Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

LELYSTAD - Het welzijn van varkens verbeteren zonder dat de kostprijs omhoogschiet. Wetenschappers slaan de handen ineen om de leefomstandigheden van dieren te verbeteren.

Vette varkens happen gretig in een soort snoepketting met eetbare ringen in diverse vormen en kleuren. Andere beesten vermaken zich in een hoek van de flink uitgevallen stal met de wroezelwand.

Toekomstbeeld? Dr. Ir. Karel de Greef, onderzoeker bij de Animal Sciences Group van de Wageningen Universiteit, denkt van wel. „Welzijn moet. Varkens varen er wel bij als hun gedrag wordt beloond. En de samenleving dwingt het af.”

De Greef is nauw betrokken bij het onderzoek naar welzijn van dieren. Hij adviseert onder andere het ministerie van Landbouw. Een bekende uitspraak van hem is dat dieronderzoek in de kranten altijd op de economiepagina terechtkomt, terwijl het eigenlijk op de mensenpagina zou moeten.

(bron: Reformatorisch Dagblad, Riekelt Pasterkamp, 15-5-'08)
Hoe meet je het welzijn van dieren? Varkens en koeien kunnen niet praten. De omstandigheden voor varkens en ook andere dieren zijn in Nederland beduidend beter dan in de rest van de wereld, stelt De Greef in zijn kantoor in Lelystad. „De naleving van Europees afgesproken regels is bijvoorbeeld in Zuid-Europa heel matig. En elders zijn er zelfs geen welzijnsregels.”

De Greef wijst op het feit dat kooibatterijen voor het houden van kippen zijn geëxporteerd naar kandidaat-lidstaten als Polen. „Daar hoeven ze het blijkbaar niet zo nauw te nemen met de kippen.”

Veel (varkens)boeren in Nederland zijn ervan overtuigd dat hun dieren het niet slecht hebben. „Als ze op tijd hun natje en droogje krijgen, is het best. Bovendien: de productie is goed, dus zal het met het welzijn ook wel snor zitten.”

De maatschappij houdt niet van vervelende beelden, stelt De Greef. Zoals varkensbloed dat uit vrachtwagens loopt, kippen die met z’n allen op een kluitje in een kooi zitten, biggen die elkaar de staart afbijten. Maar een boer kijkt naar de intenties. Voor een wetenschapper is het daarom zaak om een gulden middenweg te zoeken en eventueel aan te tonen dat een dier zich ongelukkig voelt.

In de varkenssector doet de zogenaamde Comfort Class het goed. Het klinkt als een luchtvaartmaatschappij die passagiers meer beenruimte biedt, maar het is een project waarbij LTO Nederland en de Dierenbescherming nauw samenwerken met de Animal Sciences Group.

Het project streeft naar een varkenshouderijsysteem dat uitgaat van de behoeften van het varken en tevens economisch rendabel is voor de varkenshouder. Uitgangspunt voor de zoektocht naar diervriendelijke huisvesting voor varkens zijn tien basale welzijnsbehoeften die onderzoekers van de Wageningen Universiteit hebben geformuleerd.

Zo zijn ruimte en vertier belangrijk. Verder moeten varkens ongestoord kunnen eten en drinken, voldoende beweging kunnen hebben en als het nodig is zich even terug kunnen trekken. „Een varken ervaart meer licht niet als prettig. Het is voldoende als het maar de helft van de dag haar maatjes goed kan onderscheiden.”

Een indicatie voor het welbevinden van varkens is de staart. „Als de staart eraan blijft, is de stal behoorlijk goed. We hebben echt iets bereikt als couperen niet meer nodig is. Een benadering als Comfort Class werkt.”

Plaatjes van varkens die zich lekker wentelen in de modder of in het stro doen het goed. Dat is pas een beter dierenleven. Maar is het ook economisch rendabel? De consument wil niet voor welzijn betalen, stelt De Greef. „In Nederland gaat het om de prijs van vlees. Het liefst scoren we bij de kiloknaller. Varkens moeten gelukkig zijn, daar zijn we het over eens, maar voor het duurdere vlees willen we niet betalen. In bijvoorbeeld Frankrijk gaat het veel meer om de kwaliteit van het vlees.”

Overigens gaan boeren ten onder aan de knellende regelgeving, vindt De Greef. „Dat gaat ten koste van het ondernemerschap. Het is dan niet meer te doen om als varkenshouder een boterham te verdienen.”

De oplossing zit dus niet in meer regels, maar zal uit de markt moeten komen. „Van vlees dat beter is voor wat betreft milieu en welzijn, en slechts beperkt duurder is. Het zogenaamde tussensegment tussen regulier en biologisch.”

Het streven van minister Verburg van Landbouw om in 2025 geheel duurzaam te kunnen produceren noemt de wetenschapper een „prachtambitie”, maar tegelijk een „knoepert” van een uitdaging. „Wereldwijd zal het wel niet lukken, maar ik ben er trots op dat wij het als Nederland aandurven.”

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel