Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Tineke van den Berg: ‘We willen een traditioneel boerenbedrijf in stand houden.’ Een moestuintje op het dak, een boerenbedrijf in een woonwijk. Stadslandbouw is een hype.

Uiteraard zijn ze in de VS verder. Onder aanvoering van Michelle Obama heeft ook de White House Garden sinds enkele maanden een eigen groentetuin, waar niet alleen de eerste familie van eet, maar ook het officiële bezoek. Waar ze maar de gelegenheid krijgt, predikt mevrouw Obama het belang van community gardens, van vers en lokaal voedsel. Ook in Nederland duiken overal initiatieven op. In Rotterdam willen ze moestuintjes aanleggen op daken, in ‘drijvende tuinen’ en straks op grotere schaal op de Tweede Maasvlakte. In Utrecht loopt de campagne Lekker Utregs, die horeca en middenstanders moet overreden producten uit de regio in te kopen. ‘De afgelopen twee jaar is het een hype geworden’, zegt stadsboerin Tineke van den Berg. Dat ‘het’ is niet altijd makkelijk te omschrijven, want het omvat nogal veel: gezond (en smaakvol) eten, een goede omgang met het milieu, niet afhankelijk willen zijn van de industrie. Wat steeds doorklinkt: weet wat je eet, want dat zijn we een beetje vergeten.

Wortelen langs de A6
Een beetje? Van den Berg ondervindt het wekelijks, als schoolklassen of andere groepen haar boerderij aandoen voor een excursie. Dat kinderen niet weten dat melk uit een koe komt, is alweer bijna een cliché, maar wel treffend. ‘Volwassenen noemen koeien ook stieren, omdat ze hoorns hebben. Ze herkennen geen enkel gewas. En ouders zeggen tegen hun kinderen: ‘Nee, die appels kun je niet eten, want die hangen aan een boom.’
Van den Berg liep op de hype vooruit, toen ze dertien jaar geleden haar boerderij in Dronten noodgedwongen moest verlaten en samen met haar man verkaste naar Almere. ‘We wilden de nieuwe Nederlandse landbouw helpen vormgeven: boeren met het gezicht naar de stad. Boeren waren destijds mensen die stank en mestoverschot veroorzaakten, terwijl we er allemaal van leven. Dat willen we laten zien.’ De stad lag op drie kilometer afstand, maar Almere dijt snel uit. De boerderij, gelegen in een bosrijke omgeving, raakt meer en meer vervlochten met de stad. De akkers met tarwe, sperziebonen of broccoli worden omgeven door flats en woonwijken. Een veld met wortelen ligt pal langs de A6, aan de rand van een bedrijventerrein. Stadsbewoners op hun beurt financieren de zonnepanelen op het dak van de boerderij, en krijgen terugbetaald in vlees.

Duidelijk handvat
‘Toen we kwamen, was er veel weerstand. Nu wil de gemeente, die zelf het cradle-to-cradle-concept (gesloten kringloop) heeft omarmd, per se dat we blijven. Desnoods alleen met een publieke functie. Maar wij willen een traditioneel boerenbedrijf in stand houden. Met mest van koeien, waarmee we ons land bewerken. We verdienen er een goede boterham mee. We willen laten zien hoe het echt werkt.’ Mensen kunnen vrij het erf op lopen, naar de koeienstal. Of naar het winkeltje, dat hamburgers of ambachtelijke jam verkoopt. Groepen komen op afspraak langs: van ambtenaren met gelijke plannen, brandweerlieden op een dagje uit, tot een delegatie uit Japan. Vorig jaar ontving de stadsboerderij Almere tienduizend bezoekers. Alleen al het oogstfeest in september (graan dorsen, zuurkool maken) trok zesduizend mensen. ‘Het kon niet uitblijven’, zegt Van den Berg, die aan de Agrarische Hogeschool studeerde. ‘We zijn zo vervreemd geraakt van ons voedsel dat we er weer belangstelling voor krijgen. Het raakt aan problemen als klimaatverandering of de uitputting van de aarde, die zo groot zijn dat mensen zich vaak machteloos voelen. Verse dingen eten is een duidelijk handvat. Bovendien is het lekker.’ In Culemborg en Eindhoven zijn vergelijkbare stadsboerderijen. En afgaand op de plannen komen er nog meer. Sympathiek, maar hebben we sowieso geen geïndustrialiseerde landbouw en megastallen nodig om alle monden te kunnen voeden? In 2050 telt de wereld naar verwachting negen miljard mensen, die ook allemaal beslag leggen op de ruimte. ‘Wij hebben een heel modern machinepark. Onze twintig voetbalvelden met sperziebonen gaan gewoon naar de conservenfabriek. Met duurzame landbouw kunnen we iedereen voeden, mits we de juiste gewassen telen, de varkens en kippen niet al onze soja en maïs laten opeten, en
niet zoveel eten weggooien.’

(Bron: De Pers, Marcel van Engelen, 1-7-'09)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel