Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

De Europese Unie moet chemische luchtwassers, om de ammoniakuitstoot van varkensstallen te verminderen, aanmerken als best available technique. Biologische luchtwassers verdienen dat predicaat niet. Dat stelde de Wageningse promovendus ir. Roland Melse vorige maand in Biosystems Engineering. Hij promoveerde 26 oktober op zijn onderzoek.

Het afgelopen decennium deden luchtwassers hun intrede in de Nederlandse varkenshouderij, om de ammoniakuitstoot te verminderen en de milieudoelen te halen. In 2004 hingen tweehonderd luchtwassers achter stallen, vorig jaar waren dat er al 880, zegt Melse, verbonden aan Wageningen UR Livestock Research. Negentig procent daarvan zijn chemische luchtwassers, waarbij een zuur de ammoniak in de stallucht wegvangt. De rest zijn biologische luchtwassers, waarbij bacteriën de ammoniak omzetten in nitraat. De luchtwassers helpen ook om een deel van de geuroverlast en emissie van fijnstof te verminderen. De Nederlandse overheid beschouwt de beide luchtwassers als best available technique, de Europese niet.

Hoge Raad
Tijdens zijn onderzoek vond Melse dat de robuuste chemische wassers vaak hun werk doen, maar dat de biologische wassers veel gevoeliger zijn. ‘De condities waaronder de bacteriën hun werk goed doen, komen heel nauw. Als de varkenshouder weinig kennis van zaken heeft over die condities, werken ze niet goed.’ Hij adviseert dan ook om de biologische luchtwassers niet op de lijst van best beschikbare technieken te zetten.

Daarmee gaat hij in tegen een uitspraak van de Hoge Raad, die zowel de chemische als biologische wassers als best beschikbare techniek beschouwt. Door die uitspraak heeft het advies van Melse geen praktische gevolgen voor de Nederlandse varkenshouders. Of de EU een of beide luchtwassers als best beschikbare techniek aanmerkt, is nog niet duidelijk.

(Bron: Recource, Albert Sikkema, 15-10'09)

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel