Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

‘De landbouw zal duurzaam zijn, of niet' was de CDA-leus van 2005. Tijd om dat besef nieuw leven in te blazen. Het CDA is van oudsher de boerenpartij bij uitstek. Afgelopen weekend zei CDA-prominent Cees Veerman dat hij nogal teleurgesteld is over het landbouw- en natuurbeleid van zijn eigen partij, het CDA. Uit een analyse door Natuurmonumenten van het stemgedrag van Kamerfracties rond moties die de afgelopen jaren van belang waren voor natuur en landschap, blijkt dat het CDA slecht scoort.

Nieuwe harmonie
Een belangrijke opgave is dat we komen tot een nieuwe harmonie in het landelijk gebied tussen landbouw en natuur. In het verleden heeft ook de CDA-er Herman Wijffels gezegd dat er een andere koers moet worden gevaren in de Nederlandse landbouw. De onvrede over het Nederlandse landbouwbeleid blijkt ook uit de petitie Duurzame Veeteelt waar inmiddels 240 hoogleraren, 405 wetenschappers, 309 bedrijven, 47 boeren 170 belangengroepen en 12.000 steunbetuigers een pleidooi houden voor een duurzamere veehouderij.

Het nostalgische beeld van de Nederlandse boer is niet meer. Die zorgzame boer die ons voorzag van voedsel, het Nederlandse landschap verrijkte en ons in de lente in contact bracht met lammetjes is slechts een schim van wat hij ooit was. Inmiddels wordt de beeldvorming van de boer bepaald door enorme megastallen, grote mestoverschotten, verrommeling van het landschap, uitbraak van gevaarlijke dierziekten en ruimingen van dieren.

Twaalf ministers
De afgelopen vijftig jaar leverde het CDA twaalf ministers van landbouw. Afgezien van een Paarse pauze, toen het CDA in de oppositie belandde, claimden de christendemocraten altijd het ministerie van landbouw om de boerenbelangen te verdedigen. Het op korte termijn proberen veilig te stellen van een gezinsinkomen, is immers niet hetzelfde als het op lange termijn perspectief bieden van een letterlijk en figuurlijk gezonde sector. De vraag is of de belangen van de boeren ook écht behartigd zijn?

Afgemeten aan de moeite die veel boeren ondervinden om onder de huidige omstandigheden een boterham te verdienen en de steeds heftiger wordende discussie over de maatschappelijke schade die de vee-industrie veroorzaakt, is het antwoord op die vraag helder. De Nederlandse landbouwpolitiek is toe aan een grondige hervorming.

Ten eerste moet de volksgezondheid centraal staan. Na de uitbraak van de gekkekoeienziekte, mond – en klauwzeer en de varkenspest wordt Nederland nu opgeschrikt door de uitbraak van de Q-koorts. Eén van de oorzaken voor het feit dat dierziekten wild om zich heen kunnen grijpen, is onze intensieve veehouderij.

Als één koe niest, moet de hele stal antibiotica toegediend krijgen om te voorkomen dat alle dieren ziek worden.. Met dank aan het burgerinitiatief ‘Megastallen Nee’ heeft kampioen megastallen, de provincie Noord-Brabant, een stop gezet op de bouw van nieuwe megastallen.

Een belangrijke opgave is dat we komen tot een nieuwe harmonie in het landelijk gebied tussen landbouw en natuurDit is een eerste stap in de richting van de geleidelijke afbouw van de vee-industrie.

De tweede vernieuwing is de omschakeling naar biologische landbouw. Een verduurzaming van de landbouw is goed voor mens, dier en milieu. In de biologische landbouw gelden strikte dierenwelzijnseisen en worden strenge grenzen gesteld aan gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, antibiotica, uitstoot van broeikasgassen, hoeveelheid mest en gesleep met cassave en soja over de wereld om onze enorme veestapel te kunnen voeden. De consumptie van biologische producten wordt fiscaal gestimuleerd om zowel consumenten als boeren te verleiden om biologisch te gaan.

Ten derde wordt de positie van de boeren versterkt. Zij moeten de handen ineen kunnen slaan om een betere prijs te bedingen bij supermarktketens en de voedingsindustrie. Boeren verdienen naast een goede prijs voor hun producten, ook een beloning voor hun diensten aan de samenleving, zoals natuurbeheer. Zo worden boeren partners bij een opknapbeurt van het landschap, die meer ruimte schept voor water en recreatie. GroenLinks wil melkquota behouden. Dat garandeert een eerlijke prijs aan melkveehouders en haalt de druk af van de eeuwige ratrace naar wéér een groter bedrijf.

Boeren kunnen hun inkomsten aanvullen door vakantieruimte te verhuren aan recreanten, kinderopvang aan te bieden of streekproducten te verkopen. De biologische boer kan ook een belangrijke rol spelen bij de levering van schone energie. Staldaken lenen zich uitstekend voor zonnepanelen. Zo gaan onze landbouwers meebouwen aan een mooier Nederland.

Vernieuwing
Ook het Europese landbouwbeleid vraagt om fundamentele herbezinning en vernieuwing. De Europese exportsubsidies worden onmiddellijk afgeschaft om de onrechtvaardige concurrentie met armere landen te stoppen. Genetisch gemodificeerde producten worden in de Nederlandse landbouw niet toegestaan, zolang de veiligheid niet is gegarandeerd. Binnen de Europese Unie moet Nederland zich actief inzetten voor een betere etikettering van gentech-producten.

‘De landbouw zal duurzaam zijn, of niet’, sprak prominente CDA’er Herman Wijffels in 2005. Zijn uitspraak staat in de bijna vervlogen CDA-traditie van rentmeesterschap. Met minister Veerman leek het CDA begin deze eeuw te bewegen in groene richting, maar de prestaties van Verburg waren rond uit teleurstellend. Haar glossy was in die zin niet alleen een politiek relletje, maar ook een illustratie van haar beleid: veel woorden, weinig wol.

In het belang van een gezonde, schone en toekomstbestendige landbouwsector nodigt GroenLinks het CDA uit gezamenlijk een progressieve landbouwpolitiek vorm te geven waarin kwaliteit boven kwantiteit staat en langetermijnbelangen boven de korte termijn. Het is onze vaste overtuiging dat wij daarmee de belangen van de boeren het best behartigen.

Tofik Dibi is Tweede Kamerlid voor GroenLinks

(Bron: De Volkskrant, 18-05-2010)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel