Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Door: Marcel van Engelen (donderdag 25 oktober 2007)

Er komen één-en-zestig ‘varkensflats’ in Nederland. Of toch niet? Het protest in de provincies zwelt aan. En zelfs het CDA noemt de industrialisering van het varken nu voorzichtig ‘niet aanvaardbaar’.

We hebben er één. Nederland telt één ‘varkensflat’. Die staat in Erichem (gemeente Buren, Gelderland) en de vraag is of het gevaarte een flat mag heten. Het is een voormalig kippenbedrijf dat is omgebouwd tot een varkenshouderij. Van buiten ziet het er uit als een flinke sporthal, of eigenlijk twee sporthallen naast elkaar. En binnen zijn volgens opgave 13.500 varkens gehuisvest – de meesten bij elkaar in een hok – al beweren tegenstanders dat het er meer zijn. In elk geval beslaat het gebouw twee vloeren: de begane grond en één hoog.

‘Nee, de term flat is niet helemaal passend’, erkent Wouter van Eck, campagneleider bij Milieudefensie. ‘Je kunt het beter een veefabriek noemen.’

Er bestaat zeker nog een handvol andere varkensbedrijven van vergelijkbare omvang in Nederland, maar die bestaan niet uit meerdere verdiepingen. Wel zijn er plannen. Heel veel plannen. Minister Gerda Verburg (Landbouw) wist niet hoeveel en daarom begon Milieudefensie twee maanden geleden aan een inventarisatie. Het zijn er 61. Tot dusver.

Een-en-zestig concrete bouwplannen voor ‘varkensflats’. Dat wil zeggen: gebouwen waar minimaal vijfduizend varkens in verblijven, een veelvoud van het huidige gemiddelde, of ze nu meerdere verdiepingen tellen of niet. Dat zijn er veel bij elkaar, maar een peulenschil vergeleken bij echte varkensflats in bijvoorbeeld het oosten van Duitsland, die een paar honderdduizend varkens herbergen. ‘We staan op een kruispunt’, zegt Van Eck. ‘Wordt de varkenshouderij in Nederland een grootschalige industrie of lukt het ons boeren te behouden die nog een band hebben met hun grond?’

Dat mag klinken als het geluid van een roepende in de woestijn. Dat is het niet. Het verzet tegen de ‘varkensflats’ is groot en lijkt alleen maar te groeien. Milieudefensie zelf vergaarde onder de titel ‘Stop fout vlees!’ meer dan honderdduizend handtekeningen en zette daarmee het eerste burgerinitiatief in gang – de Tweede Kamer heeft het nu in beoordeling. Ook in de omgeving van de nieuw geplande varkensflats zwelt het protest aan.

De Stichting Anti Industriële Veehouderij Marle en Omstreken presenteerde deze week meer dan 3.100 handtekeningen ‘voor het behoud van kleinschalig landschap’. Marle is een landelijk ‘buurtschap’ van de gemeente Hellendoorn (Overijssel) en telt een kleine zeshonderd inwoners. ‘We hebben de handtekeningen in twee weken opgehaald’, zegt Ria Bakhuis, bestuurslid van de stichting. ‘Toen we huis-aan-huis langsgingen, ondertekende vrijwel iedereen.’

Maandagavond kwamen enkele honderden tegenstanders naar de informatieavond van de stichting in feestzaal In de Tonne. Een rustige, beschaafde avond, maar dat de bewoners van Hellendoorn in grote getalen tegen de komst van varkensflats zijn, is de aanwezige bestuurders niet ontgaan.

‘De mensen zijn hier altijd vrij rustig’, zegt Bakhuis. ‘Zo van: we laten de dingen over ons heen komen en dan zien we het wel. Een massaal protest is daarom veelzeggend. Marle zit op het puntje van zijn stoel.’

Bakhuis woont ‘260 meter’ van een van de twee megastallen die Family Farmers in Marle wil neerzetten. Het samenwerkingsverband van Brabantse varkensboeren wil in elk van de ‘stallen’ ­– 145 meter lang, negentig breed, tien hoog en twee verdiepingen – 19.000 varkens onderbrengen. Het bedrijf zelf wil niks meer over zijn plannen zeggen. Het voelt zich, zoals veel betrokkenen in de varkensbranche, onbegrepen en in de hoek gedrukt. ‘Er is al zóveel over gezegd’, zegt een woordvoerder van Family Farmers.

Het verzet in Marle staat niet op zichzelf. In het nabijgelegen dorp Vroomshoop bestaan plannen voor drie varkensschuren van elk ongeveer 20.000 varkens, wat tot ook tot breed verzet leidt. En in de Noord-Limburgse gemeente Horst aan de Maas moet een complex komen dat meer dan elk andere initiatief symbool staat voor de schaalvergroting in de Nederlandse veehouderij: één Nieuw Gemengd Bedrijf met meer dan 30.000 varkens, 1,2 miljoen vleeskuikens en een energie-installatie die draait op het afval en de mest. En ook daar is een breed gedragen actiegroep ontstaan.

‘De organisatiegraad is overal opvallend hecht’, zegt Wouter van Eck van Milieudefensie. Zijn organisatie probeert de lokale actiegroepen bij elkaar te brengen en te ondersteunen met adviezen over juridische zaken en publiciteit. ‘In totaal zijn op dertig locaties actiegroepen actief.’

De komst van nieuwe megastallen stoelt op bewust overheidsbeleid. Provincies als Overijssel, Gelderland, Brabant en Limburg hebben gebieden aangewezen waar de landbouw zich moet ‘ontwikkelen’, zodat de veehouderij elders juist kan verdwijnen. En schaalvergroting is voor ondernemers een voorwaarde om te kunnen concurreren op de internationale vleesmarkt.

‘Die ontwikkeling is niet te stoppen’, zei de hoogste ambtenaar van het ministerie van Landbouw laatst bij de opening van de Landbouwvakbeurs. ‘En die moeten we misschien ook niet willen stoppen. Een verdere schaalvergroting is onvermijdelijk en lijkt zelfs noodzakelijk willen we onze concurrentiepositie behouden.’

Maar de mensen die vlakbij de nieuwe varkensschuren wonen, vrezen voor hun gezondheid en voor overlast (stank, verkeer). ‘Het gaat mij om de fijnstof die in de lucht komt’, zegt Ria Bakhuis uit Marle. ‘Verder zijn we bang dat het landelijke Marle gaat verdwijnen. Dat de varkensflats de gewone, kleine boeren kapotmaken.’

‘Het gaat de mensen primair vaak om de eigen omgeving’, erkent Van Eck van Milieudefensie. ‘Maar er bestaat ook veel weerstand tegen de industriële omgang met varkens. Daarmee sta je alleen juridisch niet zo sterk.’

Op de informatieavond in Hellendoorn was ook een man die de CDA-bestuurders op de christelijke oorsprong van hun partij wees. ‘De natuur is door god gegeven’, zei hij. ‘En deze varkensflats zijn op geen enkele manier te verantwoorden tegenover de Schepper.’

Voorstanders zien dat anders. De nieuwe megastallen voldoen juist aan de strengste normen op het gebied van dierenwelzijn, afval en energiegebruik. Er komen filters op en ‘luchtwassers’ die de stank tegengaan; de varkensschuren beperken ook het vervoer. In wezen zijn het moderne versies van huidige stallen, groter maar beter.

Het opmerkelijke is: in de politiek verdedigt het CDA van oudsher de belangen van (varkens-) boeren. Juist het CDA reageerde fel en laatdunkend op het burgerinitiatief van Milieudefensie. En CDA-minister Gerda Verburg (Landbouw) is vaak een mikpunt van de linkse partijen en, meer nog, van de Partij voor de Dieren.

Tegelijk komen de protesten die nu in de provincies aanzwellen uit gemeenten met een trouwe CDA-aanhang. En zo kan het CDA met het onvoorwaardelijk verdedigen van de bio-industrie zichzelf wel eens in de voet schieten. De eerste terugtrekkende bewegingen zijn al zichtbaar. ‘Het varken als industrieel product’, zei CDA-Kamerlid Annie Schreijer-Pierik in Hellendoorn. ‘Dat is niet aanvaardbaar.’

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel