Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Op 25 april 2019 vindt om 10.45 uur de zitting plaats van de Raad van State inzake het hoger beroep van Vereniging Behoud de Parel en de omwonenden van de varkensstallen van het Nieuw Gemengd Bedrijf (Heideveld BV) in Grubbenvorst. In het hoger beroep bestrijdt Behoud de Parel samen met de omwonenden de vergunning die de provincie verleend heeft aan het bedrijf. Die nieuwe vergunning was nodig omdat inmiddels gebleken is dat de luchtwassers die geïnstalleerd worden om onder andere stankoverlast te voorkomen, niet goed functioneren. De Provincie heeft in haar vergunning gezet dat het bedrijf haar best moet doen om stankoverlast te voorkomen. Maar omwonenden en hun juridische raadsman en Behoud de Parel vinden die “eis” onvoldoende en stellen dat er een strakke norm gesteld moet worden, anders heeft de ondernemer een vrijbrief op stankverspreiding. Want er zijn dan geen gronden meer op basis waarvan de provincie handhavend op kan treden.

Verzoek om bouw stil te leggen
Onlangs nog besloot de rechter om het bezwaar van omwonenden en Behoud de Parel af te wijzen en werd niet ingestemd met het stilleggen van de bouw, waar omwonenden om gevraagd hadden (lees hier het artikel over die uitspraak). De Raad van State gaat wél mee in het verzoek van de raadsman van de omwonenden om snel het hoger beroep te beoordelen, om zo te voorkomen dat de bouw al klaar is vóórdat er een uitspraak is. Ook nu weer wordt – om dezelfde reden als bij het verzoek aan de rechtbank - gevraagd de bouw stil te leggen in afwachting van het onderzoek ter rechtszitting. Raadsman Valentijn Wösten stelt dat de provincie lang gedraald heeft met het behandelen van het eerdere verzoek van omwonenden de vergunning in te trekken (het verzoek werd in mei 2018 ingediend en pas in november 2018 werd een besluit genomen). De baas van de varkensstallen, Martin Houben, heeft eerder verklaard dat hij medio september 2019 de varkens in de stallen wil plaatsen. Maar volgens de bezwaarmakers wordt met de oprichting van de stallen een doodlopend pad bewandeld.

Milieuschade
In diens hoger beroep (zie voor de toelichting op het hoger beroep de bijlage) stelt Mr. Wösten dat de beschikbare milieutechnische inzichten geen ruimte laten voor twijfel dat met de in werking genomen installatie een zeer ernstige milieusituatie optreedt. Waar wat betreft de geurnorm maximaal 14 Ou/m3 toegestaan is, dreigen in dit geval waarden tot 50 Ou/m3 op te treden. De jurist  stelt dat er in het geval van de varkensstallen van het NGB  sprake is van een exceptioneel groot varkensbedrijf, waaronder 19.200 vleesvarkens. Het bedrijf moest aanvankelijk (in de oude vergunning) een stankreductie bereiken van 85%. Die eis zou er al toe leiden dat de stankbelasting bij de omwonenden grenst aan de maximaal wettelijk toelaatbare norm van 14 Ou/m3. Maar door de falende luchtwassers zal dat vele malen hoger zijn.

Door de omwonenden en Behoud de Parel wordt de stelling van de Provincie Limburg bestreden dat mensen die leven in Zuidoost Nederland minder stankgevoelig zouden zijn dan in de rest van Nederland en daarom minder bescherming behoeven tegen stankhinder. Daarmee wordt gesuggereerd dat de bewoners in de concentratiegebieden een significant andere stanktolerantie hebben dan in de rest van Nederland. Die bewering is niet gebaseerd op milieuwetenschappelijk onderzoek en vermoedelijk een milieuwetenschappelijk onhoudbare bewering. De stank door een veehouderij betreft een zodanig ernstig probleem dat middels een rijkswet normen zijn vastgelegd ter regulering van het risico van stank door veehouderij.

Leden Tweede Kamer die nieuwe wetgeving beoordelen gelieerd aan agrarische sector.
In zijn hoger beroep stelt Mr. Wösten namens de bewoners dat de fractiewoordvoerders in de Tweede Kamer die optraden in de behandeling van het wetsvoorstel om stankreductie te bewerkstelligen, allen vertegenwoordigers bleken te zijn van de agrarische sector. De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit was mw. A. Schreijer-Pierik (CDA). Schreijer is afkomstig uit Hengevelde, waar ze samen met haar man en zoon een vleesvarkensbedrijf runt. Fractiewoordvoerder van de VDD was dhr. Oplaat, afkomstig uit een boerenfamilie uit Markelo (Overijssel) en vanaf 1982 deelgenoot van een grote agrarische onderneming. De fractiewoordvoeder voor het CDA was  dhr. G. Koopmans, zelfstandig ondernemer in maatschap met zijn ouders op hun agrarisch bedrijf en van 1987 tot 1 januari 1997 zelfstandig melkveehouder. Op dit moment is hij Gedeputeerde voor de provincie Limburg. Fractiewoordvoerder voor de toenmalige LPF was de heer. W. van den Brink, die in 1972 het boerenbedrijf van zijn ouders over en breidde dit in de loop der jaren uit met varkensbedrijven in Putten en in Nieuw-Balinge in Drenthe, een melkveebedrijf in de Flevopolder en akkerland. De fractiewoordvoerder van de PvdA was dhr. H. Waalkens, een boer uit het Groningse Finsterwolde. Met deze partijen ontstond in 2006 met 80 zetels een Kamermeerderheid. Uit het verslag van de besprekingen in de Tweede Kamer blijkt dat de genoemde woordvoerders zich in de wetsbehandeling uitsluitend hebben laten leiden door het agrarisch ondernemersbelang. Milieuwetenschappelijke inzichten zijn niet noemenswaardig betrokken in de wetsbehandeling. De verantwoordelijk bewindspersoon heeft in hoofdlijn de inzet van de fracties van VVD, CDA en LPF gevolgd.

Falende luchtwassers
Met de brief van 3 april 2018 van Staatssecretaris Van Veldhoven aan de Tweede Kamer is vast komen te staan dat de stankemissies vanwege combi luchtwassers in de veehouderij door de Nederlandse wetgever nooit deugdelijk zijn onderzocht, waaronder ook het luchtwassertype zoals vergund aan de varkensstallen van het NGB (lees hier het artikel over het onderzoek van Wageningen Universiteit, waaruit is gebleken dat de luchtwassers niet deugen). Het bekend worden van het WUR-onderzoek is aanleiding geweest voor de omwonenden en Behoud de Parel om een verzoek om intrekking van de eerder verleende vergunning. Dat verzoek wees GS af. Door een aantal omwonenden is onlangs een preventief verzoek om handhaving ingediend bij de provincie, waarbij zij stellen dat de vergunninghouder bij voorschrift is gebonden aan een reductieplicht van 85% terwijl nu al aannemelijk is dat die norm niet kan worden nageleefd. Met het schrappen van de reductieplicht van 85% worden de omwonenden in een nog slechtere positie gebracht dan zij zich eerder bevonden. Waar zij in hun eerdere rechtspositie nog aanspraak maakten op een reductieplicht van 85% is dit met het besluit van GS gereduceerd tot een inspanningsverplichting. Met het blijven toestaan door GS van de ingebruikname van de installatie enkel onder voorwaarde van een meet- en streefverplichting wordt hun woon- en leefsituatie ernstig bedreigd. Volgens de omwonenden en Behoud de Parel moet de vergunning voor de installatie tenminste voor een zodanig deel te worden ingetrokken dat niet meer dan de oorspronkelijk vergunde stankwaarden kunnen optreden.

De uitspraak van de Rechtbank

De Rechtbank in Limburg heeft het eerdere beroep en het daar aan gekoppelde verzoek tot het stilleggen van de bouw afgewezen. De omwonenden staan perplex over de uitspraak van de Rechtbank Roermond. Zij zijn door de Rechtbank weggestuurd met weinig meer dan de boodschap te moeten vertrouwen op enerzijds nog niet erkende milieutechnieken en anderzijds de goede wil van de ondernemer en het bevoegde gezag. Waar de ondernemer eerst nog was gebonden aan een bedrijfsvoering met een stankbelasting van maximaal 14 Ou/m3, wordt een bedrijfsvoering toegestaan waarbij een stankbelasting tot 50 Ou/m3 optreedt. Een  voorschrift dat een reductie-eis van 85% oplegt zou de omwonenden de minimaal noodzakelijke bescherming van hun woonkwaliteit bieden. Het is onbegrijpelijk dat de Rechtbank niet bevestigt dat met het wijzigen van de vergunning door de provincie de omwonenden in een slechtere rechtspositie komen te verkeren. Omwonenden en Behoud de Parel hopen dat de Raad van State daar op 25 april 2019 oog voor zal hebben. De zitting van de Raad van State is openbaar, dus iedereen kan de zitting bijwonen en vaststellen óf dat ook daadwerkelijk het geval zal zijn…

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel