Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Als het aan Staatssecretaris Bleker ligt mogen er in de toekomst maximaal 240.000 kippen in megastallen leven. Ook voor koeien, geiten en varkens wil hij een limiet stellen. Hiermee probeert hij de groei van megastallen in te perken. Dat schrijft Trouw. Bleker heeft een brief gestuurd naar de Tweede Kamer. Probleem voor Bleker is echter dat de Tweede Kamer niet meer met de demissionaire staatsecretaris in debat wil over diens brief.

In de brief noemt Bleker concrete getallen. Zo zou een veehouder maximaal, 240.000 kippen, 10.000 varkens, 2.000 geiten en 500 koeien mogen houden. "Ik wil geen extremen, geen Amerikaanse toestanden", verklaarde Bleker volgens Trouw. Bleker zou geen enkel ander land kennen dat een bovengrens stelt aan het aantal dieren per veehouderij. Het is niet duidelijk of deze aantallen terechtkomen in een wetsvoorstel waar hij al geruime tijd aan werkt. Bleker onderzoekt nu namelijk of dit soort bepalingen ook kan worden opgenomen in convenanten tussen landbouworganisatie LTO, provincies (IPO) en gemeenten (VNG).

De bewindsman gaf eerder al de boodschap af dat hij vindt dat er in Nederland geen ruimte is voor extreem grote veebedrijven; zogeheten megastallen. Door per bedrijfslocatie te bepalen hoeveel dieren er hooguit mogen worden gehouden, denkt hij ongewenste ,,uitwassen'' te voorkomen. Wel wil hij ervoor zorgen dat familiebedrijven nog wel kunnen groeien en een goede boterham kunnen verdienen.

Wakker Dier en Milieudefensie: Grens megastal te ruim, uitvoering onduidelijk
Wakker Dier en Milieudefensie zijn blij dat staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie een grens wil stellen aan de sterke groei van megastallen maar vinden de voorgestelde grens van 500 koeien, 10.000 vleesvarkens of 240.000 vleeskuikens nog veel te ruim. Ook vindt de organisaties dat Bleker nog teveel open laat voor wat betreft de uitvoering. Ook is niet duidelijk wat er gebeurt met bedrijven die al boven deze grens zitten. Voor koeien betekent de 'Bleker-grens' dat nog steeds een stal gebouwd kan worden van grofweg zes keer de grootte van een normaal gezinsbedrijf. Stallen met dergelijke aantallen, laten hun koeien vrijwel nooit meer in de wei lopen. Pluimveestallen kunnen nog drie keer groter worden dan de gangbare stallen, terwijl daar nu al zoveel maatschappelijke kritiek op is, aldus Wakker Dier. "Door de maximum norm zo hoog te leggen laat Bleker de weg open voor enorme schaalvergroting, met alle negatieve gevolgen van dien." aldus Klaas Breunissen, campagneleider duurzaam voedsel bij Milieudefensie.

Milieudefensie vindt dat de norm voor het maximum aantal dieren op de gangbare Alterra-norm voor megastallen moet liggen en landelijk worden ingevoerd. De norm die kennisinstituut Alterra noemt als definitie van een megastal is 250 melkkoeien, 7500 vleesvarkens of 220.000 vleeskuikens. Breunissen: "Er is geen maatschappelijk draagvlak voor megastallen, het is dan ook vreemd dat Bleker in zijn plannen megastallen gewoon toe blijft staan, terwijl het behouden van maatschappelijk draagvlak voor de veehouderij zijn belangrijkste reden is om een maximumgrens te stellen."

Voor wat betreft de uitvoering van de nieuwe regels, laat Bleker nog veel open, stellen de organisaties. Zolang de marges in de veehouderij zo laag blijven en de veehouderij inzet op bulkproductie in plaats van kwaliteitsproductie, zullen boeren de mazen van de wet zoeken. Eenduidige grenzen zijn noodzakelijk, vindt Wakker Dier. Ook maakt Bleker nog niet duidelijk of hij de norm gaat vastleggen in een wet of in een convenant met provincies en land- en tuinbouworganisaties. Milieudefensie is bang dat in het laatste geval inzet van de norm erg vrijblijvend is en pleit daarom voor landelijke wetgeving. Ook over het overgangsrecht zegt Bleker niets. Wakker Dier vraagt zich af wat zijn voorstel betekent voor de tientallen bedrijven die al boven deze grens zitten? Kan bijvoorbeeld het Nieuw Gemengd Bedrijf in Grubbenvorst voor 35.000 varkens en 1.2 miljoen kippen nog worden voltooid voor de wetgeving ingaat?

Milieudefensie heeft een oproep gedaan aan de Tweede Kamer om de bouwstop voor nieuwe megastallen te verlengen totdat de aangekondigde wet van Staatssecretaris Bleker van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) actief wordt. Zo moet voorkomen worden dat agrarische ondernemers die de wet voor willen zijn snel toestemming weten te krijgen voor de bouw van nieuwe stallen. Ook dringt Milieudefensie aan op het aanscherpen van het huidige bouwverbod. Nu hangt het hanteren van de norm af van de goede wil van provincies en gemeenten. "Ondernemers die een megastal willen bouwen zullen proberen vóór de nieuwe wet van kracht wordt een vergunningsaanvraag in behandeling te hebben," aldus Klaas Breunissen, campagneleider duurzaam voedsel bij Milieudefensie. "Zo kan de wet een run op vergunningen voor megastallen veroorzaken, dat willen we op deze manier voorkomen."

Behoud de Parel
In een uitzending van Een Vandaag komt de voorzitter van Behoud de Parel, André Vollenberg, aan het woord over de negatieve effecten van gigastallen als het Nieuw Gemengd Bedrijf (zie het bericht op de website van Een Vandaag. aanvullend stelt André Vollenberg, dat er feitelijk een stop moet komen op de groei van het aantal dieren in de verschillende sectoren. Bij het plannetje van Bleker kunnen de Agro-industriële veehouders heel veel BV'tjes naast elkaar oprichten, die ieder hiun eigen bedrijjes opzetten en dan schiet het ook niet echt op. "Er mag gewoon geen enkel dier bij komen, alleen minder per locatie, per gemeente kortom minder in heel Nederland", aldus Vollenberg. Net als Wakker Dier vraagt Vollenberg zich af wat het voorstel van Bleker betekent voor de tientallen bedrijven die al boven deze grens zitten, zoals het NGB. In een interview op Radio 1 werd aan Bleker de vraag voorgelegd hoe het dan gesteld was met de megastal die in Grubbenvorst gepland is. Zou het maximum dieren ook voor deze reeds geplande stal in Grubbenvorst gelden? Staatssecretaris Bleker kwam met nogal ontwijkende antwoorden. Het kwam er op neer dat gekeken moet worden hoe ver het staat met de de vergunningen die reeds verstrekt zijn door de gemeente en de afspraken die al gemaakt zijn met de ondernemer(s). De ontwijkende antwoorden passen in het beeld van de staatsecretaris van voortdurend gevlei en gedraai, waardoor je uiteindelijk niet weet waar je aan toe bent.

Boerenorganisaties
Uitgaande van de aantallen die Bleker in zijn brief noemt, zou dat volgens boerenorganisaties in De Telegraaf betekenen dat ongeveer één procent van de melkveebedrijven te groot is. Van de kippenhouderijen, geiten- en varkensbedrijven zou ongeveer tien procent moeten inkrimpen. „Het is een te verwaarlozen aantal”, vindt Siem Jan Schenk van boerenorganisatie LTO, die daarbij voorbijgaat aan alle plannen die er al bestaan voor veel grotere stallen. Zoals bijvoorbeeld het NGB met de bekende 1,2 miloen kippen en 35.000 varkens. „De suggestie wordt hier gewekt dat Nederland propvol zit met megastallen. Dat is beslist niet het geval.” De staatssecretaris stelt de grensgetallen in, omdat Nederland volgens hem te klein is voor wat hij noemt „extreme industrialisatie van de veehouderij”. Als de stallen groter zouden worden, is de volksgezondheid en het dierenwelzijn in het geding, meent hij. De staatssecretaris wil in ieder geval geen megabedrijven zoals in Duitsland waar kippenboeren twee tot drie miljoen dieren op hun bedrijf houden. De nieuwe criteria bieden volgens Bleker voldoende ruimte voor boerengezinnen om rond te kunnen komen. De boerenorganisatie zegt net als Bleker: „Wij vinden ook dat excessen voorkomen moeten worden. Niet alles kan overal”, laat Schenk weten. Maar gemeenten en provincies hebben hiervoor genoeg wettelijke instrumenten. In de regio zelf moet worden afgewogen of er een vergunning voor een grote stal kan worden verleend.”

In een interview met Albert Jan Maat van LTO stelt deze: "Er is in Nederland helemaal geen sprake van extreme vormen van veehouderij. Vijf tot zes jaar geleden heeft de toenmalige regering besloten om grotere stallen en het geven van vergunningen over te laten aan gemeenten en provincies. Die regel is dusdanig dat op dit moment in 90 procent van de gevallen de gemeenten geen mogelijkheden hebben voor het bouwen van echt heel grote stallen". Volgens cijfers van LTO Nederland blijkt dat in 2010 maar 6 van de 19.805 melkveehouderijen meer dan 500 melkkoeien hadden. Ook een overgrote meerderheid van de vleesvarkenshouders komt niet aan de grens van 10.000 die Bleker wil trekken. Van de 5952 bedrijven in die sector waren er 133 die meer dan 5000 varkens op stal hadden.

Een van de belangrijkste argumenten van Bleker is dat extreme industrialisatie niet past bij de Nederlandse structuur en het Nederlandse platte land. "Je krijgt dan ook op dat platteland bijna industriële bedrijven die los komen te staan van de plattelandse omgeving", zegt hij. Maar Maat vindt dat de discussie op dit moment helemaal niet speelt en dat er een andere discussie gevoerd moet worden. "Bleker heeft aangegeven dat hij het via de wetgeving wil doen of eventueel via een convenant. Als er dan toch een minst slechte variant is, dan is dat de minst slechte. Maar dan willen wij hoe dan ook dat nu bestaande bedrijven de ruimte krijgen om gewoon te kunnen groeien. Want heel veel bedrijven hebben die mogelijkheid überhaupt niet. Zorg er nu eerst voor dat gewone bedrijven toch een gewone groei kunnen door maken en dat boeren gewoon boer kunnen blijven", aldus Maat.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel