Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

herinrichting platteland heeft onbedoeld effect: kleine familiebedrijven verdwijnen
28-07-2007 | Onno Havermans (Trouw)

Nooit meer varkens in grijpers, dat was het uitgangspunt. Maar de Wet reconstructie zandgronden gaat veel verder dan sanering van de varkenssector. En zet onbedoeld de deur open naar de varkensflat.

Boer Nollen uit Notter beseft dat hij laat is met zijn bezwaren tegen het landbouwontwikkelingsgebied in het buitengebied bij Wierden. Maar had hij jaren geleden al kunnen voorzien wat er dankzij de reconstructie van het platteland op hem af zou komen? De omvang van de bedrijven die straks zijn toegestaan, de verkeersdrukte die dat met zich mee zal brengen, de verandering van het landschap die het gevolg zal zijn?

Veearts Mostert uit Nijverdal ziet voor niemand voordeel in de nieuwe bedrijven die zich in het Overijsselse buitengebied willen vestigen. De Brabantse onderneming Family Farmers heeft al grond gekocht in Marle (gemeente Hellendoorn) en Vroomshoop (gemeente Twenterand) voor de bouw van vier megastallen met 19.000 tot 24.500 varkens.

De cruciale vraag is of we dat willen in Nederland, stelt Mostert. En zo ja, waar?

Maar die vraag is niet gesteld toen de provincies Limburg, Noord-Brabant, Utrecht, Gelderland en Overijssel vijf jaar geleden begonnen met uitvoering van de Wet reconstructie zandgronden. Aanvankelijk ging het alleen om sanering van de varkenssector, na de schrijnende beelden van varkens in grijpers tijdens de varkenspest van 1997. Nooit meer massale bedrijfsruiming.

Gaandeweg werd de reconstructiewet een instrument voor herinrichting van het hele buitengebied, waarmee voornemens over natuur, water, wonen en recreatie in samenhang zouden worden uitgevoerd. Niet alle varkensboeren die in de weg zaten, hoefden hun bedrijf op te doeken. De provincies wezen tientallen gebieden aan waar de intensieve veeteelt toekomst had en de bedrijven zouden mogen groeien. Daartoe werden soms geurzones vergroot en stanknormen opgerekt.

De wet werd vijf jaar geleden aangenomen, de provincies stelden daarna hun plannen en begonnen twee jaar geleden met de uitvoering. Minister Verburg van landbouw en natuur is enthousiast. De herinrichting van het platteland begint op stoom te komen, schrijft ze in juni aan de Tweede Kamer, in reactie op de evaluatie die onderzoeksinstituut Alterra heeft uitgevoerd.

Dat slaat vooral op de initiatieven voor nieuwe natuur en boerengebouwen die plaatsmaken voor nieuwe woningen of recreatieverblijven. De verplaatsing van bedrijven verloopt echter stroef. Veel varkensboeren hikken aan tegen zo’n nieuw begin, dat om een grote investering vraagt.

Maar sommige ondernemers zien nieuwe kansen. De landbouwontwikkelingsgebieden zijn immers aangewezen om bedrijven te laten groeien. Dat zet de deur open voor de komst van varkensflats, die alle ruimte – in omvang én milieunormen – opslokken, ten koste van kleinere bedrijven. Daarvoor was de reconstructiewet nooit bedoeld.

Voor boer Nollen en veearts Mostert is dat het schrikbeeld. Ze kunnen bezwaar maken bij de gemeente, die immers het bestemmingsplan moet wijzigen om een landbouwontwikkelingsgebied mogelijk te maken. Maar de gemeente is gebonden aan de regels van de provincie en de letter van de wet. Er valt wat te rommelen in de infrastructuur – zo heeft Twenterand al laten weten niet te willen opdraaien voor alle kosten van nieuwe wegen die moeten worden aangelegd – maar over de omvang van een bedrijf gaat de gemeente niet. Bovendien ontbreekt het gemeentelijke ambtenaren vaak aan kennis op dit gebied.

De Tweede Kamer bespreekt na de zomer de stand van zaken in de reconstructie. Een van de aanbevelingen van Alterra is dat gemeenten en waterschappen beter moeten overleggen met boeren, ondernemers en burgers. Minister Verburg onderschrijft dat.

Maar wie geeft antwoord op de vraag van veearts Mostert, of Nederland varkensflats wil, en zo ja waar?

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel