DOMBURG - Nog geen jaar geleden legden B en W de elf intensieve varkens- en pluimveebedrijven in Veere de strop om de nek. Ze werden beschouwd als 'varkens- en kippenflats' die het landschap vervuilen en waarin dieren op afzichtelijke wijze worden gekweld. Inmiddels kijkt het college er heel anders tegenaan. Het omarmt de varkens- en pluimveehouders weer als echte boeren die de volle steun van de gemeente verdienen bij het instandhouden van hun bedrijven. Ze mogen die zelfs in zekere mate uitbreiden. Dat moet dan wel het landschap en de dieren ten goede komen, en de overlast voor de omgeving verminderen.

Dat bleek gisteravond bij de behandeling van de herziene Veerse landbouwnota door de gemeenteraadscommissie voor maatschappelijke ontwikkeling. Vorig jaar verkondigde wethouder Jaap Melse (SGP/CU) nog dat er in zijn gemeente voor de intensieve veehouderij geen plaats meer is. De betrokken boeren moesten van hem omschakelen naar 'gewone', liefst biologische landbouw. Gisteravond beloofde de wethouder vanuit zijn 'diepste gevoelen' dat de gemeente de intensieve veehouders met 'maatwerk' tegemoet zal treden, 'niet om ze de grond in te boren, maar met de intentie om ze te helpen'. De wethouder deed die toezegging nadat alle raadsfracties duidelijk hadden gemaakt dat alle wantrouwen en achterdocht bij de intensieve veehouders behoren te worden weggenomen. Zelfs de PvdA, die zich in maart nog fel tegen de intensieve veehouderij verzette, bleek om. PvdA-raadslid T. Sinke noemde het 'niet realistisch om de intensieve veehouderij op slot te zetten'. Ook hij bepleitte nu elk bedrijf apart met 'maatwerk' ter wille te zijn. Hij erkende dat bedrijven in bepaalde gevallen moeten kunnen uitbreiden met meer dan twintig procent of tot meer dan 5000 vierkante meter, willen ze straks nog kunnen voldoen aan de strengere Europese normen voor dierenwelzijn.