Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

VROM maakt gegevens bekend die overheden moeten gebruiken bij de berekening van de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Deze taak van VROM is vastgelegd in de 'Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007'. De gegevens worden jaarlijks voor 15 maart bekend gemaakt.

Op 14 maart 2008 heeft VROM de volgende invoergegevens bekend gemaakt:

Achtergrondconcentraties
Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) maakt jaarlijks kaarten over de zogenoemde grootschalige concentraties van luchtverontreinigende stoffen. Het MNP baseert zich bij het maken van deze GCN-kaarten op eigen modelberekeningen en metingen van het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid (RIVM). Ze geven een grootschalig beeld van de luchtkwaliteit in het verleden en de toekomst.
Onderstaande gegevens over de jaargemiddelde achtergrondconcentraties zijn ruwe gegevens die bedoeld zijn voor gebruik in rekenmodellen. Meer informatie over de grootschalige concentraties in Nederland van diverse luchtverontreinigende stoffen vindt u op de website van het Milieu- en Natuurplanbureau: http://www.mnp.nl.
Daar is informatie te vinden over Zwaveldioxide, Stikstofdioxide, Ozon, Fijn stof, Koolmonoxide, Benzeen, Lood en Benzo(a)pyreen.

Voor de achtergrondconcentraties stikstofdioxide, fijn stof, ozon en zwaveldioxide zijn gegevens beschikbaar voor de jaren 2007 tot en met 2020. De gegevens voor de jaren 2007, 2010, 2015 en 2020 zijn het resultaat van modelberekeningen. De gegevens voor de tussenliggende jaren zijn het resultaat van een lineaire interpolatie tussen de berekende jaren. Bij de gegevens over achtergrondconcentraties voor fijn stof, stikstofdioxide en ozon, zijn ook gegevens gevoegd over de zogenoemde dubbeltellingcorrectie voor de lokale bijdragen van rijkswegen.
Voor koolmonoxide, benzeen, lood en benzo(a)pyreen zijn alleen gegevens beschikbaar voor 2007. Deze gegevens moeten ook gebruikt worden voor de jaren 2008 tot en met 2020.
Voor stikstofoxiden maakt VROM geen gegevens bekend. De grenswaarde voor stikstofoxide beschermt de vegetatie en geldt alleen in het noorden van Nederland, nabij de Waddenzee. In dat gebied wordt deze grenswaarde niet overschreden.

De uurgemiddelde achtergrondconcentraties worden afgeleid van de jaargemiddelde achtergrondconcentraties. Wie dit wil doen, heeft de GCNlib software nodig van het MNP. Deze software wordt op aanvraag geleverd. Vraag het aan bij:
RIVM Laboratorium voor Milieumetingen, Loket meet- en rekenvoorschrift (postbak 8). Postbus 1, 3720 BA in Bilthoven.

Emissies van een voertuig
De emissiefactoren geven aan hoeveel vervuilende stoffen een voertuig per kilometer uitstoot. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende voertuig- en snelheidstypen. Het RIVM levert de emissiefactoren aan.

VROM heeft geen emissiefactoren voor lood bekend gemaakt. De grenswaarde voor lood wordt nergens langs de Nederlandse wegen overschreden, vooral dankzij het gebruik van loodvrije benzine.
Voor snelwegen zijn alleen emissiefactoren bekend gemaakt voor fijn stof, stikstofoxiden en stikstofdioxiden. Deze emissiefactoren houden rekening met op de beste wetenschappelijk inzichten over de uitstoot van voertuigen op snelwegen.
Voor de stoffen koolmonoxide, benzeen en zwaveldioxide heeft VROM - voor de snelwegen - geen emissiefactoren bekend gemaakt. De grenswaarden voor deze stoffen worden langs Nederlandse snelwegen nergens overschreden.

De gegevens over de emissiefactoren gelden voor de jaren 2007 tot en met 2020. Er zijn modelberekeningen uitgevoerd voor de jaren 2005, 2010, 2015 en 2020. De gegevens voor de tussenliggende jaren zijn het resultaat van een lineaire interpolatie tussen de berekende jaren.

Emissies fijn stof door dieren
Voor het bepalen van de concentraties fijn stof in de omgeving van veehouderijen, zijn gegevens nodig over de hoeveelheid fijn stof die dieren produceren. Deze hoeveelheid varieert per dier en is afhankelijk van het huisvestingssysteem zoals het type stal. De emissiefactoren voor fijn stof geven per huisvestingssysteem aan hoeveel fijn stof een bepaald dier per jaar produceert. De Animal Sciences Group (ASG) van de Universiteit Wageningen stelt de factoren op die de minister van LNV accordeert.

Meteorologie
De meteorologische gegevens betreffen onder meer de windrichting, -snelheid, temperatuur en de hoeveelheid bewolking. Ze komen van de weerstations van Schiphol en Eindhoven. Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) levert de gegevens aan.

Ruwheidskaart
De zogeheten ruwheidskaart geeft informatie over de lengte van ruwheid. Deze ruwheidslengte is een parameter voor de wrijving tussen de luchtstromen en het landoppervlak. Obstakels zoals huizen, bomen en kerktorens hebben invloed op deze wrijving; hoe meer wrijving, hoe meer de luchtvervuiling verdunt. In de ruwheidskaarten zijn de waarden voor de ruwheidslengten omgezet naar een schaalniveau van één bij één kilometer. Het KNMI levert de kaarten aan.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel