Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

In de New York Times van 7 april werd bericht dat het coronaviruspatiënten in gebieden die vóór de pandemie een hoge mate van luchtverontreiniging hadden, eerder sterven aan de infectie dan patiënten in schonere delen van het land Dat blijkt uit een nieuwe studie in de Verenigde Staten, die het eerste duidelijke verband biedt tussen langdurige blootstelling aan luchtvervuiling (door fijn stof) en Covid-19 sterftecijfers.

In een analyse van 3080 provincies in de Verenigde Staten ontdekten onderzoekers van de Harvard University T.H. Chan School of Public Health dat hogere niveaus van de kleine, gevaarlijke deeltjes in de lucht, bekend als PM 2.5, geassocieerd waren met hogere sterftecijfers door de ziekte. Wekenlang vermoedden volksgezondheids-functionarissen een verband tussen vuile lucht en de dood of ernstige ziekte van Covid-19, veroorzaakt door het coronavirus. De Harvard-analyse is de eerste landelijke studie die een statistisch verband aantoont, waarbij een "grote overlap" tussen Covid-19-sterfgevallen en andere ziekten die verband houden met langdurige blootstelling aan fijn stof, wordt aangetoond. "De resultaten van dit artikel suggereren dat langdurige blootstelling aan luchtverontreiniging de kwetsbaarheid vergroot voor het ervaren van de meest ernstige Covid-19-resultaten", schreven de auteurs (bekijk ook de gegevens op de website van Harvard en specifiek voor Nederland kunt u hier een rapport lezen).

De onderzoekers stelden vast dat als Manhattan het gemiddelde fijnstofniveau in de afgelopen 20 jaar met slechts een enkele eenheid of een microgram per kubieke meter had verlaagd, de gemeente waarschijnlijk op dit punt 248 minder Covid-19-doden zou hebben gezien in de uitbraak. Het bleek dat slechts een lichte toename van de blootstelling aan vervuiling op lange termijn ernstige coronavirusgerelateerde gevolgen zou kunnen hebben (1 ug/m3 verhoging PM2.5 levert 8% meer Covid-19 sterfgevallen op), en zelfs andere factoren zoals rookpercentages en bevolkingsdichtheid zou kunnen verklaren. Zo ontdekte het bijvoorbeeld dat een persoon die tientallen jaren in een provincie met een hoog gehalte aan fijn stof woont 15 procent meer kans heeft om te overlijden aan het coronavirus dan iemand in een regio met één eenheid minder fijnstofverontreiniging.

Naar aanleiding van de bevindingen van de Harvard-onderzoekers is het RIVM aan het verkennen of het op korte termijn kan deelnemen aan een internationaal onderzoek naar de relatie tussen luchtkwaliteit en sterfte door corona.

In Nederland riepen Brabantse politici 9 april op tot onderzoek naar het verband tussen luchtverontreiniging en coronasterfte. Noord-Brabant werd hard geraakt door de virusuitbraak, en staat bekend om zijn relatief slechte luchtkwaliteit dankzij verkeer en veehouderij.
 
'Verband steeds waarschijnlijker'
“Het verband tussen die twee factoren wordt steeds waarschijnlijker,” zegt longarts Hans In ’t Veen. Als longarts was hij namens de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten betrokken bij het nationale Schone Lucht Akkoord, en hij roept nu op tot meer onderzoek in Nederland. “Allereerst wil je weten of er in Nederland ook zo’n verband is vast te stellen. Het RIVM zou hier aandacht aan moeten besteden, nu of straks.”

RIVM
Het RIVM vindt het “wenselijk” om “dergelijk onderzoek in verschillende landen en continenten uit te voeren”. Zo vergroot herhaling de zeggingskracht van de resultaten, aldus het RIVM.
 
Het RIVM maakt deel uit van het MCC Collaborative Research Network, een netwerk met onderzoekers uit meer dan 40 landen, verspreid over de gehele wereld. Een woordvoerder stelt: “Binnen dit netwerk wordt momenteel verkend of het mogelijk is op korte termijn de volgende twee onderzoeken op te starten.
- De invloed van het weer/klimaat op het begin, de ernst en het verloop van de COVID-19-uitbraak.
- De bijdrage van luchtverontreiniging aan de ernst van de COVID-19-uitbraak.
Het RIVM kan in principe aan beide onderzoeksvragen een bijdrage leveren.”

Breed onderzoek
“Heel goed om in meerdere landen onderzoek te doen,” reageert longarts In 't Veen. “Dan kun je ook corrigeren voor andere factoren, zoals sociaaleconomische status. Het is goed om dat zo breed mogelijk te onderzoeken."

Maar, zo benadrukt hij: “epidemiologisch onderzoek als dit zegt alleen iets over een verband. Niet over de oorzaak van dat verband. Als we aanwijzingen vinden dat dat verband er inderdaad is, moeten we nadenken over de oorzaak. Is het inderdaad fijnstof of bijvoorbeeld stikstofdioxide? En zo ja, welk mechanisme zit er dan achter? Dat is een oproep aan laboratoria wereldwijd.”

Oorzaak
Epidemioloog Roel Vermeulen van de Universiteit Utrecht en het UMCU sluit zich daarbij aan. “Op basis van het onderzoek aan Harvard kunnen we nog niet zeggen of luchtkwaliteit zelf de oorzaak is. Maar het is wel plausibel. Luchtkwaliteit in het algemeen is heel belangrijk voor de volksgezondheid. Het heeft effect op hogere sterfte, hart- en vaatziekten en longaandoeningen. De oproep voor Nederlands onderzoek, eventueel in samenwerking met andere landen, lijkt me dus een goed idee.”

Mede namens de NVALT vraagt longarts In ’t Veen regelmatig aandacht voor de verbetering van luchtkwaliteit in Nederland. “Het zou me niet verbazen als er inderdaad een oorzakelijk verband is tussen luchtkwaliteit en coronasterfte. Er zijn verschillende biologische mechanismen te bedenken. Maar we moeten dat onderzoeken voor we weten of het echt zo is.”

Gemiddelden
“Het Harvard-onderzoek lijkt me zorgvuldig opgezet,” aldus Vermeulen. “Maar er zitten ook beperkingen aan. Zo zijn er per provincie gemiddelden gebruikt om bijvoorbeeld de luchtvervuiling aan te geven. Terwijl er binnen een provincie grote verschillen kunnen zijn, zowel in de populatie als in de blootstelling aan luchtvervuiling. Dat kan de resultaten vertekenen.”

“De onderzoekers hebben dat zoveel mogelijk proberen te ondervangen, door te corrigeren voor factoren zoals armoede en samenstelling van de bevolking. Als we vervolgonderzoek doen in Nederland, zou het goed zijn om met gegevens van individuele patiënten te werken in plaats van gemiddelden.”

Relatief meer sterfte in plattelandsgemeenten
Wellicht biedt de relatie tussen fijn stof en de sterftecijfers gerelateerd aan corona ook een verklaring voor de CBS-cijfers, waaruit blijkt dat corona relatief meer sterfte in Limburgse plattelandsgemeenten veroorzaakt.

Slaat het Covid-19-virus harder toe op het platteland? De sterftecijfers die het RIVM sinds deze week verstrekt per gemeente wijzen in die richting. Gerelateerd aan het aantal inwoners blijken vooral kleinere gemeenten als Peel en Maas, Eijsden-Margraten, Stein en Leudal zwaar getroffen, zwaarder dan de grotere steden in Limburg.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft vrijdag 17 april cijfers gepubliceerd waarbij het aantal sterfgevallen in week 14 (30 maart tot 5 april) per gemeente wordt vergeleken met de gemiddelde sterfte in de eerste tien weken van dit jaar. Daaruit komt hetzelfde beeld naar voren: weer heeft corona meer impact in de kleinere gemeenten. In Peel en Maas stierven in deze week 4,3 keer zo veel mensen als gemiddeld in een week, in Leudal 3,6. Ook Mook en Middelaar en Horst aan de Maas vallen opeens op in deze lijst.

Het RIVM stelt: "We zien vooral dat het hele regio’s zijn die zijn getroffen, zoals in Brabant en Limburg. Groningen en Friesland hebben ook veel plattelandsgemeenten maar daar zie je nauwelijks sterfgevallen”. Laten nou net de regio's in Brabant en Limburg geconfronteerd worden met een hogere uitstoot van fijn stof (gerelateerd aan de intensieve veehouderij).

In de eerste bijlage vindt u een artikel over hetzelfde onderwerp dat op 24-4-'20 is gepubliceerd in Dagblad de Limburger.
In de tweede bijlage vindt u een artikel waarin de relatie tussen het coronavirus en de agrobusiness breder getrokken wordt.
In de derde bijlage vindt u een artikel, waarin vanuit de relatie tussen corona en agrobusiness gekeken wordt naar oplossingen binnen de voedselproductie.
In de vierde bijlage vindt je een artikel van Follow The Money, waarin ingegaan wordt op de manier waarop de overheid is omgegaan met de Q-koorts, in vergelijking met het huidige coronavirus en daaruit worden conclusies getrokken voor een volgende epidemie.

Lees hier een wetenschappelijk artikel over onderzoek, waarin aangetoond wordt dat het coronavirus via fijnstof (PM10) verspreid wordt door de lucht.

SP en D66 willen nader onderzoek naar relatie corona en luchtvervuiling
SP en D66 willen dat er langdurig en fundamenteel onderzoek komt naar de relatie tussen de luchtkwaliteit, bijvoorbeeld door de intensieve veehouderij, en het aantal coronabesmettingen. Ook willen ze dat er een kennisinstituut wordt opgericht om nazorg te bieden aan coronapatiënten. SP-fractievoorzitter Lilian Marijnissen: 'We weten dat de impact op de levens van mensen die ziek zijn geweest heel groot kan zijn. En daarom is het goed er nu al over na te denken hoe we deze mensen het beste kunnen helpen.'

In Brabant gaan in deze tijden van corona de gedachten ook terug naar de tijd van de Q-koorts. Ook toen werd deze regio onevenredig hard getroffen. Marijnissen:'Zelf woon ik in Oss, midden in het epicentrum van de uitbraak van het coronavirus. Dit was eerder met de Q-koorts precies hetzelfde. Deze regio in Brabant wordt hard getroffen en er moet onderzoek komen naar hoe dit kan. We weten dat het aantal longontstekingen bijvoorbeeld hoger is dan in de rest van Nederland. Maar wat is de relatie met de luchtkwaliteit en de intensieve veehouderij? De gedachte dat je al zo ziek kunt worden als je gewoon ergens loopt of fietst is heel eng".

"Ook moet er nu voor de coronapatiënten betere nazorg organiseren dan toentertijd voor de mensen die Q-koorts hebben gehad is gedaan. We pleiten daarom samen met D66 voor het oprichten van een kenniscentrum waar iedereen die vragen heeft en hulp nodig heeft terecht kan. Met het oprichten van een kenniscentrum willen we de lessen die er zijn op het gebied van nazorg van patiënten bundelen. Patiënten kunnen door het instituut begeleid worden als hun klachten effect hebben op werk en het dagelijks leven. Het instituut kan ook onderzoek doen naar de behandelmethoden en lange termijn gevolgen van corona. Voor de oud-patiënten van de Q-koortsepidemie bestaat er een expertisecentrum, Q-Support. Deze kennis moet worden gebruikt voor het nog op te richten instituut voor corona-nazorg". Aldus Marijnissen.

U kunt uw ervaringen en die van anderen melden bij de SP, zodat de partij een goed beeld heeft van de gevolgen van de coronacrisis en waar mensen nu tegenaan lopen. Dan zijn de volksvertegenwoordigers van de SP goed geïnformeerd en kunnen ze beter hun werk doen om onze samenleving door de crisis heen te brengen. Laat u de SP weten hoe het met u gaat?

Ik wil mijn verhaal doen

 

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel