Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

DEN HAAG/EINDHOVEN - Kan de bovenmatige aanwezigheid van fijnstof in de Oost-Brabantse atmosfeer een rol spelen bij de verspreiding van de bacterie die Q-koorts veroorzaakt? Het antwoord op deze vraag moet komen uit een onderzoek dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) uitvoert.

"Het RIVM onderzoekt of er verband bestaat tussen Q-koorts, de intensieve veehouderij in Brabant en de vrij forse hoeveelheid fijnstof in dat gebied", zegt Fred van Zijderveld, hoofd bacteriologie bij het Centraal Veterinair Instituut (CVI). "Het kan allemaal met elkaar te maken hebben, zeker in Oost-Brabant. Daar is in Herpen indertijd de uitbraak van Q-koorts begonnen, en dat gebied ligt in het centrum van de luchtstromen uit Rotterdam, het Ruhrgebied en Antwerpen." Dat zijn gebieden met veel industrie en verkeer die heel wat fijnstof veroorzaken.

"Dat die relatie van invloed is, is een gedachte die het waard is onderzocht te worden. In theorie zou het kunnen dat de bacterie met fijnstof wordt verspreid", zegt longarts Fernand Palmen in een reactie op het onderzoek van het RIVM. Palmen onderzoekt in het Elisabeth-ziekenhuis in Tilburg de effecten van fijnstof.

De relatie tussen Q-koorts en fijnstof kwam gisteren ter sprake op een informatiebijeenkomst op het ministerie van LNV (Landbouw). Christianne Bruschke, die hoofd veterinaire diensten is op het ministerie, gaf daarin aan dat er mogelijk nog zeker vijftig bedrijven méér met Q-koorts besmet kunnen worden verklaard. "We zitten nu op 73 bedrijven, en dat is overeenkomstig de verwachtingen. We zijn steeds uitgegaan van een derde van het totale aantal bedrijven. De laatste weken zie je er met name bedrijven bij komen waar de geiten tegen het lammeren aan zitten of er al mee bezig zijn. In die fase komen de meeste bacteriën vrij. Aan het eind van de lammerperiode, rond 15 mei, moeten we alle besmette bedrijven in beeld hebben. Daarna kunnen er normaal gesproken geen drachtige dieren meer zijn, tenzij er toch nog bokken bij zijn geweest. Dan heeft zo'n bedrijf een ander probleem."

In het lopende onderzoek worden 450 bedrijven (380 geitenhouderijen en 80 melkschapenbedrijven) elke twee weken via tankmelkonderzoek gecontroleerd. Er zijn inmiddels meer dan 41.000 geiten gedood. Na het lammerseizoen begint een nieuwe vaccinatieronde voor alle geiten en schapen. Daarvoor zijn anderhalf miljoen doses vaccins beschikbaar.

De omvang en de duur van de uitbraak van Q-koorts is voor het CVI aanleiding ook andere diersoorten te gaan onderzoeken. Er zullen steekproeven worden gehouden onder wildfauna (herten en reeën), honden, katten en paarden.
Van Zijderveld: "We willen ontdekken of daar ziekmakende stammen voorkomen. Het zijn onderzoeken op basis van bloed. Het gaat wel even duren voordat we daar de resultaten van hebben."

(Bron: Eindhovens Dagblad, Henk Mees, 19-2-'10)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel