Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Meer dan driehonderd toehoorders waren gisteravond bij de bespreking van het burgerinitiatief tegen megastallen in de Overijsselse staten.

’Vertegenwoordigers, hier zit het volk’ staat er op een spandoek. ’Misbruik het log niet voor de bio-industrie’, smeekt een ander. De statenzaal van de provincie Overijssel in Zwolle zit tot de nok toe vol met boeren en buitenlui. Ondanks het mooie weer zijn ze afgekomen op de vergadering van de statencommissie ruimte, duurzaamheid en water, die het burgerinitiatief tegen megastallen bespreekt.

Formeel vragen de ruim zevenduizend inwoners van het Overijsselse platteland die het initiatief hebben ondertekend, om een wijziging in het Reconstructieplan Salland-Twente. De meesten willen af van een van de 26 landbouwontwikkelingsgebieden die door de provincie zijn aangewezen. In deze logs mogen boerenbedrijven zich vestigen die ’op slot zitten’ wegens de reconstructie. Ze moeten plaatsmaken voor natuur, of voor wonen en recreatie. Maar daarmee vlot het niet zo erg. Van de 31 bedrijven die zich aanvankelijk hadden gemeld zijn er twee afgehaakt, een derde is afgewezen. Een paar zijn in onderhandeling over een geschikte nieuwe plek, de rest is nog op zoek.

Intussen hebben zich kapers gemeld: grote bedrijven die megastallen willen bouwen, met plaats voor 20.000 varkens of 100.000 kippen. Omwonenden vrezen stankoverlast, fijnstof en ammoniak die tot ziektes leiden en veel verkeer om beesten, veevoer en mest aan en af te voeren. Eerder hebben ze hun bezwaren bij de provincie kenbaar gemaakt, maar dat heeft niet tot verandering van de plannen geleid. Vandaar het burgerinitiatief dat, inspelend op de emotie rond de varkensflats, de kwestie opnieuw op de provinciale agenda heeft gezet.

Gedeputeerde Staten willen geen aanpassing van de reconstructie. Die voorziet immers vooral in milieu-doelen en een wenselijker inrichting van het landschap, zo staat in een ambtelijke notitie. Als tegemoetkoming stellen ze voor de bestemmingsplannen per log nog beter te wapenen tegen onvoorziene ontwikkelingen door het aantal te plaatsen bedrijven en hun afmetingen te beperken. Maar dat stemt de bezwaarmakers niet tevreden. „Beter nu uitstel en een langere weg dan over acht of tien jaar vaststellen: we hebben het verkeerd gedaan”, zegt Jan Veldhuis uit Vroomshoop. In plaats van ruimte te geven aan megastallen zou de provincie individuele oplossingen moeten zoeken voor de 28 Overijsselse boeren die moeten verkassen, meent D. Reichert uit Notter.

Fortwijk, Daarlerveen, Maanweg, Beesterveld, Marle: allemaal buurtschappen die van hun log afwillen. Mevrouw Sewens uit Elshof, gemeente Olst-Wijhe, schetst haar omgeving: lage grond met weteringen en zandruggen, hier een daar een boomgroep en een bodem waar nu en dan een archeologische vondst wordt gedaan, een dorpsschool en en buurthuis waar iedereen aan mee helpt. De drie varkensboeren die er zitten raken klem tussen loyaliteit aan hun bedrijfstak en de mensen in de buurt. „De sociale samenhang komt op scherp te staan. Wij willen niet worden opgeofferd voor een schijnoplossing”, roept ze.

Voorzitter Jannie Lamberts van LTO Noord in Overijssel wijst nog op de voordelen van de reconstructie. „Ontwikkeling is een must, ook voor milieu, energieverbruik en landschappelijke waarde. Duurzaamheid hoort juist in nieuwe bedrijven. En fijnstof is vervelend, maar beter op één plek dan op negen.” Hoongelach is haar deel. „Je zult er maar wonen”, smaalt de tribune.

Provincie zit in lastige ’sandwichpositie’

In het debat over megastallen speelt de provincie een moeilijke rol. Zoals wel vaker zit zij ingeklemd tussen landelijk en lokaal bestuur. De gemeente beoordeelt aanvragen voor de (her)vestiging van boerenbedrijven, het Rijk bepaalt de landelijke wetgeving. Maar beide kijken hoeveel ruimte de provincie geeft aan de intensieve veehouderij. De reconstructie van het platteland in Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg – ingezet na de varkenspest van elf jaar geleden – is immers een zaak van de provincies. Zij hebben landbouwontwikkelingsgebieden (log’s) aangewezen, waar vooral varkens- en kippenboeren zich mogen vestigen die elders moeten vertrekken vanwege natuur en milieu. Nu krijgen ze te maken met protesten daartegen. Vooraf had niemand voorzien dat grote bedrijven de rechten van kleine boeren zouden opkopen om megastallen te kunnen bouwen. De provincies zoeken naar een oplossing om dit te voorkomen. Het Rijk en de gemeenten wachten af.

(Bron: Trouw, Onno Havermans, 8-5-'08)

Behoud de Parel