Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

In Dagblad de Limburger stond donderdag 30 december 2010 dat de aanpak van fijnstof vertraagd is (zie bijlage). Vóór 1 juli dienen IV-bedrijven te voldoen aan de EU-normen voor fijnstof. In de regio Noord-Limburg, maar ook in Brabant, gaat dat een aantal bedrijven niet lukken. Daaronder onder andere Kuijpers Kip, één van de partners in het Nieuw Gemengd Bedrijf (zie overzicht VROM in de bijlage).

De gemeenten Montferland en Oude IJsselstreek hebben de GGD Gelre-IJssel gevraagd een gezondheidsadvies te geven als onderbouwing bij het bestemmingsplan landbouwontwikkelingsgebied Azewijn. De uitkomsten van dit onderzoek zijn voor veel meer mensen van belang. We vatten daarom hier enkele uitkomsten over de effecten van luchtvervuiling samen.

Luchtvervuiling door agrarische bedrijven is anders dan de luchtvervuiling in de stad. Een belangrijk verschil is de samenstelling van het fijn stof. Fijn stof uit verkeer bevat vooral ultrafijne deeltjes (vooral ultra fijn stof, PM0,1‐1,0) en is met allerlei chemische stoffen beladen. Het fijn stof uit de landbouw behoort vooral tot de ‘grove’ fijn stof fractie (PM2,5‐10). Ook de samenstelling is verschillend. Landbouwstof is beladen met allerlei biologische deeltjes, zoals bacteriën, virussen, parasieten, schimmels en endotoxinen. Endotoxinen zijn bestanddelen van de celwand van bacteriën. Als bestanddeel van fijn stof komen ze vooral in hoge concentratie voor in de veehouderijbedrijven zelf en bij de veevoerproductie. Metingen in Duitsland wezen uit dat in de woonomgeving van intensieve veehouderijen hogere concentraties endotoxinen voorkomen dan in de stedelijke omgeving. De endotoxineconcentraties kunnen per locatie sterk variëren. Het uitrijden en verspreiden van mest op de weilanden en het transport van dieren en de aanwezigheid van slachthuizen zijn andere factoren die van invloed kunnen zijn op de aanwezige endotoxineconcentraties. Uit verspreidingsberekeningen blijkt dat tot een afstand van 150 meter de extra bijdrage van bedrijven aan de fijnstofconcentratie goed zichtbaar is. Regionaal kan in concentratiegebieden van intensieve veehouderijbedrijven de bijdrage van fijn stof zodanig zijn dat de grenswaarden voor fijn stof worden overschreden. Dit geldt met name voor de norm waarbij maximaal 35 dagen per jaar de concentratie groter mag zijn dan 50 mg/m3.

Bij de gezondheidseffecten als gevolg van blootstelling aan fijn stof uit stallen moet men denken aan directe effecten op de luchtwegen, in de vorm van toename van luchtwegklachten en -ontstekingen. Tot op dit moment is er nagenoeg geen onderzoek bekend dat een relatie weergeeft tussen de blootstelling aan landbouw gerelateerd fijn stof en de effecten op gezondheid. Eisicogroepen voor het optreden van gezondheidseffecten van fijn stof zijn ouderen, patiënten met al bestaande luchtweg- of hartaandoeningen en kinderen met al bestaande luchtwegklachten. Gezonde kinderen kunnen ook gevoelig zijn voor fijn stof.

Het ministerie van VROM heeft geïnventariseerd welke pluimveebedrijven teveel fijn stof uitstoten (zie bijlage). Dit betekent niet dat alle andere geen effecten op de gezondheid van de omwonenden hebben. In totaal gaat het om 145 pluimveebedrijven die te veel fijn stof uitstoten naar de omgeving. Zij moeten voor 1 juli 2011 maatregelen treffen. De meeste bedrijven zijn gelegen in de provincie Noord Brabant. Eén van de bedrijven, die vaker in de lijst voorkomt, betreft Kuijpers Kip, een van de partners van het Nieuw Gemengd Bedrijf, dat zich wil gaan vestigen in Horst aan de Maas).

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel