Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Op 1 mei gingen de grenzen open voor werknemers uit Polen en andere landen die in 2004 zijn toegetreden tot de Europese Unie. Naar verluidt omdat we ze in Nederland hard nodig hebben. Maar wat betekent de sindsdien op gang gekomen arbeidsmigratie voor de herkomstlanden? SP-Tweede Kamerlid Paul Ulenbelt en fractiemedewerker Bart van Kent gingen naar Polen en spraken daar met tal van mensen die het kunnen weten. “Een afgestudeerd tandarts solliciteert niet eens meer in Polen.”

Paul Ulenbelt met Ferroxcube-medewerksters

Praca w Holandii is Pools voor ‘Werken in Nederland’. Spandoeken en billboards met die tekst bepalen het straatbeeld in Opole, een Zuid-Poolse stad met circa 100.000 inwoners. Alleen het stations­gebied telt al zo’n veertig wervings­bureaus die uitsluitend Nederlandse vacatures aanbieden. Vrijwel alle grote Nederlandse bureaus zijn vertegenwoordigd: Randstad, Adecco, Otto, APN, Groenflex en nog vele andere. Na de toetreding tot de Europese Unie, in 2004, mochten in eerste instantie alleen mensen met een dubbel paspoort in Nederland komen werken. Omdat het Zuid-Poolse gebied ­Silzezië vroeger bij Duitsland hoorde, is het er niet uitzonderlijk om zowel de Poolse als de Duitse nationaliteit te hebben. De uitstroom kwam dan ook al snel op gang. Sinds 1 mei 2007 hebben mensen uit Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Estland, Letland en Litouwen geen speciale tewerkstellingsvergunning meer nodig. Nu bij de vacatures staat aangegeven dat enkel een Pools paspoort voldoende is, loopt het echt storm. Terwijl het vertrek van Polen met een dubbel paspoort al problemen opleverde voor de Poolse arbeidsmarkt, worden er op grote schaal chauffeurs, verzorgend personeel en bouwvakkers voor Nederland geworven. Naar schatting werkten vóór 1 mei al zo’n 150.000 Polen in Nederland, dus je kunt spreken van big business voor de uitzendbureaus. In die zin is het opvallend hoe openhartig wervingsmedewerkers zijn over hun bezorgdheid ten aanzien van de arbeidsmigratie. Prezemyslaw Osuch bijvoorbeeld, intercedent van Adecco. “Op korte termijn is het goed voor het inkomen als je in het buitenland gaat werken, maar op den duur is het slecht voor de familiebanden. Het is beter om in Polen te blijven”, aldus Osuch. Ook APN-directeur Olsok Grazyna spreekt zonder omhaal van “veel relaties die kapot gaan, door de lange afwezigheid en doordat Poolse werknemers in Nederland met elkaar het bed induiken”.
De werkkamer van Olsok Grazyna staat vol met voetbaltrofeeën, wat doet denken aan het Europees Kampioenschap voetbal dat in 2012 in Polen en Oekraïne georganiseerd wordt. Als er terloops een opmerking over wordt gemaakt, blijkt Olsok Grazyna nog wel wat beren op de weg te zien. “De bouw van de stadions voor het EK is een groot probleem. Er zijn niet genoeg bouwvakkers en andere vaklieden om ze te bouwen en om infrastructuur zoals wegen en hotels aan te leggen. Arbeidskrachten uit de Oekraïne halen is niet eenvoudig, want daar moeten ook zes stadions worden gebouwd, met alles eromheen. Er gaan stemmen op om de bouw uit te besteden aan Chinezen en die in te vliegen. Nu al heeft de regering bij de UEFA om een jaar uitstel gevraagd voor de oplevering van de stadions.”

“Echtscheiding kwam hier nauwelijks voor; nu neemt het hand over hand toe”

Het groeiend tekort aan arbeidskrachten in Polen zelf is één problematisch gevolg van de uitstroom naar Nederland. Maar het is niet het enige. Nariusz Jarzomber, journalist van de regionale krant Nowa Trybuna Opolska: “Als beide ouders in het buitenland werken ontstaan er vaak problemen. Het aantal echtscheidingen neemt fors toe. Ook is het niet goed voor de ontwikkeling van kinderen als ze hun ouders niet vaak zien. Natuurlijk, qua inkomen zijn er wel positieve effecten, maar ik maak me toch ernstig zorgen over de toekomst van het land. Vooral hoogopgeleid personeel trekt nu naar het buitenland. Er is nu al een tekort aan bouwvakkers, maar binnenkort zullen er ook tekorten ontstaan bij andere beroepsgroepen, zoals medisch personeel.” Waldemar Musiol, priester van het Bisdom in Opole, bevestigt de lezing van Jarzomber. “Financieel gaat het de mensen die in het buitenland werken beter, maar de sociale gevolgen zijn groot. Echtscheiding kwam hier vroeger nauwelijks voor; nu neemt het aantal scheidingen hand over hand toe. Vooral onder jonge mensen, die nog niet lang getrouwd waren voordat een van de partners in het buitenland ging werken. Het werken in het buitenland pakt nadelig uit voor de kinderen, de familiebanden en de sociale samenhang. Er zijn veel kleinere dorpen hier in de omgeving waar mensen massaal uit zijn vertrokken.”

De uitspraken bevestigen wat SP-Tweede Kamerlid Paul Ulenbelt al langer aan de kaak stelt. “De gevolgen voor het land zijn dramatisch”, zegt hij. “Naast de tekorten op de arbeidsmarkt worden gezinnen verscheurd, raken dorpen leeg en belanden kinderen in kindertehuizen. Dat was voor ons eerder dit jaar een belangrijke reden om ons in de Kamer te verzetten tegen de open grenzen. Natuurlijk; de verdringing van werknemers in Nederland speelde een grote rol. Maar in de Kamer was de SP de enige partij die oog had voor de gevolgen in het herkomstland.”

In de nieuwe fabriek van LG Philips in Wroclaw komen waarschijnlijk Chinezen te werken

De rit van Opole naar Warschau is een spannende. Viermaal zijn Paul Ulenbelt en Bart van Kent getuige van een auto-ongeluk; tweemaal ontsnappen ze op weg naar de Poolse hoofdstad zelf op het nippertje aan een aanrijding. “Met het oog op het EK voorzie ik grote problemen die samenhangen met het bedroevende wegennet”, zegt Maarten Goslings, directeur van een ICT-bedrijf in Warschau. “Er zijn hier per kilometer weg vier keer zo veel ongelukken als in Nederland en bovendien vallen er bij die ongevallen ook nog eens vier keer zo veel doden.” Goslings, sinds 1990 in Polen, maakt gewag van een groot tekort aan ICT’ers. “Hoogopgeleide ICT’ers verdienen bij mij in een aantal topfuncties 5.000 euro bruto per maand. Er is geen export van deze mensen naar Nederland of Engeland. Artsen worden wel een steeds groter ‘exportartikel’, vooral naar Ierland, Engeland en de Scandinavische landen.” Het tekort aan bouwvakkers ondervindt Goslings aan den lijve: hij heeft een huis dat nog afgebouwd moet worden. Hij staat er zelfs voor op een wachtlijst. “Ik denk dat de aannemer personeel uit Oekraïne gaat inzetten.”

De Nederlandse ambassadeur, Marnix Krop, en attaché economische zaken Frank ter Borg tonen zich verheugd over de komst van een Nederlands parlementslid naar Warschau: “Dit is de eerste keer dat een Kamerlid ons bezoekt.” Volgens Frank ter Borg werken er anderhalf tot twee miljoen Polen in het buitenland, voornamelijk in Engeland, Nederland en Ierland. Het vinden van bouwvakkers wordt steeds moeilijker, ondanks het feit dat er ruim een miljoen werknemers uit Oekraïne in Polen werken – voornamelijk in de bouw, huishoudelijke dienstverlening en de landbouw. “Er is hier sprake van een ‘fysieke arbeidsmarkt’. Als je een loodgieter nodig hebt, ga je naar de plek waar de bussen uit Oekraïne aankomen en zoek je er eentje uit.” Volgens ambassadeur Krop zal het bouwen van de EK-stadions op het laatste moment net gaan lukken. “Maar hoe die stadions en de infrastructuur eruit gaan zien en wié ze gaan bouwen is een andere vraag.”
Krop en Ter Borg laten wat cijfers en statistieken de revue passeren. Ondanks het feit dat de lonen binnen Polen enorm verschillen (in Warschau bedraagt het doorsnee inkomen 176 procent van het EU-gemiddelde en op het platteland in Oost-Polen 30 procent van het EU gemiddelde), is er nagenoeg geen interne mobiliteit. Een werkloze in Oost- Polen vertrekt liever naar Nederland dan naar Warschau. Dit is terug te zien in de werkloosheidscijfers. In Warschau is slechts 3,5 procent van de beroepsbevolking werkloos, 300 kilometer verderop loopt het percentage op tot 25 procent. LG Philips is in Wroclaw een fabriek aan het bouwen en kan in de wijde omtrek geen personeel vinden. Volgens attaché Ter Borg gaat deze fabriek bevolkt worden door Chinezen. Over de zorg zegt hij: “De lonen in de zorg zijn dramatisch laag. Er zijn afdelingen in ziekenhuizen gesloten wegens personeelstekorten. Een arts verdient 300 tot 400 Euro per maand. Ze verhogen hun inkomen met geld dat ze toegestopt krijgen van patiënten en door na de normale werktijd te werken bij privé-klinieken, of tijdens vakanties in het buitenland.”

Tachtig kilometer buiten Warschau ligt Skierniewice, een plaatsje met zo’n 15.000 inwoners. In 1997 verplaatste Philips er een Nederlandse fabriek naartoe. Maar het ging mis: er was geen personeel te krijgen voor de lonen die vooraf berekend waren. De fabriek ging failliet en is nu in handen van de Taiwanese firma Ferroxcube. De directeur, Gerry Monkhof, is wel nog Nederlands. “Bij Ferroxcube werken ruim 500 mensen. In het laatste half jaar is 20 procent van het personeel vertrokken naar het buitenland, of aan de slag gegaan in de bouw omdat de tekorten daar hebben gezorgd voor loonstijgingen. De lonen bij Ferroxcube zijn dit jaar met 10 procent gestegen om personeel binnen te houden”, vertelt Monkhof. Hij ziet de toekomst somber in. De concurrentie uit China is moordend; hij verwacht dat de fabriek binnen een paar jaar failliet gaat of naar China verhuist. Vanwege de lonen. Een Ferroxcube-werkneemster vertelt dat in het dorp makkelijk te zien is wie in Nederland heeft gewerkt. “Zij hebben betere huizen en auto’s. Een van mijn collega’s gaat binnenkort ook. Zijn vrouw is afgestudeerd tandarts en solliciteert niet eens meer in Polen. Zodra zij wordt aangenomen gaat haar man mee, dan heeft Ferroxcube geen sales manager meer.”

“Waarom hoogopgeleid personeel van buitenaf halen, terwijl geneeskunde een studentenstop heeft?”

De verwachting is dat de uittocht van hoog opgeleid personeel in de nabije toekomst steeds grotere vormen zal gaan aannemen. De Europese Commissie heeft zelfs een plan klaarliggen om het voor buitenlands toptalent via een zogenaamde blue card gemakkelijker te maken om in de EU te komen werken. De battle for brains noemt Brussel dat. Paul Ulenbelt heeft een andere benaming: migratie-apartheid. “Omdat je in feite mensen selecteert naar opleidingsniveau”, licht hij toe. “Ik vind dat heel slecht. Ten tweede: die ‘brains’ zijn keihard nodig in de landen waar die mensen vandaan komen. Daar de ‘brains’ weghalen kun je wat mij betreft vergelijken met het leegroven van een land vanwege de grondstoffen die het heeft. Mij wordt vaak gevraagd: ‘Is het niet aan die mensen zelf om uit te maken waar ze gaan werken om aan hun toekomst te bouwen?’ Mijn antwoord is dan: hoe je het ook wendt of keert; in hun eigen land zijn de meeste mensen het gelukkigst. Het is echt niet zo dat Nederlandse bedrijven Polen, Tsjechen of Letten hierheen halen om die mensen betere toekomstperspectieven te bieden. Het gáát helemaal niet om die mensen zelf, het gaat puur om het laag houden van de lonen. Het systeem dat mensen door heel Europa sjouwt, en dus onthecht, dáár verzet ik me tegen. En werken ze dan eenmaal in Nederland of Engeland, dan is er vaak ook nog sprake van uitbuiting, slechte huisvesting, wrijving met de lokale bevolking, noem maar op. Nederland heeft hoog opgeleide werknemers nodig? Klopt. Maar leg me dan eens uit waarom er een studentenstop voor geneeskunde is, terwijl we tegelijkertijd met een ‘blue card’ mensen van buiten de EU binnen moeten halen? Het is een kwestie van investeren in ons eigen land. Dat geldt ook voor het lager opgeleide werk. Als we steeds maar goedkope krachten uit het buitenland blijven halen, komt modernisering op het tweede plan.”

Ondertussen houdt in Polen de bouw van de EK-stadions de gemoederen nog steeds bezig. Op straat, in restaurants, iedereen heeft er wel een mening over. Dat er een oplossing gevonden zal worden, daarvan lijkt iedereen overtuigd – alle ogen van de wereld zijn er immers op gericht. Ook de Poolse politiek is zich daar terdege van bewust en zoekt naarstig naar ‘creatieve oplossingen’, die soms wel wat weg lijken te hebben van paniekvoetbal. Zo ligt er een parlementsvoorstel om alle in het buitenland werkende Polen verplicht één dag per jaar terug te laten komen om aan de bouw van de stadions en de omliggende infrastructuur mee te werken. Pawel Nasilowski, plaatsvervangend directeur-generaal voor het Poolse gevangenis wezen, heeft zelfs al geopperd dat er 20.000 Poolse gevangenen bij kunnen worden ingezet. Een uitspraak waar hij, geschrokken door alle media-aandacht die hij over zich bleek te hebben afgeroepen, zich verder in het openbaar niet meer over uit wil laten. Een amusante soap, maar wel tekenend voor de ingewikkelde problemen waarvoor de uittocht van Poolse arbeidskrachten het land stelt.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel