Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Als we hechten aan ons cultuurlandschap, moet bouwwoede worden beteugeld, meent Jan Kolen. Bovendien moet de rijksoverheid weer meer regie over ruimte krijgen.

Grote delen van ons land krijgen te maken met een krimpende bevolking. Hoewel dit probleem vraagt om nieuwe arrangementen voor de inrichting van de samenleving en nieuwe denkrichtingen in de ruimtelijke ordening, staat het nog niet op de agenda van politici, beleidsmakers en planologen.

Ook voor het platteland en het cultuurlandschap zal bevolkingskrimp grote consequenties hebben. Een van de meest voor de hand liggende misverstanden is dat bevolkingskrimp de druk op het natuur- en cultuurlandschap zal verlichten. Nieuwe ontwikkelingen in bijvoorbeeld vrijetijdsindustrie, landbouw, waterbeheer en wooncultuur, zullen juist vragen om een ruimtelijke herinrichting van het buitengebied, waarbij ook het plattelandskarakter als zodanig in het geding is.

Het is de vraag of de landbouw zich in krimpende regio’s wel altijd zo eenvoudig aan de kant laat schuiven door de vrijetijdsindustrie. Schaalvergroting vraagt om een ingrijpende herinrichting van het cultuurlandschap. Die kan bestaan uit kavelvergroting en de bouw van grote agrarische complexen. In bepaalde gevallen zal dat het imago van de sector geen goed doen. Schaalvergroting kan de concurrentiepositie van de landbouw versterken, maar zal op haar best een zeer selectieve uitwerking hebben in termen van omgevingskwaliteit en landschapsbehoud. Kleinschalige en gradiëntrijke cultuurlandschappen lopen de kans onherkenbaar te transformeren.

Met het krimpen van de bevolking dringt zich meer dan ooit de brede maatschappelijke vraag op waar we met ons ’plattelandschap’ naartoe willen. Als we echt waarde hechten aan het Nederlandse cultuurlandschap, dan moeten we actie ondernemen om de duurzaamheid en leefkwaliteit van het platteland veilig te stellen.

Daarvoor moet het ontspoorde neoliberale groeidenken (en de ’vanzelfsprekende’ bouwwoede) worden beteugeld en politieke ruimte worden gecreëerd voor het landschappelijk erfgoed en vitale plattelandsontwikkelingen. Dit kan alleen als het rijk bereid is om de regie gedeeltelijk terug te nemen, bijvoorbeeld door het stimuleren van regiospecifieke vormen van landbouw en plattelandsvernieuwing.

Jan Kolen is directeur van onderzoeksinstituut Clue van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en bijzonder hoogleraar erfgoed van stad en land aan de VU.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel