Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

De Nederlandse overheid zegt - via het ministerie van VROM - te werken aan een betere luchtkwaliteit. Volgens het ministerie is een goede luchtkwaliteit van groot belang voor de gezondheid van mensen. Op veel plekken in ons land voldoet de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden die binnen de Europese Unie zijn afgesproken. Deze knelpunten moeten zo spoedig mogelijk worden aangepakt om de gezondheidsschade te verminderen. Daarnaast kunnen op dit moment ruimtelijke projecten die leiden tot (verdere) overschrijding van de normen, niet doorgaan. Met een snelle en effectieve verbetering van de luchtkwaliteit kunnen ook ruimtelijke projecten weer doorgang vinden. Het kabinet wil daarom de sanering van de knelpunten zo snel mogelijk ter hand nemen, om de ontwikkelopgave van ons land weer slagvaardig te kunnen hervatten. Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) vormt volgens het ministerie samen met de gewijzigde luchtkwaliteitwetgeving de basis voor de oplossing van deze problemen.

Aan de totstandkoming van het NSL is een lange geschiedenis vooraf gegaan. Nadat de Tweede Kamer in 2006 en de Eerste Kamer in januari 2008 had ingestemd met de voor het NSL benodigde wetswijziging van de Wet milieubeheer, kon in juni 2008 het NSL als kabinetsstandpunt worden vastgesteld. Dit standpunt is tot stand gekomen door de betrokkenheid van vele gemeenten en zeven NSL-regio’s. Zij hebben in de daaraan voorafgaande periode gewerkt aan het voorbereiden van lokale en regionale luchtkwaliteitplannen die allen bij elkaar gebundeld de ruggengraat vormen van het NSL. Dit NSL kabinetsstandpunt is als derogatieverzoek - het verzoek om een wet buiten werking te stellen - in juli 2008 toegestuurd naar de Europese Commissie. De commissie neemt een beoordelingstermijn van negen maanden in acht en zal in april dit jaar met een reactie komen. Naast Nederland hebben tot dusverre elf lidstaten gebruik gemaakt van de mogelijkheid om uitstel aan te vragen.

Het verkrijgen van derogatie van de Europese Commissie is niet de enige voorwaarde om tot definitieve vaststelling van het NSL te komen en het NSL-regime in werking te stellen. Van groot belang is ook een tijdige inwerkingtreding van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer (implementatie en derogatie) (Kamerstukken II, 2007-2008, 31589) dat op 9 september aan de Tweede Kamer is aangeboden.

De wetswijziging die het NSL mogelijk maakte, voorzag onder andere in het organiseren van een inspraakprocedure op het kabinetsstandpunt NSL. De inspraakperiode liep van 24 september tot en met 4 november. In een brief van november 2008 (TK 30175-63) heeft de minister aan de Tweede Kamer toegezegd voor het Algemeen Ooverleg met de Kamer de concept Nota van Antwoord (NvA) naar aanleiding van deze inspraak toe te zenden. De inspraak heeft plaatsgevonden op de gedrukte versie van het “Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL): Kabinetsstandpunt”, die in september 2008 aan de Kamer is aangeboden (TK 30175-58). De concept NvA zal ook, met een afschrift van deze brief, aan de Eerste Kamer worden gezonden.

Nadere toelichting op de concept-Nota van Antwoord
Het NSL Kabinetsstandpunt is door de insprekers tegen het licht gehouden en hierop zijn 120 verschillende inspraakreacties binnengekomen (zie bijlage). Aan de ene kant is er steun voor de NSL-aanpak bij werkgeversorganisaties, vervoerders en de bouwsector. Aan de andere kant zijn er de milieu- en gezondheidsorganisaties - waaronder Vereniging Behoud de Parel (zie ?q=node/862) - die sceptisch staan tegenover de programmatische aanpak van het NSL en kritisch zijn over het ambitieniveau van het NSL. De scepsis over de systematiek gaat over de uitvoering van de maatregelen en de onzekerheden over de effecten daarvan. Ten aanzien van het ambitieniveau vinden zij dat het Rijk belangrijke maatregelen laat liggen en fundamentelere keuzes zou moeten maken door meer te doen aan het bevorderen van openbaar vervoer en fietsverkeer. Verder wijzen ze erop dat ook concentraties van verontreinigende stoffen die vlak onder de grenswaarde liggen, nog steeds een negatief effect op de gezondheid hebben. Het hanteren van de Europese grenswaarden als uitgangspunt wordt door deze organisaties als onvoldoende beschouwd. Ook worden vragen gesteld over het gezondheidskundige effect van alle maatregelen. Daarnaast wordt meer aandacht gevraagd voor het fijnere stof (PM2,5), gezien het grotere effect van deze fijnere stofdeeltjes op de gezondheid.

Maatregelen voor de landbouw
Deminister van VROM zegt ook substantiële maatregelen te moeten treffen in de landbouw. Door meerdere insprekers wordt erop gewezen dat voor de intensieve veehouderij het tijdpad voor het wegnemen van de overschrijdingen van de normen voor fijn stof zeer ambitieus is. Dit is volgens de minister inderdaad een punt van aandacht. Binnen dit tijdskader zullen haalbaar en betaalbaar wat de minster betreft belangrijke aandachtpunten zijn (wat nadelig zal zijn voor de ontwikkeling va de luchtkwaliteit), bovendien wordt synergie nagestreefd met maatregelen die noodzakelijk zijn door het beleid voor ammoniak of dierenwelzijn. Voor de ontwikkeling van gecombineerde luchtwassers en andere maatregelen loopt een onderzoek bij de Animal Sciences Group van Wageningen UR. De gecombineerde luchtwassers zullen in 2009 worden gestimuleerd via de Regeling LNV subsidies. Daarnaast zullen in 2009 de overige emissiebeperkende maatregelen voor fijn stof in aanmerking komen voor het fiscale instrumentarium van VAMIL/MIA.

Reacties op de rekenmethodiek
De minister heeft een rekenmodel laten maken, de zogenaamde saneringstool, waarmee concentraties van fijn stof en stikstofdioxide in de lucht nu en in de toekomst zichtbaar kunnen worden gemaakt. Dit programma ligt ten grondslag aan het NSL. Uit de inspraakreacties blijkt dat de insprekers veel vragen en twijfels hebben over de saneringstool. Een aantal insprekers geeft aan dat de berekeningen van de saneringstool met een onzekerheidsmarge zijn omgeven. Andere insprekers geven aan dat verkeerde gegevens over bijvoorbeeld toekomstige verkeersaantallen of ruimtelijke projecten zijn opgenomen in de saneringstool. Weer een aantal andere insprekers merkt op dat niet alle bronnen van luchtvervuiling zijn opgenomen in de saneringstool, zoals scheepvaart, intensieve veehouderij, luchtvaart of dieseltreinen. Tot slot geven insprekers, waaronder Behoud de Parel, aan dat zij het niet eens zijn met het aftrekken van de concentratie zeezout van de totale concentratie fijn stof. Volgens deze insprekers geeft de saneringstool daardoor een te lage prognose van de fijn stof concentratie.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel