Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

In opdracht van het College van B&W van Horst aan de Maas heeft de GGD Noord- en Midden-Limburg een zogenaamde quick scan uitgevoerd. Een "snel onderzoek" naar de gezondheidsrisico's die ontstaan als gevolg van de ontwikkeling van het landbouwontwikkelingsgebied (LOG) Witveld nabij Grubbenvorst. Overigens beperkt het onderzoek zich tot het zogenaamde Nieuw Gemengd Bedrijf (NGB) en zijn de effecten van de komst van de andere intensieve veehouderijen binnen Witveld niet mee genomen in het onderzoek. In het rapport wordt geconcludeerd dat de komst van het NGB nagenoeg geen invloed heeft op de milieugezondheidskwaliteit in Grubbenvorst. Commentaar van Behoud de Parel op dit rapport: tendentieus, onvollledig en op onderdelen onjuist.

Tendentieus
Behoud de Parel verbaast zich over de verschijningsdatum van het rapport van de GGD Noord- en Midden-Limburg. De opdracht voor de quick scan is al in het voorjaar van 2009 verstrekt en in een overleg met vertegenwoordigers van Behoud de Parel heeft wethouder Litjens al zo'n vijf maanden geleden verteld dat het rapport klaar was. Behoud de Parel kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de publicatie van het voor het NGB gunstige rapport vlak voor de vervroegde gemeenteraadsverkiezingen in Horst aan de Maas een poging is om het brede verzet van de bevolking in Grubbenvorst te neutraliseren. Dat maakt het rapport nogal tendentieus.

Onvolledig
Opvallend en uiterst verbazingwekkend - zo stelt Behoud de Parel in haar commentaar op het rapport - is het feit dat de GGD slechts twee potentiële gezondheidsrisico's onderzocht heeft: de risico's van fijnstof en de risico's van "geur". Behoud de Parel gaat er van uit dat dit te maken heeft met de (beperkte) opdracht, die het college van B&W verstrekt heeft aan de GGD. De risico's waar vele instanties, waaronder het RIVM, artsen in de regio en Behoud de Parel al vaak op gewezen hebben, betreffen salmonella (met name bij de kippen), MRSA, met name bij varkens en mestkalveren (in het LOG Witveld wordt ook een kalvermesterij gevestigd) en influenza (griep), die vooral risico's oplevert als een kippen- en een varkensbedrijf te dicht bij elkaar staan (zoals bij het NGB het geval is). Een conlusie die ondersteunt wordt door onderzoek van het RIVM in opdracht van de Tweede Kamer uitgevoerd in 2008. Een collega GGD-instelling (Brabant/Zeeland) heeft de gezondheidsrisico's uitgebreid en systematisch in beeld gebracht. Het is vreemd dat de GGD Noord- en Midden-Limburg geen gebruik heeft gemaakt van deze rapportage (zie bijlage).

In het onderzoek wordt de indruk gewekt dat aandacht besteedt is aan de effecten van geluid. Nadere bestudering leert echter dat het rapport zich - wat dit aspect betreft - beperkt tot de opmerking dat de voornaamste geluidbronnen ventilatoren, verkeersbewegingen op het terrein en
transport van en naar het bedrijf betreffen. Het rapport stelt dat in de vergunning voorschriften dienen worden opgenomen. terwijl bekend is dat met name de ventilatoren in combinatie met de luchtwassers enorm veel lawaai produceren en "lawaai" ook een negatieve invloed heeft op de gezondheid van mensen.

Bezwaarlijk aan het onderzoek van de GGD is volgens Behoud de Parel ook, dat slechts geïsoleerd gekeken is naar de komst van het NGB, terwijl er in het LOG Witveld en rondom Grubbenvorst veel meer plannen in ontwikkeling zijn, die invloed hebben op de uitstoot van bijvoorbeeld fijnstof en ammoniak.

In het LOG Witveld vestigt zich de Maatschap Klopman, dat gaat verplaatsen vanuit Hegelsom, met een bedrijf met 1200 kalveren, het bedrijf Coenders wil een varkensstal in het LOG Witveld bouwen voor (vermoedelijk) 5000 varkens, het bedrijf van Hendrickx gaat verplaatsen vanuit Lottum naar LOG Witveld, met op termijn 600 zeugen en 5000 varkens, Hagens - die al in LOG Witveld gevestigd is, wil uitbreiden van 5900 naar in totaal 18000 varkens en een ander bedrijf wil zijn vergunning aanpassen, waarvan het effect niet bekend is.

Wat de plannen rondom Grubbenvorst betreft, die invloed hebben op de gezondheidssituatie in Grubbenvorst, gaat het om de komst van een Centrale Zandverwerkingsinstallatie met een haven en een slibdepot van - alles bij elkaar - 45 hectare, de uitbreiding van de veiling, de ontwikkeling van Trade Port Noord, de bouw van mega tuinbouwkassen (tot 60 ha toe) in tuinbouwgebied Californië en de komst van de Floriade in 2012.
En dan laat Behoud de Parel de ontwikkelingen van "Klavertje Vier" (een agroindustrieel complex dat zich uitstrekt van Grubbenvorst tot Maasbree) - waarin onder andere de mogelijkheid is geschapen voor de komst van nog eens zes megastallen - nog buiten beschouwing.

De realisering van al deze plannen zal een grote stroom aan vrachtverkeer met zich mee brengen. Terwijl de verwachting is dat het verkeer op de A73 snel zal toenemen. Het betreft een autonome toename, los van de ontwikkelingen rondom Grubbenvorst.
Het is bekend dat "verkeer" - naast het fijnstof dat neerslaat vanuit industriegebieden (Rijnmond, het Ruhrgebied en Antwerpen) - de belangrijkste bijdrage levert aan het voorkomen van fijnstof in de lucht boven Grubbenvorst. Ondanks dat gegeven wordt in het rapport van de GGD niet gerept over de invloed van het verkeer op de toename van fijnstof. Zelfs met betrekking tot het verkeer afkomstig van het NGB wordt nauwelijks iets opgemerkt.

In het rapport schrijft de onderzoekster, dat waar het gaat om fijnstof, onderscheidt gemaakt wordt tussen grof stof (deeltjes van 10 tot 100 μm) en fijnstof (PM2,5 en PM10). De grootteverdeling (diameter) van de deeltjes bepaalt waar ze in de longen terecht komen. Hierbij geldt hoe kleiner het stofdeeltje, hoe dieper het kan doordringen in de
longen en hoe slechter dat is voor de gezondheid. De grootte in combinatie met de chemische samenstelling bepaalt tot welke effecten het kan leiden. De Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) heeft aanbevolen om PM2.5 als indicator te gaan gebruiken voor
gezondheidseffecten, omdat deze fractie gezondheidkundig van groter belang is dan PM10. Ondanks dat er nog veel onzekerheden bestaan rondom PM2.5 en dat er nog maar op beperkte schaal betrouwbare metingen beschikbaar zijn, is door de Nederlandse overheid in aansluiting op de EU luchtkwaliteitrichtlijn een grenswaarde vastgesteld voor de jaargemiddelde PM2.5-concentratie. Vanaf 2015 moet aan een grenswaarde van 25 μg/m3
worden voldaan. Hoewel PM2,5 dus risicovoller is dan PM10, beperkt het rapport zich tot berekeningen van PM10 in de lucht. Een wel erg vreemde ommissie, zo constateert Behoud de Parel.

Tenslotte stelt Behoud de Parel ten aanzien van de (on)volledigheid van het rapport, dat zij bevreemd is over het besluit de gezondheidsstituatie van de werknemers niet mee te nemen in het onderzoek. De gezondheid van de werknemers kan volgens Behoud de Parel niet alleen voor die werknemers onder druk komen staan (en zij maken toch ook deel uit van de gemeenschap), maar zij kunnen ook een besmettingsgevaar betekenen voor de omgeving. Daarbij kan met name gedacht worden aan influenza (denk aan een virus als de Spaanse griep, of meer recent de Mexicaanse griep) of aan de MRSA-bacterie. Met name varkensboeren worden in ziekenhuizen meteen geïsoleerd, om te voorkomen dat zij andere mensen besmetten met de voor antibiotica resistente MRSA-bacterie.

Onjuist
Naar de mening van Behoud de Parel zijn de gegevens in het rapport niet altijd juist. Zo zijn de afstanden tot de dorpen die het LOG Witveld omringen, gedeeltelijk onjuist. Gesteld wordt dat de afstand van het NGB tot de bebouwde kom van Horst 3300 meter is, terwijl meting van Behoud de Parel leert dat die afstand slechts 1700 meter is. De afstand van het NGB tot Melderslo is 1400 meter in plaats van 2900 meter, zoals de GGD stelt. De afstand van NGB tot Grubbenvorst is wel juist weergegegeven: 2100 meter. Behoud de Parel heeft deze afstanden vastgesteld door het NGB op een topografische kaart met een schaal van 1 : 250 in te tekenen, de grenzen van de bebouwde kommen in te tekenen en vervolgens de afstand in vogelvlucht te bepalen, volgens de gegeven schaal. Overigens kan een en ander ook met GPS worden bepaald.

Een aantal berekeningen met betrekking tot de geur-emissie wordt door Behoud de Parel ook in twijfel getrokken. Al eerder hebben een viertal artsen uit Lottum en Grubbenvorst een brief gestuurd aan het RIVM met 31 vragen over de situatie in LOG Witveld. De in die brief opgenomen gegevens wijken af van de gegevens waar de GGD van uit gaat. In beide gevallen zijn de uitkomsten gebaseerd op dezelfde berekeningsmethode, die opgenomen is in een rapport van het RIVM (Rapport 609021077/2008 T. Fast | M. Mennen | M. Mooij, Gezondheidsaspecten bij IPPC-vergunningen. De ontwikkeling en test van een methode voor de integrale beoordeling van gezondheidsaspecten bij IPPC-vergunningen).

"Selectief winkelen"
Opvallend in het rapport is dat voor het berekenen van gegevens uitgegaan wordt van ondere anderen de MER-Startnotitie, opgesteld door Arcadis in opdracht van de initiatiefnemers van het Nieuw Gemengd Bedrijf, een rapport van Blonk Milieuadvies BV en het concept van het Milieueffectrapport (MER) over het NGB. De onderzoeken van het RIVM en andere instellingen, die onderzoek hebben gedaan naar de effceten van megastallen, in opdracht van de Tweede Kamer lijken niet gebruikt te zijn.
Wat betreft de startnotitie MER kunnen we kort zijn: dat betreft geen onafhankelijk docement, maar een document dat afkomstig is van de belanghebbenden. In de overige rapporten en onderzoeken heeft de GGD nogal selectief "gewinkeld". Zo verwijst de GGD naar het rapport van Blonk Milieuadvies als het gaat om de deugdelijkheid van de luchtwassers die het NGB gaat gebruiken. Inmiddels is duidelijk dat die luchtwassers helemaal niet zoveel fijnstof uit de lucht halen, als gesteld wordt. Professor Groot Koerkamp van de Universiteit Wageningen heeft in een uitzending van Zembla over de risico's van megastallen aangegeven dat de huidige luchtwassers niet geschikt zijn om het fijnstof voldoende uit de lucht te halen. Sterker nog: de fijnstof verstopt de luchtwassers, met als gevolg dat ze ook niet goed meer functioneren om de uitstoot van amoniak tegen te houden... Ook minister Cramer van VROM heeft bekend gemaakt dat de huidige luchtwassers niet geschikt zijn en heeft 10 miljoen euro beschikbaar gesteld voor onderzoek naar wel deugdelijke luchtwassers. De GGD negeert vrijwel volledig de opmerking in het rapport van Blonk Milieadvies BV dat bij het optreden van gezondheidseffecten de beslissingen van het management van groot belang zijn. Zij nemen beslissingen over voer, kunnen besluiten uit oogpunt van kostenbesparing de energieslurpende luchtwassers 's nachts uit te zetten (wat in de huidige praktijk bij intensieve veehouderijen vaak gebeurd), enzovoorts. Ook negeert de GGD de kritiek van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) op het onderzoek (en de onderzoeksmethoden) van Blonk Milieuadvies BV, die bij de gemeente wel bekend is.

Opvallend is dat de onderzoekster gebruik heeft gemaakt van de concept-MER. Behoud de Parel heeft regelmatig aan wethouder Litjens van Horst aan de Maas gevraagd of hij er van op de hoogte is of de MER gepubliceerd zou worden. Aanvankelijk zou dat in 2007 gebeuren, later in 2008 en toen in het voorjaar van 2009, maar tot nu toe is de MER nog steeds niet gepubliceerd. Wel wist wethouder Litjens in april 2009 al te melden dat de MER in concept klaar was en dat publicatie zou volgen. De reden waarom de provincie, c.q. de MER-commissie besloten heeft de MER (nog) niet te publiceren is onbekend. In ieder geval hebben belanghebbenden - bijvoorbeeld de burgers in Grubbenvorst - nog niet kunnen reageren op de MER. Reden voor Behoud de Parel zijn verbazing uit te spreken over het feit dat de GGD al wel gebruik maakt van die MER-rapportage...

"NGB blijft binnen de wettelijke normen"
In haar rapport (zie bijlage) concludeert de GGD dat er ruim onder de wettelijke normen van de geur en fijnstof gebleven wordt in Grubbenvorst. De mogelijke komst van het Nieuw Gemengd Bedrijf zou - aldus de GGD - nauwelijks zorgen voor veranderingen met betrekking tot de milieugezondheidskwaliteit in de omgeving. De GGD komt tot deze conclusie met gebruikmaking van de methode van de gezondheidseffectscreening (GES). Deze methode houdt in dat een schatting gemaakt wordt van de concentraties van schadelijke stoffen in de nabijgelegen kern Grubbenvorst afkomstig van het Nieuw Gemengd Bedrijf. Deze concentraties worden getoetst aan de gezondheidkundige advieswaarde. Referentiekader voor het onderzoek is de wettelijke norm met betrekking tot fijnstof en geur. Opvallend is, dat in het rapport onder het kopje "Algemene opmerkingen" gemeld wordt, dat "voldoen aan de wettelijke norm nog lang niet betekend dat het 'gezond' is". Dat plaatst verschillende onderdelen in het rapport in een vreemd daglicht. Voorbeeld: Bij het meten van de hoeveelheid fijn stof in de lucht hanteert de Europese Unie een aantal normen. Aanvankelijk leidde dat er toe dat veel projecten in Nederland de normen voor uitstoot van fijnstof overschreden. De regering is toen gaan onderhandelen met de Europese Commissie en heeft onder andere gedaan gekregen dat zij de werkelijke metingen met een percentage van 20 naar onderen bij mocht stellen. Omdat Nederland aan de zee ligt en "dus" 20 procent van het fijn stof in Nederland zou bestaan uit zeezout. In het rapport van de GGD wordt die 20% afgetrokken van de berekende hoeveelheid fijnstof in de lucht nabij Grubbenvorst. Behoud de Parel vraagt zich af of zulk een aftrek gerechtvaardigd is, als je bezig bent te onderzoeken of er sprake is van gezondheidsrisico's. Te meer daar de GGD zelf aangeeft dat nog niet wetenschappelijk is vastgesteld welke deeltjes in het fijn stof verantwoordelijk zijn voor de gezondheidsrisico's, die inmiddels wel onbetwist zijn.

De conclusies van de GGD met betrekking tot de hoeveelheid fijnstof in de lucht nabij Grubbenvorst is niet gebaseerd op feitelijke metingen, maar op berekeningen die gebaseerd zijn op het meteobestand van Eindhoven. Inmiddels is er jurisprudentie met betrekking tot de validiteit van dit soort berekeningen. Een bewonersgroep uit Utrecht heeft met succes voor de rechter aan kunnen tonen dat de gehanteerde berekeningsmethode berekeningen op levert die te veel afwijken van werkelijke metingen. Het is dan ook vreemd dat met de "quick scan" niet gewacht is tot de installatie van meetapparatuur nabij het Witveld, die wethouder Litjens al meer dan anderhalf jaar geleden toegezegd heeft aan de Dorpsraad van Grubbenvorst. Dan had in ieder geval de "nul-situatie"(de huidige situatie zonder aanwezigheid van het NGB) in beeld gebracht kunnen worden en had dat als referentiekader kunnen dienen voor de toekomstige ontwikkelingen rondom Grubbenvorst.

In het rapport wordt opgemerkt dat de emmissie van ammoniak bijdraagt aan de zogenaamde "secundaire" vorming van fijnstofdeeltjes in de vorm van aerosolen. In het onderzoek wordt daar verder niet op ingegaan en of deze opmerking tot de conclusie zou kunnen leiden dat er toch sprake is van gezondheidsrisico's. Hetzelfde geldt voor de opmerking dat endotoxinen (bestanddelen van celwanden van bacteriën) die voorkomen in fijnstof, in hoge concentraties gevonden zijn in veehouderijen en bij veevoerproductie. De onderzoekster, Monique Meijerink, stelt dat het onduidelijk is of de verhoogde concentraties rond agrarische bedrijven kunnen leiden tot gezondheidseffecten van omwonenden. Daarvoor is - zo stelt zij - meer onderzoek nodig. Desalnietemin komt ze - zonder slag om de arm - tot de eindconclusie dat er geen sprake is van toename van gezondheidsrisico's bij de komst van het NGB.

GGD onafhankelijk?
Naast de inhoudelijke kritiek op het rapport plaatst Behoud de Parel ook vraagtekens bij de onafhankelijkheid van de rapporteurs. De GGD wordt volledig gesubidieerd door de gemeenten in Noord- en Midden-Limburg, waaronder Horst aan de Maas. En de onderzoeksopdracht - waarvan de precieze tekst overigens niet opgenomen is in het rapport - is vastgesteld door het College van B&W. Eerder al - begin 2008 - heeft wethouder Litjens de GGD gevraagd om een commentaar op de zorgen van artsen, waaronder vijf GGD-artsen, die in een petitie aangaven dat de komst van het NGB grote gezondheidsrisico's met zich mee zouden brengen. De directeur van de GGD schreef vlak vóór de gemeenteraadsvergadering in februari 2008 waarin besloten zou worden over de komst van het NGB in een brief aan de gemeenteraad, dat het allemaal wel mee viel met de gezondheidsrisico's. Ondertussen had hij de vijf GGD-artsen die de petitie van de 50 artsen uit de regio - mee hadden ondertekend, op de vingers getikt en teruggefloten.

"Vrij matige gezondheidssituatie"
Op basis van de zogenaamde GES-methode komt de GGD tot de conclusie dat er sprake is van een vrij matige gezondheidssituatie. Tegelijkertijd voegt de GGD daar aan toe, dat de gezondheidssituatie met de komst van het NGB niet slechter wordt. In het persbericht van het College van B&W van de gemeente Horst aan de Maas over het rapport wordt gesteld dat "de komst van het NGB nagenoeg geen invloed heeft op de milieugezondheidssituatie in Grubbenvorst en nauwelijks zorgt voor veranderingen met betrekking tot de milieugezondheidskwaliteit in de omgeving.

Hoewel je je al zorgen zou kunnen maken als je je realiseert dat je in een "vrij matige gezondheidssituatie" bevindt (veel mensen zouden in zo'n geval de huisarts gaan raadplegen), kun je je ook afvragen of de situatie van dit moment wel zo gezond is. Daar zijn ook wel aanwijzingen voor. In hun petitie (van eind 2007) hebben een vijftigtal huisartsen, specialisten van Vie Curi en GGD-artsen aangegeven dat er op dit moment al statistisch gezien opmerkelijk veel gezondheidsklachten zijn (met name klachten aan de luchtwegen). Ook Henk Jans, verbonden aan de GGD Noord-Brabant/Zeeland, stelt dat er momenteel al een negatieve invloed uitgaat van Intensieve veehouderijen op de gezondheid van mensen en huisartsen in Brabant bevestigen die bevinding. Voor de ministers Klink van Volksgezondheid en Verburg van Landbouw zijn die bevindingen aanleiidng geweest om een onderzoek te laten verrichten naar de gezondheidseffecten van de intensieve veeteelt. Dat onderzoek is onlangs gestart en zal minimaal twee jaar in beslag nemen.

Kennelijk kan de GGD met een quick scan al vaststellen dat de burgers in Grubbenvorst en omgeving zich geen zorgen hoeven te maken voor hun gezondheid....

reacties
Toch wil ik even reageren. Er staat een regeltje over transport-bewegingen in het betreffende gebied. Naar mijn mening is dat toch wat onderbelicht. Wij hebben het hier wel over 35.000 varkens die in een half jaar slachtrijp zijn. Dat houd volgens mij ook in dat er 70.000 varkens per jaar vervoerd moeten worden! Waarvan 56.000 naar het buitenland. Ook het voer zal er moeten komen en de mest mogen wij zelf houden. En dan komen er ook nog 1,2 miljoen kippen die in 6 tot 8 weken slachtrijp zijn. Dus reken maar uit 7 maal 1,2 miljoen = 8,4 miljoen kippen,die per jaar op transport gaan. Ook hier het voer-mestverhaal en ook het slachtafval niet te vergeten!!! En dat over die smalle weggetjes???? Hoe de gemeente kan beweren dat het wel meevalt snap ik ook niet helemaal.
Co de Graaff, Grubbenvorst.

Behoud de Parel