Behoud de Parel op Facebook.

U bent hier

Bestemmingsplan Centrale Zandverwerkingsinstallatie door gemeenteraad goedgekeurd

De gemeenteraad heeft in meerderheid ingestemd met het bestemmingsplan voor de zandverwerkingsinstallatie, haven en slibdepot in Raaieinde. De raad hechtte haar goedkeuring aan de reactie van het College van B&W op de zienswijzen die onder andere zijn ingediend door Behoud de Parel (lees hier het artikel over de reactie van B&W), de Stichting Archeologie Actueel Limburg (SAAL) en omwonenden. Behoud de Parel en SAAL maakten gebruik van de mogelijkheid om voorafgaande aan de behandeling van het bestemmingsplan de gemeenteraad toe te spreken.

In de gemeenteraadsvergadering werd door Paul Geurts namens Behoud de Parel ingesproken (zie voor zijn bijdrage de bijlage). Hij wees er op dat er geen enkele garantie was dat de activiteiten van de ontgrinder (DCM) na dertig jaar zou stoppen, zoals B&W beweren. Verder vroeg hij aandacht voor het feit dat er onvoldoende onderzoek was gedaan naar de effecten van het zogenaamde Laag Frequent Geluid, dat verder kan dragen dan B&W stellen en tenslotte bekritiseerde hij het feit dat B&W de zienswijze van Behoud de Parel en van een groot aantal omwonenden "niet ontvankelijk" werden verklaard. Geurts stelde dat de gemeente daarmee de criticasters van de plannen de mond probeert te snoeren.

Door Toon van Gerven werd namens SAAL als reactie op het commentaar van B&W op haar zienswijze gesteld dat de opvatting van de gemeente - dat zij niet gaan over de archeologische vondsten in Raaieinde, maar dat de provincie Limburg daar de verantwoordelijkheid voor draagt - niet juist was. De gemeente is volgens SAAL wel degelijk verantwoordelijk voor het deel van het gebeid, waar de CVI gerealiseerd zou moeten worden (zie voor het commentaar van SAAL de bijlage).

Reacties van de coalitiepartijen (CDA, PvdA en Essentie)
Vanuit het CDA stelde De Hoon dat de gemeenteraad in 2006 ingestemd had met de komst van de Centrale Verwerkings Installatie (CVI) in Raaieinde en dat naar zijn mening alles wel besproken was, wat besproken moest worden. Volgens hem had de gemeente Horst aan de Maas goed gecommuniceerd met de omwonenden en dus was er geen vuiltje meer aan de lucht. Hij durfde zelfs te beweren dat het geluidsniveau aangepast was aan de wensen van de omwonenden. Wat de termijn van dertig jaar betreft, durfde De Hoon te beweren, dat de overheid een betrouwbare partner is en dat men er daarom op kon vertrouwen dat die zich zou houden aan die termijn. Hij ging verder niet in op het argument van Behoud de Parel, dat er in de tussentijd al zeven gemeenteraden voorbij zijn gegaan, die aan die termijn kunnen morrelen.

Beurskens (Essentie) vond de noodzaak van de CVI buiten kijf staan, maar ging daarbij niet in op de alternatieven (verwerking van het zand en grind op het water), zoals Behoud de Parel die eerder gepresenteerd heeft. Hij stelde dat er snel tot uitvoering moest worden over gegaan, omdat uit onderzoek van de Universiteit van Leuven vastgesteld was dat binnen zeven jaar de Maas nog harder gaat stijgen dan nu het geval is. Hij erkende wel - in tegenstelling tot De Hoon van het CDA - dat de garantie van de gemeente dat de werkzaamheden van DCM na dertig jaar stopte, niets waard was.

De PvdA stelde bij monde van fractievoorzitter Van de Weegen dat de fractie niet blij was met de gekozen locatie (Raaieinde) en gaf aan het feitelijk met Behoud de Parel eens te zijn, dat het opgegraven grind en zand beter via de haven in Venlo afgevoerd kon worden. Hij noemde het feit dat er op dit punt geen regionale afstemming had kunnen plaats vinden, een gemiste kans. Van de Weegen had graag het open landschap willen behouden. Maar, zo stelde Van de Weegen, is uiteindelijk toch voor deze locatie gekozen. En daar stelt de PvdA-fractie zich vierkant achter. Omdat de veiligheid hoog in het vaandel moet staan en daar offers voor gedaan moeten worden, aldus de PvdA. Ook bij hem geen woord over het alternatieve plan van Behoud de Parel (verwerking op het water), die dat "offer" overbodig hadden kunnen maken en toch de veiligheid ten goede was gekomen. Naar het idee van de PvdA-voorman zijn er voldoende garanties gesteld en kan er naar zijn mening altijd nog maatregelen genomen kunnen worden, als zou blijken dat er toch nog sprake zou zijn van geluidsoverlast. Dat die maatregel door de MER-commissie al is afgewezen en dat diezelfde MER-commissie aangegeven heeft, dat aan de bron (in het ontwerp van de installatie zelf dus) ingrepen moeten worden gedaan, om overlast te voorkomen, was hij gemakshalve vergeten.

Reacties van de oppositiepartijen (D66 en SP)
D66-voorman Kemperman zei zich te kunnen vinden in de woorden van de woorden van zijn "voorgangers" (de sprekers van CDA, Essentie en PvdA). Hij stelde wel vragen met betrekking tot de bekostiging van de te nemen verkeersmaatregelen. Naar zijn mening zou DCM, de uitbater van de CVI, ook mee moeten betalen. En als toetje van zijn betoog wees hij er op dat Behoud de Parel maar moest waken over de termijn van dertig jaar.

SP-woordvoerder Van Rengs stelde dat er met de komst van de CVI sprake zou zijn van aantasting van de natuur, het open landschap en archeologische vondsten en een ontoelaatbare toename van vrachtverkeer en stelde dat het alternatief van Behoud de Parel (verwerking met een drijvende installatie op de Maas) al deze problemen zou wegnemen. Naar zijn mening hebben de economische belangen van DCM een belangrijkere rol gespeeld dan de beoogde veiligheid tegen eventuele overstromingen of de waarden van natuur, landschap en archeologie. De SP stemde dan ook - als enige - tegen de reactie van het College van B&W op de zienswijzen.

Reactie van wethouder Van Rensch (CDA)
Wethouder Van Rensch gaf toe dat er feitelijk geen garantie bestond ten aanzien van de termijn van dertig jaar, waarna DCM zou moeten stoppen met haar activiteiten. Maar, zo vulde hij aan, de contracten met DCM gaan over een periode van 30 jaar. En het college heeft in alle overlegvormen, die er bestaan met betrekking tot de veiligheid van de Maas, gewezen op de termijn van 30 jaar en dat men daar rekening mee moet houden. Wat betreft de archeologische vondsten wees de wethouder de inspraakreactie van SAAL af en bleef er bij dat de Provincie Limburg daar verantwoordelijk voor is en niet de gemeente. Doorvragen va Beurskens (Essentie) leidde echter toch tot twijfel bij de wethouder, die beloofde dat nog eens nader uit te zoeken. Indien hij op zijn eerdere standpunt blijft staan zal straks, in de rechtszaal, blijken wie gelijk heeft, zo meent Paul Geurts van Behoud de Parel. Dat geldt wat hem betreft ook voor de geluidsoverlast, die er zal komen. Van Rensch ging daar in zijn betoog niet echt op in. In antwoord op D66-er Kemperman stelde de wethouder, dat er wel degelijk door DCM meebetaalt wordt met het aanleggen van een ongelijkvloerse kruising ten behoeve van het fietsverkeer. Een dure ongelijkvloerse kruising die er naar de mening van Behoud de Parel niet had hoeven te komen als haar alternatieve plan (verwerking op de Maas en afvoer van het verwerkte zand en grind over de Maas naar de havens in Venlo en Wanssum, waar de bestaande infrastructuur gebruikt kan worden) uitgevoerd zou worden. Met de SP ging Van Rensch nog in discussie over de compensatie van de verloren natuur als gevolg van de komst van de CVI. Die zou gecompenseerd worden. Van Rengs van de SP zette daar grote vraagtekens bij en voerde andere voorbeelden aan, waaruit bleek dat beloftes over natuurcompensatie vaak niet waar gemaakt worden.

Tot slot
Tot slot kreeg SP-raadslid Van Rengs nog de gelegenheid zijn laatste woord te voeren. Hij merkte op, dat de garanties boterzacht waren en vroeg zich naar aanleiding van de opstelling van Van der Weegen van de PvdA (de geluidsniveaus worden "gemonitord" en er worden maatregelen genomen als er toch geluidsoverlast komt) of hij bedoelde dat de verwerkingsinstallatie dan stop gezet zou worden. Van der Weegen kreeg van de voorzitter van de raadsvergadering, Van Rooij, niet de gelegenheid te antwoorden op deze vraag.

Projecten & onderwerpen: 
Behoud de Parel