Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

De paasdagen komen er weer aan en wie denkt er dan niet aan eieren. Hele families weten zich dagen te amuseren met deze kippenlegsels door hun kinderen aan de schilderkunst te zetten om ze vervolgens in tuinen en parken te verstoppen. Daarna kan de jacht beginnen om te eindigen met een eierdiner die maar al te vaak resulteert in een wat vreemde stoelgang. Ook winkelbedrijven weten zich in deze tijd eiig te presenteren door in pop-art beschilderde gekookte eitjes in schalen op hun toonbank te zetten. Zodra je van het pincode-apparaat hebt vernomen dat je geslaagd bent, weet de verkoper je nog te verblijden met een kippenlegsel. Zo in de geest van “een ei hoort daarb-ei".

Maar over welk ei hebben we het eigenlijk? In onze supermarkten worden de kippenlegsels in wel 25 verschillende soorten uitgestald en op de doosjes wemelt het van de teksten en logo’s. Het is voor een niet-wijnkenner ook al zo moeilijk om te wete: wat is nou een lekkere wijn? Ja, en wat is nu een lekker eitje? En welk eitje is nou het beste voor de kip zelf en ons milieu? Een waar doolhof, opgeworpen door producenten en landbouworganisaties die het liefst hebben dat we toch vooral hun eitjes kopen. Op window-achtige wijze worden we verl-ei-d om te voorkomen dat we ons mogelijk de vraag zouden stellen hoe deze kippenlegsels eigenlijk ter wereld zijn gekomen. Het zijn net duiveltjes in een doosje, maar je weet niets van de omstandigheden waaronder het ei uiteindelijk daarin is terecht gekomen.

Kortom, hoe komen we uit dit eierdoolhof? Misschien is het ook wel simpel en zijn er eieren die je kunt beschilderen of er mee gooien en eieren die je met een gerust hart kunt eten. Laten we beginnen met de gooi-, schilder- en smijteieren. Dat zijn de eieren die je dus eigenlijk niet moet eten. Het zijn alle eieren waarbij op het ei een code staat vermeld dat begint met een 2 of 3, etc. De moeilijkheid is vaak dat dit nu juist niet op de verpakking (eierdoosjes) staat vermeld. Dit is al de eerste eierverlakke-ei die we tegen komen in de supermarkt. Oplossing? Hoe mooi en verleidelijk het eierdoosje ook moge zijn, gewoon openen en kijken wat voor code er op de eieren staat. Een 2 of meer? Het is niet verstandig om in de supermarkt met eieren te gooien dus wees verstandig en zet het doosje gewoon terug. De meest voorkomende benaming voor deze eieren met een code die begint met een 2 is de verlakker-ei-naam “Scharrelei”. Nota bene van een kip die in zijn korte leven (1 jaar) nimmer de kans heeft gehad om echt te scharrelen. Maar daarover straks meer.

Maar welk ei kunnen we dan wel eten? Helaas komen we dan weer uit bij de codes op de eieren die verstopt zijn in eierdoosjes. Maar tekstueel wordt het wat makkelijker. Te beginnen met code 1 eieren. Dat zijn eieren die geproduceerd worden door kippen met een vrije uitloop naar buiten en aldaar per collega-kip tenminste 4m2 ruimte heeft om te scharrelen. Gek genoeg gaan deze kippen niet als “scharrelkippen” door het leven maar als “vrije uitloopkippen”. Hoe gek kun je het bedenken.

Samengevat hoeven bij dit ei de verpakking dus niet te openen omdat de “vrije uitloop” van de kip staat vermeld op het eierdoosje. In elk geval zijn de eieren van deze “vrije uitloopkippen” goed te eten. Nog lekkerder zijn de eieren van de Biologische kippen die behalve dezelfde uitloopruimte ook binnen hun kippenhok nog meer ruimte hebben dan de vrije uitloopkippen. Daarnaast krijgen ze ook nog eens eten van Herman de Blijker, d.w.z. biologisch kippenvoer. Dit wordt dan ook met grote letters op het eierdoosje vermeld: “biologisch”. De filiaalhouder hoeven we dus niet boos te maken met ons zoeken naar de juiste codes op de eieren. Het ei van de biologische kip heeft namelijk een code die begint met het cijfer 0. Prachtig, het mooiste en lekkerste ei krijgt een 0 en de slechtste eieren krijgen een 2 of hoger. Oh ja, volksverlakker-ei.

Maar dan hebben we nu het eierdoolhof toch al aardig in kaart gebracht. Tijd om eens het kippenhok te bezoeken. Eigenlijk is daarbij de vraag wat hebben vrije uitloopkippen en Biologische kippen wel wat al die andere kippen niet hebben. We hebben al gezien dat dit de enige kippen zijn die van de buitenlucht kunnen genieten en aldaar tenminste 4 m2 voor zichzelf kunnen opeisen.

Voldoende ruimte om hun genetisch aangelegde scharreleigenschap tot zijn recht te laten komen. Zodra deze kippen hun hok betreden ontstaat er echter een verschil. Biologische kippen wonen dan in de villawijk met 6 collega’s op 1 m2 en de vrije uitlopers moeten dezelfde ruimte delen met 9 collega’s. Laten we het houden op de middenklas woning. Dit verschil wordt ook nog eens tot uitdrukking gebracht in de eetgewoonten van deze gevleugelde eierleggers. De dames uit de villawijk krijgen ook nog eens biologisch voedsel tegenover de middenklassers die dit helaas moeten ontberen. Ja, ook hier geldt dat smaken verschillen! Rest nog de code 2 en 3 eitjes van helaas de arme scharrelaars. Want scharrelen kun je niet als je nimmer buiten komt en 24 uur per dag met 9 collega’s op een kluitje moet zitten. Wanneer je dan met zo’n 60- tot 100-duizend ook nog eens in een megastal mag vertoeven moet je dagelijks knokken om aan de geautomatiseerde voer- en drinkbak te kunnen komen. In vaktermen wordt dit “koloniehuisvesting” genoemd. Aan scharrelen komen ze dus niet toe maar wel aan het pikken van veren bij de collega kip. Het kan er daarom in de mega-kippenwijk behoorlijk nudistisch aan toegaan. Het vreemde is nu dat deze huisvestingsvorm de opvolger is van de nog tot 1 januari 2013 toegestane legbatterijen. Zeg maar de sloppenwijk vol kooien met maar een doel: vreten en leggen. In de legbatterij moesten 18 kippen 1 m2 met elkaar delen en kwamen, evenals de huidige zgn. scharrelkip, nimmer buiten. Maar ze hadden wel code 3 op hun ei staan! Alsof ze als scharrelkip beter af zijn maar feitelijk gewoon “schuurkip” zijn. Daarmede kan hun legproduktie beter omschreven worden als “schuurei” in plaats van “scharrelei”.

Maar er komt gekakel uit de Supermarktwereld! De Plus, als eerste supermarkt, veroordeelt het “Scharrelei” tot “Schuurei”, omdat de eerste benaming van dit “ei” ten onrechte zo’n diervriendelijke naam draagt. Inderdaad, “Schuurei” zou een meer toepasselijke naam zijn voor het ei dat als opvolger moet worden beschouwd van de batterij-eieren. Wat zou het mooi zijn om dit “eiergedoe” van beelden en gekakel te voorzien zodat iedereen dit op zijn “ei”pod zou kunnen aanschouwen. Wat een “ei”opener zou dat zijn voor de eierconsument! In elk geval hebben we nu alvast de volksverlakker”ei” getransformeerd tot het ei van Columbus: lang leve het biologische “ei”!

Prettige paasdagen!

Caius Molendinarius

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel