelt. ‘Ik ben benieuwd: waar zit hem die belemmering nu precies?’’
 
Twan Linssen heeft een melkveehouderij in Beegden in de uiterwaarden van de Maas. Vorig jaar is het bedrijf 500 meter verplaatst, zodat het wat hoger kwam te liggen. Beegden is erg waterrijk; Linssen is de enige melkveehouder in die plaats. Ze produceren hooimelk. Dat is een Oostenrijks systeem. Nu levert hij nog tegen de reguliere melkprijs. Volgend jaar hoopt hij een meerprijs te krijgen voor zijn hooimelk.
Biologisch is het bedrijf nog niet, wel kan hij alle mest op eigen grond kwijt. Hij wil naar een bedrijf met 100 melkkoeien, 60 stuks jongvee en 100 hectare. Hij heeft 20 hectare zandgrond, verder is de grond heel divers. Hij wil graag overschakelen naar biologisch, maar SKAL eist een overgangsperiode van twee jaar. Dit trekt hij financieel niet.
 
Steun van de overheid?
Wiek Lenssen stelt dat de vraag naar biologische producten groot is. Bij Aurora komen ze tien miljoen liter tekort. Hij vraagt zich af of er vanuit de overheid geen mogelijkheid is om die omschakeling te stimuleren. Wethouder Vostermans kan zich niet voorstellen dat lokale overheden dit kunnen stimuleren - ‘financieel, want daar gaat het dan om’. Als zoiets van de overheid zou komen, is dat een taak voor de landelijke overheid. Als de gemeente al iets zou kunnen doen, dan ligt dat op het gebied van ruimtelijke ordening. Vorstermans: “Maar ik vraag me af: waar zit dan het knelpunt? We hebben nu het rivierplan Ooijen Wanssum. Ik kan me voorstellen dat daar grond vrijkomt voor biologische boeren”. Presentator Lenssen heeft zich laten vertellen dat biologische producten gezonder zijn. Eenvoudigweg omdat er veel meer stoffen in de bodem zitten. Dit levert uiteindelijk een product met meer voedingswaarde. Horst aan de Maas heeft als stip op de horizon 2025 aangewezen om dan de gezondste gemeente van Nederland te zijn. Vanuit dat oogpunt zou alles biologisch moeten worden, werpt hij de wethouder voor. Bob Vostermans: “Het gaat om gezonde bedrijven met een gezonde bodem en gezonde boeren. Dit betekent ook: economisch gezonde bedrijven. Mijn vraag is dus: hoe ziet het gezonde verdienmodel eruit? Als dat gezond verdienmodel er is ben ik er erg voorstander van om de hele gangbare landbouw om te schakelen. Het gaat er dus om: hoe zorg je dat de landbouw ook economisch gezond is?” Vostermans later in de discussie: “We moeten bekend zijn met elkaars uitdagingen. Dan kunnen we samen de volgende stap maken. Wij hebben in Horst aan de Maas geen specifiek beleid voor biologische boeren. De eerste stap daartoe is bekend raken met elkaars uitdagingen”. Richard de la Roy, raadslid van de gemeente Venray, vertelt over een maatschappelijke dialoog in zijn gemeente. Daar kwam een aanbeveling uit om de landbouw te verduurzamen, met een accent op biologische landbouw. Samenwerken met Venray is dus heel wel mogelijk. Wethouder Vostermans benadrukt nog eens dat hij benieuwd is hoe hier invulling aan wordt gegeven en vindt dat we elkaar vaker moeten opzoeken. Hans Heijnen van de Milieu- en Natuurfederatie Limburg wijst op een manifest dat drie jaar geleden is ondertekend waarin wordt verklaard dat de landbouw tegen 2025 een lust voor de omgeving moet zijn. Horst heeft deze intentie ook ondertekend. We maken kleine stapjes, maar er gebeurt nog maar weinig.
 
Steun vanuit de grootgrondbezitters?
Vanuit de zaal geeft oud-boerin Riky Schut richting het Limburgs Landschap aan dat het misschien tijd is dat boeren ruimte krijgen om in natuurgebieden te boeren. Ze hebben grond nodig. Als boerin heeft Schut altijd gestreefd naar grondgebonden bedrijfsvoering. ‘Het was een hels karwei’. Tijdens de ruilverkaveling moest de landbouw twee tot drie procent inleveren voor natuur. ‘Wij met ons bedrijf raakten tien hectare kwijt. Dat was eenderde van ons areaal. Dus de grondgebonden landbouw voor de varkens en zoogkoeien viel weg. “Wordt het niet eens tijd dat we de zaak omkeren?” Presentator Wiek Lenssen stelt dat in het verleden ook veel natuur is ingeleverd ten bate van de landbouw. ‘Maar als je het goed doet, hoeft misschien niemand wat in te leveren.’ Vanuit de zaal wordt aangegeven dat dat de grote knelpunten zijn! Staatsbosbeheer heeft bij ons in Brabant honderden hectaren. ‘Ik roep al jaren: verpacht jullie landbouwgrond nu eens aan de biologische landbouw. Maar natuurorganisaties hebben daar geen enkel belang bij. Het Limburgs landschap is wat dat betreft nog het braafste jongetje van de klas’. Ger Frenken van Limburgs Landschap:Dat natuurgronden aankocht worden heeft te maken met de intensivering van de landbouw. Met een overbemesting van misschien wel 100 kg fosfaat per hectare! (de huidige norm is 60 tot 70 kg per ha - red.). Dat was de keerzijde van een intensieve landbouw die zeer succesvol was. Het leverde een grote vooruitgang in de voedselproductie en veel afgeleide werkgelegenheid zoals bij de banken, de ruilverkaveling en hier in Horst bij de John Deere-fabrieken. In de jaren vijftig was de vervuiling met chemische middelen enorm. Nu moet het andersom: de reguliere landbouw wordt veel duurzamer. En dat moet ook. De biologische landbouw doet het al heel duurzaam. In de jaren ’70 ontstond er een omslag in het denken over de relatie tussen landbouw en natuur. Er kwamen vergoedingen en inkomenscompensaties en beheersovereenkomsten om minder intensief te boeren.
Als Limburgs Landschap hebben wij de opdracht soorten veilig te stellen. Ik vind het initiatief van Harberink heel mooi, maar mijn boodschap is: de intensieve veehouderij moet duurzamer in plaats van het inleveren van natuurgebieden aan de landbouw.
Natuurlijk is biologisch boeren veel beter voor de bodem en de natuur. Laat daarom de intensieve veehouderij maar omschakelen. Harberink: “Natuurorganisaties verpachten hun grond tegen de hoogst prijs. Verder kijken ze nergens naar. Terwijl die gronden zijn verworven met overheidsgeld. Je zou dus een statement maken als je zegt: Wij kiezen bij het verpachten voor biologisch”. Ron Janssen van Plattelandscoöperatie Peel en Maas stelt dat de meeste ondernemers te veel de oren laten hangen naar de toeleveranciers. Die zijn helemaal niet mee bezig met biologische landbouw. Ze kijken alleen naar de standaardlandbouw. De Rabobank zet helemaal in op Smart Farming, dus op intensivering. “Wij (de plattelandscoöperatie, red.) richten ons op die agrarisch adviseurs en scholen om hen ook andere woorden te leren behalve alleen Roundup”.
 
Versterking landbouw en natuur
Harberink: “Waarom is er zo’n scheiding tussen landbouw en natuur? Waarom kunnen ze elkaar niet versterken? Wij zijn sinds 2006 bezig en moeten aan de meest verschrikkelijke vergunningen voldoen, terwijl er nul bezwaar is vanuit de lobby. De enige bezwaren komen uit de donkergroene hoek: Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten. Zij hebben het idee dat je in echte natuur niet kunt boeren. Mijn drive is het om te laten zien dat dit wel kan”. Frenken van Limburgs Landschap: ‘De gronden die wij verpachten doen 100 tot 150 euro per jaar. Dat zijn dus geen hoge kosten. Voorbeeld: Kaldenbroek. Daar worden natuurgebieden verpacht aan reguliere boeren, zij doen er natuurbeheer bij. Wij worden als Limburgs Landschap afgerekend op natuurdoelen en op de opbrengst van de pacht. Er wordt van alle kanten bezuinigd, wij moeten ook onze eigen broek ophouden. Wij zitten ook in de tang. Vanuit de zaal vertelt Hans Heijen van de Milieufederatie Limburg: “In ’97 is de Mergellandcorporatie opgericht door de LLTB en de Milieufederatie. Een project voor de biologische landbouw waarbij twintig boeren zijn aangesloten. Doel: van elkaar leren, het aandeel biologisch vergroten en biologisch beter profileren. Dat initiatief kan hier uitgerold worden”. Voorman van Limburgs Landschap Frenken betoogt dat de bodem “het uitgangspunt van ons handelen”. De stikstofuitstoot van de intensieve landbouw heeft tot verzuring van het bos geleid. Landbouwgronden zijn vaak tot een meter diep met fosfaat verzadigd. Dit is funest voor de soortenrijkdom van het grasland. Wat de bodem betreft zijn landbouwsystemen bacterie-gestuurd. Natuur gaat uit van een arme situatie, dan is de bodem schimmel-gestuurd. De bodem is inderdaad heel bepalend. De biologische landbouw heeft dus niks aan soortenrijke graslanden, want die leverden vroeger ook al niks op”. Frenken vertelt over de beperkingen van het Limburgs Landschap: ‘We hebben primair andere doelen. Biologisch is interessant en dat willen we stimuleren. Soms hebben we een paar hectare te verpachten, we kunnen dan de voorkeur geven aan biologische landbouw. Maar kom niet allemaal massaal de Maas over”.
 
Autochtoon of allochtoon?
Harberink vraagt zich af waarom het Limburgs Landschap Schotse Hooglanders en Galloway inzet voor de begrazing. Waarom geen MRIJ? Frenken: Dit is vaak een historische ontwikkeling. De grensmaas en de zandmaas hebben biodiversiteiten met oeverzones en ruigtes. Dat is anders dan hooiland en beweiden. Als je grasland laat staan ontstaan er meer ruige kruiden en het wemelt van de insecten. En Galloways zijn winterhard. Maar de MRIJ is van oudsher ook winterhard, wordt vanuit de zaal geroepen. Harberink: “MRIJ-vlees is veel lekkerder. Het is zonde dat die geen kans krijgen in natuurgebieden. Het was een van de drie grote rassen in Nederland, maar nu is het een zeldzaam huisdierras. Een dubbeldoelkoe bestaat haast niet meer. Het is ooit mode geweest om zoveel mogelijk exotische dieren te houden in natuurgebieden zoals het Przewalskipaard. Die trend is gelukkig voorbij.

Slotconclusies
Aan het eind van de avond wordt – terugkijkend - geconcludeerd dat het Limburgs Landschap bereid gevonden is bij het verpachten van gronden de voorkeur te geven aan biologische landbouw, er kan samengewerkt worden met de gemeente Venray en de gemeente Horst heeft de intentie om er werk van te maken en de wil elkaar vaker op te zoeken. Vanuit de zaal is het idee geopperd een kerngroep in het leven te roepen en wethouder Vorstermans heeft gezegd graag gesprekspartner te zijn. Als biologische ondernemers met een goed plan komen, wil de gemeente vast meewerken.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel