U bent hier
Amsterdam - Het kabinet zal geen van zijn zelf geformuleerde doelen halen om landschap te beschermen en verrommeling tegen te gaan. Dat voorspelt het Planbureau voor de Leefomgeving in een analyse van de Agenda Landschap die het kabinet vorige maand presenteerde.
Volgens het planbureau is het landschapsbeleid te zacht en te vaag, de handhaving op lokaal niveau schiet tekort en er is te weinig geld beschikbaar om de doelen te verwezenlijken. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is het adviesorgaan van de regering voor ruimte, milieu en natuur.
Volgens het PBL-rapport Landschap beschermen en ontwikkelen legt landschap het als ‘collectief goed’ af tegen belangen van bijvoorbeeld de bouwsector. ‘Het landschap is van iedereen en dus van niemand’, zegt Rienk Kuiper, projectleider van de analyse. Daarom moet het Rijk duidelijk aangeven wie welk landschap moet beschermen.
Rijksbufferzones
Dat doet de Agenda Landschap niet, aldus het PBL. De kabinetsvisie bevat ook geen concreet plan van aanpak, terwijl de Kamer daarom wel had gevraagd. Volgens Kuiper werkt landschapsbeleid wel als het Rijk duidelijk en consequent aangeeft in welke gebieden het landschap voorrang heeft. ‘Dat is bewezen met de rijksbufferzones in de verstedelijkte gebieden. In Midden Delfland bijvoorbeeld. Er is decennia volgehouden dat dit open veenweidegebied moest blijven, ondanks druk om te bouwen. Nu zeggen de gemeenten: die openheid biedt ook kansen, voor recreatie bijvoorbeeld.’
Maar de Agenda Landschap wordt niet concreet. Kuiper: ‘Dus wacht iedereen af, gemeenten, provincies en particulieren. En dan wordt er voor je het weet weer een mooi plekje volgebouwd.’
Volgens het PBL mislukt het beleid ook omdat er te weinig geld is voor landschapsbeheer door boeren en particulieren. De subsidie om steden in de stad zelf te laten bouwen daalt zelfs. Kuiper: ‘Dan vraag je bijna om aantasting van het landschap rondom de stad.’
(Bron: Volkskrant, Caspar Janssen, 17 december 2008)